Proloog

6.5K 235 8
                                    

De jonge koning Raa hief zijn handen in de lucht en sloeg zijn ogen ter hemel in een klein schietgebedje: 'Alstublieft mijn heren! Dat kan ik niet maken!'
De tien paar ogen hielden de vastberadenheid vast en leken nergens vanaf te wijken. 'Het spijt ons majesteit,' zei de aanvoerder ijzig: 'Dit is het aanbod, de enige kans die u gaat krijgen van ons. Aanvaard u niet dan gaat u uw vader achterna.'
Het gezicht van de koning werd gelijk één tint witter. De tien gestaltes voor hem keken hem dreigend aan. De koning begon vluchtig na te denken. Ze kwamen net uit een oorlog met deze wezens. Zijn vader? Gedood. Vol verdriet maar ook met enige blijdschap had hij de taak als koning van Devina van hem overgenomen. Die titel was hij niet van plan kwijt te raken aan deze tien jonge mannen. Het was hem gelukt een wapenstilstand in te dienen. Het was hem gelukt om een gesprek met deze monsters te krijgen, maar wat hem niet gelukt was; en daar schaamde hij zich diep voor, was een goede overeenkomst te vinden. Één die beide partijen gunstig zou uitkomen. Deze mannen hadden zijn eerdere ideeën gelijk verworpen en dreigden nu met de dood.
'Het volk zal me haten,' mompelde hij.
Eindelijk leek er iets te veranderen aan de gezichten voor hem. Niet dat dat betekende dat dat goed was. Nee, ze begonnen te lachen en te grijnzen. Het ochtendlicht dat naar binnen scheen deed hun tanden blikkeren in et zonlicht.
'Zal ik u eens iets vertellen, majesteit?' schamperde de leider van deze gevreesde duivels: 'Wat hebt u liever: tien meisjes weg eens in de vijf jaar, of vermoord worden en het land aan zijn lot overlaten. Wij zouden het dan elk moment kunnen innemen en dat zou rampzalige gevolgen kunnen hebben voor uw volk. Wat hebt u liever?'

De temperatuur leek wel vijf graden te dalen tijdens net uitspreken van deze paar zinnen. De roekeloze koning wist zich haast geen raad. Hij was nog maar een groentje. Net uit het nest gevlogen en vervolgens al tot leider gemaakt. Stiekem nog veel te jong om te regeren over kasteel Ochtendlicht. Over Devina. Over het volk. Hij moest nog zo veel leren. Wel wist hij iets heel zeker: hij wilde niet dood. Tien van die meisjes tegenover het hele volk? Dat leek een duidelijke keuze. Het volk zal hem haten, ze zullen hem laf vinden. Niemand zal hem verkiezen boven zijn vader. De angst greep hem nogmaals om het hart toen tot hem doordrong dat meisjes van alle leeftijden moesten vechten tegen deze beesten. Hij was de koning en durfde dat niet eens. Maar hij kon niet anders.

Zijn schouders zakten wel vijftien centimeter toen hij zuchtte en akkoord ging met het verdrag van de tien Victorianen. Hij gaf zich over, dat was zeker. Dat wisten ze allemaal. Maar de tien vampiers waren nog niet klaar. 'Wij willen ook dat u ze dan brengt naar Arena en ze daar laat overleven.'
Raa's hoofd schoot omhoog: 'Arena?! Die onbewoonde provincie? Het was altijd al zo goed als onbruikbaar vanwege haar wispelturige klimaat. Niemand kan daar overleven, laat staan wonen!'
De leider haalde zijn schouders op maar zei niets. De koning overdacht deze situatie. Het voordeel zou zijn dat ze eindelijk iets konden met Arena, het nadeel echter; veel groter, was dat het volk hem ook nog gevoelloos zou vinden.
Hij twijfelde en dat zou niet moeten. Hij was ten slotte de koning! Die zou altijd bij zijn volk moeten staan!
Raa was alleen veel te bang. Te bang voor de dood en wat daarna zou komen. Tien meisjes naar Arena of hij zou sterven. Tien meisjes naar Arena en hij zou zijn titel en baan verliezen. Hij zuchtte nogmaals en stemde voor de tweede keer in met het akkoord.
Raa voelde zijn hart nog bonken toen de gedaantes door de grote poort verdwenen. Om hen over vijf jaar weer te ontmoeten.

It's Just A Game... -voltooid-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu