Hoofdstuk 15

115 12 143
                                    

Lynn POV

Het kleine meisje schuifelde naar binnen. Ze zag er bang en verdrietig uit. "Wil je niet weten waarom je mij in je droom hebt gezien?" vroeg ze. Ze was duidelijk verbaasd dat ik geen vragen aan het afvuren was.

"Ik wil eerst je naam weten," zei ik en glimlachte naar haar.

"Ik ben Alaida Shadownight, prinses van de elven." Ze leek in het echt nog mooier dan in mijn dromen. Haar zilveren diadeem zag er prachtig uit in haar bruine haar dat golvend over haar rug viel. Haar paarse ogen glinsterden in de donkere kamer. Haar donkerpaarse jurk gemaakt van bloembladeren kwam tot aan haar knieën en viel los naar beneden.

"Je mag nu wel vertellen waarom ik he kon zien in mijn dromen," zei ik en gebaarde haar dat ze verder mocht praten.

Alaida zuchtte diep. "Voordat Damian en zijn roedel ons rijk binnenvielen, heb ik ze in het bos overhoord dat ze jou en je vrienden ook wilden doden.

Ik rende zo snel als ik kon naar de Oudsten en vroeg hen om hulp. Ze hebben deze link gemaakt zodat ik met je kom communiceren. Ik dankte ze natuurlijk en ging naar huis voor de ceremonie waar we onze goden eren.

Toen ik het kasteel inliep hield Damian echter een mes tegen mijn moeders keel. Ze schreeuwde dat ik moest rennen en dat deed ik. Ik vluchtte het kasteel uit, hoorde in de verte nog het geluid van een mes dat vlees sneed en stuurde je het bericht, de rest weet je volgens mij wel," zei ze.

"Dat is bet zo'n link als tussen Damian en Logan," zei ik.

Ik had medelijde met dit meisje. Ze was nog maar 10 jaar en had al zoveel ellende meegemaakt. Je kon geen verdriet van haar gezicht aflezen, maar als je in haar ogen keek zag je de wanhoop en pijn. "Als je wil huilen mag het hoor," fluisterde ik zacht en trok haar in een knuffel.

Zachtjes begon Alaida te snikken en haar hele lichaam schokte mee. Ik probeerde haar te sussen en na een tijdje waren haar tranen eindelijk op. Ze glimlachte dankbaar en wilde iets zeggen, maar Maddie kwam de woonkamer binnen.

"Wat is er aan de hand?" gaapte ze en wreef vermoeid in haar ogen. "Prinses!"
Maddie's ogen schoten meteen open en ze boog diep.

"Je hoeft niet te buigen, Madelyne. Dat heb ik je de vorige keer ook al verteld," zuchtte Alaida en stond op.

"Wacht, de vorige keer?" Ik keek ze allebei verward aan.

"Madelyne is vorig jaar nog op bezoek geweest, haar roedel wilde een verdrag sluiten met ons koninkrijk. De Oudsten kregen helaas visioenen waardoor vader weigerde," zei Alaida zacht. "Maar zouden jullie de anderen willen wekken. Jullie moeten namelijk naar Elvira voor jullie veiligheid."

Ik knikte en rende meteen naar boven. Ik wilde de deur van de jongens opendoen maar kreeg toen een duivels plan. Ik liep naar de badkamer en vulde een emmer met water. Zachtjes sloop ik naar Alex' kamer en gooide de hele inhoud over zijn hoofd.

"Sjezus, waar was dat goed voor!" schreeuwde Alex. Meteen stonden alle andere jongens op.

Ik gilde. Hard. "Doe een shirt aan debielen! Jullie moeten niet in jullie halfnaakte glorie rondlopen. Kleed jullie snel aan, prinses Alaida wacht beneden op jullie."

Ik liep de trap af en werd al snel gevolgd door de rest. Mijn gegil had Grace ook gewekt en die liep dus ook chagerijnig mee.

"Goed, volg mij om in Elvira te komen. Jullie zullen dit aan moeten doen, zodat jullie niet opvallen. Hou de kleren voor je lichaam, hij zal vanzelf op je lichaam verschijnen." Alaida overhandigde ons een paar elvenkleren en de jongens waren er niet bepaald blij mee. De meiden hadden jurkjes gaakt van bloemblaadjes en de jongens hadden ook pakken gemaakt van gewone bladeren. Het zag er een beetje uit als leer.

Snel hielden we de kleren voor onze lichamen. Er onstond een fel wit licht en op magische wijze hadden we  de kleren aan. Alaida glimlachte en liep naar buiten. Ze gooide een glitterachtige poeder in de lucht en opeens was er een portaal.

"Naar Elvira," fluisterde ze. Aan de andere kant zag je een een prachtig groen land waar alle kinderen vrolijk op het dorpsplein speelden. Er was alleen een donkere grauwe wolk boven het prachtige, kleurrijke koninkrijk te zien waardoor het er een stuk droeviger uitzag.

We stapten door het portaal en meteen leek iedereen op te fleuren. De wolk werd langzaam maar zeker lichter en verdween. In plaats daarvan was een prachtige blauwe lucht te zien met daar in het midden een prachtige regenboog.

"Gegroet mijn onderdanen, we moeten naar de Oudsten, we moeten met de goden spreken," zei Alaida. De menigte mensen spleet in twee als de Dode Zee en maakte plaats voor hun prinses die zo lang was vermist.

We liepen naar een klein hutje en openden het deurtje. Brody had al die tijd niks gezegd en staarde Alaida de hele tijd aan alsof ze een schilderij was in een museum. Young love. Zucht.

Grace zat zacht te gniffelen terwijl ze naar Brody keek. Alaida glimlachte even naar hem en hij werd helemaal rood en keek naar de grond. Terwijl hij naar zijn schoenen keek kon je nog net en glimps van zijn gigantische grijns opvangen. Alaida keek hem nog even aan en richtte zich toen tot de oude man.

"Marcus, mag ik naar de goden toe, deze mensen hebben hulp nodig met het verslaan van de vijand." Ze sprak met een elegante stem en bewoog lichtvoetig, alsof ze zweefde.

"Maar natuurlijk, mijn prinses." Marcus, een oude man met een donkergrijze baard en lichtblauwe ogen, leidde ons naar een kamertje en stopte ons in een glazen lift.

"Jullie hebben geluk," zei hij. "Vroeger moesten ze met de trap." Hij drukte op een knopje en de lift schoot omhoog. We kwamen aan op de regenboog. Een vrouw zat in een troon een pegasus te aaien en keek ons aan.

Ik hapte naar adem. "Saartje? Ben jij godin van de regenboog?" piepte ik.

"Hier noemen ze me Samira en ja, ik ben godin van de regenboog. Mijn broer Zelus is god van de zon, mijn zus Selena is godin van de maan en mijn andere zus Estrela is godin van de sterren."

"Mijn beste vriendin is een godin en ik wist van niks?" Ik deed alsof ik gekwetst was en legde mijn hand op mijn hart. "Maar kun je het glitters laten regenen?"

Ik sprong op en neer toen Saartje, ik bedoel Samira, een handgebaar maakte. Ik keek om me heen maar er gebeurde niks, totdat ik ineens een roze waas om me heen zag. Het stopte na een tijdje en ik stond als een debiel te schudden om de glitters uit mijn kleren te krijgen. Nadat alle glitters uit mijn kleren had gekregen zag ik dat iedereen lachte.

"Wat voor goden zijn je ouders dan?" vroeg ik geïntereseerd.

Samira grijnsde breed. "Mijn vader is god van het land en de dieren en mijn moeder is beschermster van de mensen. We hebben ook een speciale bezorger genaamd Elisa, ze zorgt altijd voor mijn pizza's."

Ik wilde nog meer vragen, maar herinnerde me waarom we überhaubt naar de regenboog zijn gegaan. "We kwamen je familie eigenlijk om hulp vragen. Damian wil ons namelijk vermoorden waardoor er vooral veel menselijke slachtoffers vallen."

<><><><><><><>

Heeeuuii,

Dit hoofdstuk is rond de 1230 woorden (zonder A/N), wat best lang is voor mijn doen. Hopelijk vonden jullie het leuk.

Doei,

Margaux uit 🌈

The wolf deep withinWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu