~*8*~

4K 215 17
                                    




Ik word me vaag bewust van een gehobbel en een stekende pijn in mijn arm en de vreemde kou. Versuft doe ik mijn ogen open en merk dat ik in een soort voertuig zit. Vaag word ik me bewust van de wereld om me heen en ik zie nu dat ik in een soort van koets zit. Een rare vreemde koets die vooral niet voor rijke lui gemaakt is. De plaatsen waar normaal kieren en ramen zitten, zijn bedekt met tralies die er zo dik en onfeilbaar uitzien dat ik al moedeloos wordt als ik ernaar kijk. Geen kans op ontsnappen dus. De pijn op mijn arm wordt steeds heviger en jeukt. Als ik probeer te krabben doet dat alleen maar meer pijn. Hoe kan dat dan? Opeens herinner ik me alles weer. Gillian die in mijn arm sneed, Olive en die woeste Victoriaan, Ox. De herinneringen blijven binnen stromen en ik kijk nu verwoed naar mijn arm. De wond die Gillian had gemaakt is verdwenen maar in de plaats daarvan staat er nu een donkerblauwe tatoeage. Een ster die is ontstaan door tien pijlen. Het teken van de Spelen en het teken dat staat voor de tien meisjes die mee moeten doen. Dat wordt gewoon aangenomen en niemand zegt er wat anders van.

'Je bent wakker.' Ik schiet omhoog van schrik en kijk naar de plek waar de stem vandaan kwam. Het lijkt wel of het naast me was. De stem van Gillian Grey. 'Waar ben je! Laat je zien!'

Gegrinnik.

Het is even stil maar dan klinkt zijn stem weer boven het gehobbel van de vreemde koets uit. 'Ik ben in Arena,' zegt hij: 'En als je naar buiten kijkt, zal je me zien.' Ik sta op en loop naar de tralies. 'Arena?' vraag ik geschokt terwijl ik naar buiten tuur. Niemand. Wel ligt er een vreemd wit spul op de grond en datzelfde iets dwarrelt uit de hemel omlaag. Het is veel kouder buiten dan binnen. Ik draai me om en schrik me dood als hij opeens binnen in de koets zit. Ik deins achteruit en ga in de hoek van de koets staan waar ik zo ver mogelijk bij hem vandaan ben. 'Je zei dat je buiten was!' roep ik beschuldigend als ik over de schrik bekomen ben. Hij haalt zijn schouders op. 'Nee,' zegt hij: 'Dat is niet waar. Ik zei dat als je naar buiten zou kijken mij zou zien. Je ziet me nu toch?'

'Ga weg,' zeg ik. Mijn stem klink solide en kalm maar ondertussen sta ik te bibberen op mijn benen. Hij schudt zijn hoofd. 'Ik dacht dat je wel zou willen weten wat dat is.' Hij wijst naar de ster op mijn arm. Ik antwoord niet maar ga zitten met mijn knieën hoog opgetrokken. Ik verlies hem geen seconde uit het oog. 'Ben je bang voor mij?' vraag Gillian. Zijn stem verraadt geen enkele emotie en dat maakt me banger dan als hij boos is. Heel langzaam schud ik van 'ja'.

'Waarom?' Ik blijf stil en ga ongemakkelijk verzitten. Gillian zucht en gaat weer in op zijn vorige onderwerp. 'Dat teken op je arm staat voor de Spelen. Maar dat weet je waarschijnlijk al.' Als ik niet reageer gaat hij verder. 'De ster staat voor ons; de Victorianen, de pijlen waardoor de ster gevormd wordt staan voor de tien deelneemsters.' Dat was nieuw. Het klopt duidelijk niet met de theorie van onze bevolking. 'Het teken zorgt er ook voor dat diegene die het teken bij zich draagt niet levend uit de Arena kan komen.' De laatste kans om ook maar te ontsnappen wordt door deze zin versplinterd. Het gaat alleen nog maar de Spelen zijn. 'Waarom ben je zo vaak bij mij? Heb je niet iets beters te doen? Moet je geen mensen vermoorden?' Ik ben bang om hem aan te kijken maar dwing mezelf ertoe. Zijn ogen kijken mij berekend aan. Hij is beledigt maar probeert het niet te laten merken. 'Ben je hier om dezelfde reden als dat je mij gekozen hebt?' Zijn brutale grijns verschijnt weer op zijn gezicht. 'Ik vroeg me al af wanneer die zou komen,' mompelt hij. Hij loopt naar de getraliede deur, doet die open en stapt zonder iets te zeggen naar buiten.

~~~

Naarmate de dag vordert, hoe kouder en guurder het wordt. Ik heb nog steeds de jurk aan die ik droeg bij de verkiezing maar die is duidelijk bedoeld voor het klimaat bij ons en niet voor deze kou. Wat is dat witte spul toch buiten? Ik bibber maar weet niet of dat door de kou komt of door de angst wat mij te wachten staat. Naast dat maak ik me zorgen om Olive. Heeft zij ook zo'n teken? Heeft zij ook zoveel pijn gehad toen dat teken werd gezet? Is ze alleen of is ze bij andere deelneemsters of Victorianen? De vragen spoken door mijn hoofd en hebben geen rust tot ik het antwoord weet. Langzamerhand begin ik nu ook honger en dorst te krijgen. Hoe lang had ik eigenlijk niet gegeten of gedronken? Ik denk na. Het laatst was tijdens het avondeten in het weeshuis, voor mijn gevoel 1 dag geleden. Maar ik weet niet hoe lang ik bewusteloos ben geweest. Misschien een paar uur, maar het kan ook zijn dat het een hele dag is.

Als geroepen loop er opeens een onbekende man de koets binnen. Op het eerste gezicht lijkt hij niet meer dan een mens maar omdat ik weet dat er alleen maar geharnaste normale mannen zijn, betekend dit dat de jongen een vampier is. Hij heeft een kan koud water en een groot bord met eten bij zich. Er liggen vreemde dingen op die ik nog nooit gezien heb: een vreemde ballen met vlees, lange gespriete planten en een soort van deeg in de vorm van een soort kuipje met deksel. Ik heb wel eens gehoord over die dingen. Dat ze dit wel eens in het huis van de baron aten, maar ik zou niet weten hoe het zou moeten heten. De Victoriaan heeft kort rood haar en een sproeterig gezicht. Zijn ogen zijn helder blauw en zijn huid is zo licht dat het bijna doorzichtig lijkt. Zoals ik al zei: het zou zo een mens kunnen zijn.

Hij schenkt mij een beleefde glimlach en zet het bord en de kan met water voor mij neer. Hij legt zelfs luxe bestek en een stoffen servet erbij. Ik werp hem een wantrouwige blik toe. Is dit echt allemaal voor mij? De jongen lacht bij het zien van mijn reactie. 'Kennen jullie dit eten niet in Pictum?' vraagt hij. Ik schud voorzichtig mijn hoofd. Hij komt naast me zitten waardoor ik gelijk een meter opschuif. 'Je hoeft niet bang te zijn, ik doe niets.' Zijn ogen stralen vertrouwen uit en ik kan moeilijk ontkennen dat hij niet iets van een bepaald charisma heeft dat mij aantrekt. Waarom is hij toch zo aardig? Dat zijn Victorianen niet toch?

'Dit,' zegt hij terwijl hij wijst naar het kuipje van deeg: 'is een pastei. Er zit meestal vlees en ei in en in dit geval ook.' Zo heet dat dus. Ik knik langzaam dat ik het begrijp. 'Dit zijn bonen. Die zijn erg zoet vooral omdat ze van Victorium komen.' Hij wijst naar de groente. 'En dit,' Hij wijst naar de ballen van vlees, 'zijn vleesballen. Die vindt ik zelf het lekkerst van allemaal.'

Hij schuift het bord dichter naar mij toe en kijkt mij bemoedigend aan. Ik werp hem een wantrouwige blik toe maar bij het ruiken van het eten loopt het water mij in de mond en begin ik gulzig te eten en te drinken. Hij blijft kijken naar het al maar leger wordend bord. 'Heb je het weer buiten al gezien?' vraagt hij als ik mijn mond afveeg met het servet. Ik knik. 'Het is vooral erg koud en er ligt van dat witte spul,' reageer ik.

'Weet je ook wat dat witte spul is?' Ik schud van 'nee'. 'Dat heet sneeuw,' zegt hij. Dat is dus sneeuw. 'Daar had Gillian het over. '

'Dat kan best. Gill is helemaal gek van sneeuw.' Hij praat net alsof ze vrienden zijn en dat is iets dat ik mij niet kan voorstellen. 'Ik ben trouwens Laos,' zegt de jongen: 'Jij heet Mave toch?'

'Ja.'

'Gillian heeft jou gekozen toch?'

'Dat klopt.' Langzaam begin ik mij steeds gemakkelijker en comfortabeler worden in het bijzijn van Laos. Hij lijkt geen greintje woede, bitterheid of andere slechte eigenschappen te bezitten. Hij is enkel aardig en belangstellend. Hoe kan hij ooit iemand vermoorden?

'Laos, kom je?' Hoor ik van buiten en Laos gaat staan. 'Ik moet gaan,' constateert hij en loopt richting de deur. 'Als er iets is kan je best bij mij terecht. Ik heb overigens een deken onder de bank gelegd.' Hij laat mij beduusd achter.

Na even nadenken pak ik de deken en wikkel mij er lekker in. Hij is dik en laat geen kou binnen. Ik zucht verheerlijkend als alles in mij langzaam warmer wordt. Van mijn huid tot in mijn botten. Daarna ga ik verder met eten. Alles is echt overheerlijk.


~~~



Als de avond valt en we nog steeds niet stoppen besluit ik te gaan slapen. Ik wikkel me nog dikker in en ga op de bank liggen. De pijn in mijn arm belemmerd mij er niet van om gelijk in slaap te vallen en weg te zinken in een droom over sneeuw, Laos, Gillian en Olive terwijl ik mijn best doe om niet te geloven dat ze ons allemaal gaan vermoorden.

It's Just A Game... -voltooid-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu