~*35*~

3.5K 201 20
                                    




Als ik weer terug ben hebben de Victorianen alles al ingepakt en zitten in een kring wat te eten. Ik hoop het brood van Laos. Ze praten gezellig met elkaar en lijken me nog niet op te merken, alleen Daro (of Waro) ziet me aankomen. Ik heb de tweeling eigenlijk nooit echt goed bekeken. Ze zijn allebei teruggetrokken en hebben een soort denkbeeldige deken over zich. Ongewild vraag ik me af of ze nog meer familie hadden.

'Ben je er klaar voor?' vraagt Daro (er van uit gaand dat hij het is) me. Ik knik en trek mijn jas nog wat dichter om me heen. Nu ik me heb opgefrist merk ik pas hoe smerig die eigenlijk is. Grote donkere vlekken bedekken een groot deel van de rechtermouw en de capuchon. 'Hier, steek je haar maar op. Anders krijg je het steeds in je ogen als je loopt.' Aarzelend pak ik de speld aan die hij me geeft en doe wat hij zegt. Hoe zou hij aan die speld zijn gekomen? Was het van een zus geweest? Of een vriendin?

Denk daar toch niet steeds over na Mave! Wat gaat jou het aan? Terwijl ik mijn haar in een losse knot draai schiet er een pijnscheut in mijn nek. Voorzichtig strijk ik er met mijn vingers overheen om te kijken of er iets mee is. Het voelt nog wat dik een beurs aan. 'Doet het nog pijn?' vraagt Laos die erbij is komen staan.

'Het valt mee,' antwoord ik. 'Ik heb meer last van...' Ik durf de zin niet af te maken en sla mijn ogen neer. 'Gaat het ooit weg? Dat gevoel?'

Laos aarzelt. 'Als je blijft geloven dat dat gebeurd. Misschien?'

Er valt een pijnlijke stilte. Stiekem ben ik blij als Gillian zegt dat we vertrekken. Ik begin langzaam te lopen en raak al snel een eind achterop. Telkens kijkt er een Victoriaan om. Waarschijnlijk om te kijken of ik wel bij ze blijf en niet probeer weg te komen. Hoe aardig ze zich op dit moment ook gedragen, ze houden me in de gaten en zijn nog niet vergeten dat ik niet zo makkelijk luister.

We gingen naar Boudica om eten te halen en kleding. Zou ik daar tussen de vele straatjes en huizen kunnen ontsnappen? Ik verwerp bijna gelijk het idee weer. Ze gaan me geen moment alleen laten. Ik durf zelfs te wedden dat toen Mora me vroeg of ik me wilde opfrissen, Gillian al veel langer bij me was dat hij liet zien.

Ik voel me meer dan ooit opgesloten en moedeloos. De leegt in me maakt het er ook niet beter op.


---


Ik had me iets heel anders voorgesteld van Boudica. Ik dacht dat het groot was met luxe huizen en gigantische winkels met etalages die uitpuilden van het voedsel en spullen. Dat er zoveel mensen zouden zijn dat je er amper door kon en dat overal een vrolijke en opgelaten sfeer zou hangen. Maar nu ik hier zo sta en om me heen kijk, is het eerder het tegenovergestelde. Het stinkt er naar riool en is er donker en muf. Geen mens te zien. Geen drukke winkelstraten. Het lijkt eerder op een groot Pictum.

'Is dit Boudica?' vraag ik ongelovig aan Gillian die - helaas - naast me is gaan lopen.

'Wat er van over is,' antwoord hij kortaf. Sinds we dichterbij waren gekomen, leek hij steeds meer gespannen. Hij heeft ook een afwezige blik in zijn ogen die ik niet kan plaatsen. Alle Victorianen kijken af en toe even om, maar dit keer niet naar mij. Nu naar Gillian.

'Waar gaan we naartoe?'

'Iets buiten de stad staat een huis. Daar overnachten we en Stick en Kanin gaan kleding halen.'

'Stick?'

Gillian wijst naar een kleine Victoriaan waarvan ik de naam nog niet kende. Zijn haar is witblond en staat in grote pieken rechtovereind. Zijn ijsblauwe ogen geven me de rillingen.

Ik voel me opeens helemaal niet lekker. Wat is er toch aan de hand? Er is hier echt wat mis en ik lijk de enige die het niet weet. Ik loop naar Laos toe maar zorg wel dat er minstens een meter afstand is tussen ons. Hij kijkt naar me en glimlacht. 'Was Gillian geen goed gezelschap?' vraagt hij speels, maar zijn gezicht betrekt als hij me eens goed bekijkt. 'Gaat het wel?'

'Wat? Oh, jawel. Ik denk het.'

Hij kijkt me wantrouwig aan. 'Moet je even wat eten?'

Ik schud hevig mijn hoofd. 'Ik heb geen honger.'

'Weet je het zeker?''

Ik geef geen antwoord maar kijk in plaats daarvan naar het huis dat voor ons opdoemt. 'Is dat het?'

'Daar overnachten we,' mompelt Laos terwijl hij een bezorgd achterom kijkt. Ik volg zijn blik en zie Gillian in gedachten verzonken achter ons aan lopen.

'Wat is er?' vraag ik langzaam. 'Wat is er wat ik niet weet?'

'Mave, je weet zoveel nog niet.'

'Als jíj me nou eens daarmee hielp.'

Hij glimlacht droef. 'Dus daar is de oude Mave weer. Ik dacht even dat we je voorgoed kwijt waren.'

Ik kijk hem met mijn mond vol tanden na terwijl hij samen met de anderen het huis in loopt. 'Ik blijf nog even buiten,' roep ik en ik hoop dat ik niet te verdacht klink.

'Nee, kom maar gewoon binnen,' antwoord nu Kanin van binnen het huis. 'Haal je niets in je hoofd. Je blijft bij ons.' Hij lijkt bijna mijn gedachten te lezen. Ik zucht gefrustreerd en stap naar binnen.

Het ruikt er muf en het is stoffig. Grote spinnenwebben hangen aan het plafond en sieren de meubels met hun lange draden. Ik besluit om even rond te kijken nu ik toch niet weg kan. Er is een kleine woonkamer met gammele meubels waar de kleur uit weggetrokken lijkt. Een grote stoffige open haard vult bijna de hele muur die naar een keuken leidt. Ik kan met moeite een kleine trap onderscheiden die naar de bovenverdieping gaat. Het hout is bijna weggerot maar ik besluit om toch naar boven te gaan. Bij elke stap kraken de treden gevaarlijk en soms hou ik mijn adem even in.

De bovenverdieping ziet er al niet beter uit dan beneden. Alles is onderverdeeld in kleine kamertjes zonder deur. Ik heb geen idee of die er ooit in heeft gezeten of dat die er simpelweg uitgerukt zijn.

Ik stap de dichtstbijzijnde kamer in en kom in een kamer met een tweepersoonsbed. Het ziet er normaal uit en ik vraag me af wat er van de eigenaars is geworden. Ik doorzoek de rest van de andere kamers snel. Het zijn er nog vijf met in ieder een klein eenpersoonsbed en kale muren. Bij de laatste kamer staat er echter nog wat anders.

Het is een klein fotolijstje. Het zit onder het stof en valt bijna uitelkaar. Snel blaas ik het stof eraf en begin de wazige foto te bekijken.

Er staat een familie op. Twee lachende maar erg magere ouders met vijf kinderen. Ik zie drie schattige kleine meisjes die elkaars hand vasthouden en een jongen die er een beetje slungelig bij staat. Ik wrijf het stof er nog meer af om de laatste persoon beter te bekijken.

Mijn adem stokt.

Het is Gillian.

Zijn haar zit nog even warrig als normaal maar hij heeft een gezonde blos op zijn wangen en lacht verlegen in de camera. Zijn grijze ogen stralen gelukkig en kijken nieuwsgierig de wereld in. Hij is daar een mens. Dit was zijn familie!

Geschrokken kijk ik achterom als ik een zacht getik hoor. Gillian staat achter me en kijkt me droevig aan. Hij strijkt met zijn hand over de kapotte lakens van het bed.

'Je woonde hier,' fluister ik. 'Dit is je huis.'

'Dit was mijn huis,' verbetert hij zacht.


---

Hey hey,

Er komen best wel veel namen in voor. Vinden jullie het fijn als ik even een lijstje maak met de namen en karakters van de Victorianen? Laat het me even weten.

groetjes van mij!

It's Just A Game... -voltooid-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu