~*16*~

3.3K 209 8
                                    




Hij wijst met een priemende vinger naar een plek die ik niet kan zien door de sneeuw en wind. 'Loop die kant maar uit.'

Gehoorzaam doe ik wat hij zegt en begin voorzichtig te lopen. Het gaat niet meer zo zwaar als in het begin, merk ik. De wind is al iets meer gaan liggen al lijkt de sneeuw nog steeds met miljoenen naar beneden te komen. Ik hou mijn hand boven mijn ogen en stap stevig door. Alleen mijn eigen voetstappen hoor ik en als ik achterom kijk of Gillian me nog volgt, zie ik hem een paar meter achter mij lopen. Mijn laarzen drukken diepe voetstappen in de grond en als ik naar die van hem kijk schrik ik me rot. Hoe hard zijn voeten ook in de sneeuw stampen, ik hoor ze niet en zie ook geen afdrukken. Snel kijk ik van hem weg en huiver. Als we bij de Spelen niet kunnen zien waar de Victorianen zijn geweest, hoe moeten we ons dan verschuilen?

De wind gaat nu echt liggen en zelfs de sneeuw wordt minder. Ik kan eindelijk beter voor me uitkijken en eindelijk Olive gaan zoeken. Ik versnel mijn pas en duik gelijk een bosje in. Geen Olive. Hard schreeuw ik haar naam en een koude rilling loopt over mijn rug als ik mijn eigen stem hoor terug echoën. De stem van Olive krijg ik echter niet te horen. Wanhopig schreeuw ik nog eens haar naam. En nog eens. Wat ik ook probeer of doe, ik krijg geen antwoord. De bezorgdheid overwelmt me en ik blijf verslagen staan. Als ik me klaar maak om nog eens te roepen grijpt een hand mij vast en houdt mijn mond dicht. Ik gil maar die wordt gedempt door de koude hand voor mijn mond. Een zwaar gewicht duwt me hard tegen de grond en draait me op mijn rug achter een struik. Geschrokken kijk ik in de harde ogen van Gillian. Met zijn vrije hand maakt hij een zacht stiltegebaar op mijn mond. Als zijn huid mij lippen raken huiver ik onwillekeurig. Dan wijst hij naar iets verderop en langzaam draai ik mijn hoofd richting de plek. Daar op nog geen drie meter afstand loopt een groot en imposant dier. Uit alle macht probeer ik het te plaatsen maar ik kan hem niet herkennen. Het heeft grote horens als van een bok maar is harig als een beer. Tussen die haren kan ik van deze afstand nog net enkele schubben onderscheiden en het loopt op maar twee poten met puntige hoeven aan het uiteinde.

Ik hou van adem in als het beest ons recht aankijkt en verder loopt alsof we er niet zijn. Zijn voetstappen sterven weg en hij laat een pijnlijke stilte achter.

Gillian blijft mijn lichaam tegen de grond gedrukt houden tot het zeker twee minuten geleden is dat we de laatste geluiden gehoord hebben. Dan haalt hij zijn vinger van mijn mond en staat op. Hij loopt gelijk daarna weer in de richting waarin we gekomen waren. Verbaasd sta ik op. 'Waarom loop je terug? Wat was dat?'

Hij draait zich om en ik schrik van zijn uitdrukking. Hard, maar met iets medeleven en angst. 'Wat dat was maakt niet uit,' zegt hij zwak: 'Als Olive hier nog ergens was zou ze nu niet meer leven. Datgene dat net langs kwam zou haar allang hebben vermoord. Daarom gaan we nu direct terug.'

Ik blijf boos staan waar ik sta. 'Nee! Je hebt me een dag gegeven en die gaan we helemaal afmaken. Dat beest zag ons trouwens ook en liep ook gewoon door.'

Gillian schudt zijn hoofd. 'Dat beest zag ons niet. Als een Victoriaan wil, kan hij zich ontzichtbaar maken.'

'Mooi voor jou, maar ik ben geen Victoriaan.'

'Je had lichamelijk contact met een Victoriaan. Dat maakt jou op dat moment ook onzichtbaar dus nu doorlopen want we gaan terug.' Hij kijkt me ongeduldig aan. Als ik niet reageer en koppig blijf staan, loopt hij chagerijnig naar me toe en trek me aan mijn arm mee. 'Kom gewoon mee, we hebben niet de hele dag de tijd.'

Ik ruk me los en merk dat dat heel makkelijk gaat. Hij heeft me dus niet helemaal goed vast of hij wil dat ik me los ruk. 'Jawel. We hebben wel de hele dag. Dat heb je zelf gezegd.' Ik sla mijn armen over elkaar. 'Je hebt me een dag gegeven om te zoeken dus ga ik zoeken.'

Hij gooit zijn handen in de lucht van hopeloosheid en slaat zijn ogen ten hemel. 'Heeft iemand je ooit gezegd dat je zwaar irritant en koppig bent?'

Ik schud mijn hoofd. 'Heeft iemand je ooit verteld dat je sadistisch, emotieloos en dood bent?'

Zijn houding veranderd een klein beet je en hij lijkt uit het veld geslagen. Ik zie pijn door zijn ogen schieten en daarvan schrik ik. Toch niet helemaal emotieloos dus.

It's Just A Game... -voltooid-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu