Deel 32

53 6 1
                                    

'Wat doe jij nou hier?'

Mijn mond staat zover open dat ik er hoogstwaarschijnlijk als holle bolle gijs van de Efteling uitzie, maar maakt niet uit.

'Wat een fijn welkom zeg' zegt hij met een grijns op zijn gezicht die ik altijd al aantrekkelijk heb gevonden. Als hij lacht krijgt hij van die schattige kuiltjes in zijn wangen waar ik dus echt verliefd op ben.

We hadden dan ook een relatie, maar het ging uit toen hij verhuisde naar de andere kant van Nederland.

'Tja, ik hou er nou eenmaal van mensen hartelijk te ontvangen he.'

Hij lacht opnieuw zijn tanden bloot en als vanzelf moet ik ook lachen. Ineens vind ik het niet meer erg dat ik niet kan slapen.

'Ik ben weer verhuisd, terug naar deze stad.'

'Wat?!'

Lachend omhels ik hem. Zijn buik en borstkas is veel gespierder geworden, maar zijn geur is nog steeds even lekker. Het doet me denken aan de zee ofzoiets.

'Zit je bij mij in de klas?'

'Jup, speciaal aangevraagd.'

Lachend kijk ik hem aan, sinds tijden ben ik weer echt heel vrolijk.

'Hoe gaat het voor de rest met je?'

Met zijn bambibruine ogen kijkt hij me aan. Niet perse nieuwschierig zoals mensen dat kunnen, maar gewoon omdat hij het echt wil weten.

'Nu jij er bent gaat alles helemaal perfect. Met jou?' grijns ik.

Mijn vraag negerend stelt hij mij al de volgende: 'Hoe ging het hiervoor met je dan?'

Onze handen zijn verstrengeld in elkaar. Het voelt fijn en vertrouwd. Zal ik het hem vertellen? Vroeger vertelde ik hem ook alles, maar dat waren minder serieuze zaken.

'Nou, eigenlijk niet zo heel goed.' zeg ik eerlijk.

Hij zegt niks en kijkt me alleen vragend aan. Ik bestudeer zijn wimpers die echt lang zijn. Genoeg meisjes zouden er jaloers op zijn.

'Nouja, ik had een schoolfeest. Mark gaf me zo ongeveer een liefdesverklaring. Uiteindelijk ging ik alleen weg en toen ik door het bos fietste sleurde een man me mee naar een hut.' Mijn stem slaat over door de opkomende huilbui. 'De rest snap je denk ik wel...'

Opnieuw slaat Stefan zijn armen om me heen. Dit keer niet van blijdschap, maar om me te troosten.

'Misschien een beetje een stomme vraag, maar heb je aangifte gedaan?'

'Wil ik niet' is mijn gesmoorde antwoord doordat ik als het ware in zijn shirt praat.

Als ik hem eindelijk durf aan te kijken, zie ik dat er bij hem ook een traan over zijn wang loopt. En dan heb ik hem nog niet eens verteld dat ik door de verkrachting zwanger ben.

My TeacherWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu