Jens

526 25 2
                                    

Ik heb het eindelijk gezegd. Ik heb hem in vertrouwen genomen. Was dit wel zo slim van me?

Stel dat hij mij niet geloofd en gaat roddelen? Dan zou ik mijn hele leven spijt hebben.

Ik kijk naar zijn gezicht om zijm reactie te pijlen - die geschokt staat. Dus hij geloofd me?

'D-d... d-d..' sottert hij. Ik leg mijn hand op zijn schouder. 'Rustig Liam' zeg ik. Hij knikt en neemt een diepe teug adem.

'Dat is echt heel erg Jens, het spijt me' zegt hij. Ik haal mijn schouders op. 'Jij kon er niets aan doen' zeg ik en kijk even weg.

'Je mag wel hier even blijven' stelt hij voor. Ik schud mijn hoofd. 'Ik ga jullie niet tot last zijn' zeg ik.

Hij zucht. 'Goed dan, maar als er iets is kom je meteen' zegt hij nep-streng. Glimlachend knik ik.

Zo voelt het dus om vrienden te hebben. 'Goed, ik moet maar eens gaan' zucht ik.

Een beetje stroef kom ik recht. Ik trek mijn t-shirt met lange mouwen weer aan en mijn sweater.

Ik haal een hand door mijn haar en pak mijn lange broek. Vlug verwissel ik mijn broek met de korte broek.

'Dankje voor de broek en de volgende keer neem ik je kleren mee' zeg ik en sta voorzichtig op.

Hij knikt en staat ook recht. 'Wil je het wel nog niet aan je moeder zeggen?' Vraag ik en kijk hem aan.

'Als jij het niet wil, dan doe ik het niet' zegt hij lief terug waarop ik glimlach.

We gaan samen naar beneden waar ik zijn moeder tegen kom. 'Dag mevrouw, ik moet terug naar huis' zeg ik. 'Het is Karen, en blijf je niet mee-eten?' Vraagt ze.

Hoe graag ik het ook wil, hoe graag ik weer eens een normaal avondeten wil eten, het gaat niet.

'Nee mevr- Karen, pap heeft eten gemaakt' lieg ik en kijk naar beneden. Ik ben niet zo voor het liegen, alleen lieg ik over de blauwe plekken.

'Oh oke, een ander keertje dan' zegt ze en haalt haar schouders op waarop ik glimlach.

'Doei Jens' zegt ze. 'Dag mevrouw' zeg ik met een flauwe grijns waarop ze grinnikt.

Liam gaat mee naar de voordeur en opent die. 'Zie je morgen' zegt hij dan. 'Tot morgen' zeg ik.

Ik pak mijn fiets en haal diep adem. Als ik opstap steek ik nog vlug mijn hand eens op en fiets dan de straat thuis.

Als ik bij mijn thuis aankom hoor ik hem tot buiten roepen. 'Jens kom maar even hier' zegt Vivian.

'Dankjewel Vivian' zeg ik dankbaar en stap bij haar binnen. Vivian is een oude maar heel lieve vrouw.

Ze is vaak niet thuis omdat ze een groot deel van de tijd in het ziekenhuis is voor haar man die daar ligt.

Ze weet dat mijn vader drinkt en dan aggresief kan worden. Ik ga op de stoel zitten en zak een beetje onderuit.

'Wanneer komt kleine Jorben nog eens?' Vraag ik. Ze haalt haar schouders op. Jorben is haar kleinkind van 5 jaar.

'Ik zal dat een mijn zoon moeten vragen' zegt ze. 'Met wat kan ik helpen' vraag ik. 'Och jongen, je hoeft helemaal niets te doen' zegt ze sussend.

'Jawel hoor' zeg ik en glimlach. 'Ik doe het me liefde' zeg ik. Ze glimlacht klein. 'Als je wil helpen opruimen..' zegt ze.

Ik knik meteen en sta recht. Ik help haar met de keuken op te ruimen en met mijn aandringen heb ik ook nog haar afwas gedaan.

'Ik moet maar eens naar huis, het is morgen school' zeg ik. Ze knikt begrijpend.

'Dag Vivian' zeg ik en geef haar een dikke knuffel. 'Dag mijn jongen' antwoord ze.

Als je niet wist dat ze mijn buurvrouw is zou je nog denken dat het mijn oma is.

Ik laat haar los en ga naar mijn huis. Zoals gewoonlijk open ik stil de deur en laat hem stil in het slot vallen.

Als ik achter het muurtje kijk zie ik dat hij al in een diepe slaap ligt. Ik zucht en slof naar boven.

Ik maak mijn boekentas klaar en slik. Morgen hebben we turnen. Door de zalfjes is het wel aan een stuk minder.

Ik beluit om er nog eens ijs op te leggen in de hoop dat het zo sneller weg zal trekken. Ik leg het vooral op mijn gezicht en schenen.

Als het ijs warm is leg ik het weer terug. Ik kruip onder mijn dekens en val al vlug in slaap.

De volgende dag word ik wakker. Meteen merk ik dat mijn spieren redelijk los zijn. Ik glimlach. Dit is al een goede start van de dag.

Ik rek met uit en sta recht. Ik neem een vlugge douche. Ook al was het vlug, ik genoot er van.

Fris en wel kom ik aangefietst op school. Ik heb geen ontbijt op waardoor ik nu eigenlijk al honger heb.

Ik negeer het gevoel en stap naar binnen. Eerst 2 uur wiskunde.

Na wiskunde hebben we Frans en Geschiedenis. En eindelijk is het middagpauze.

Ik ga naar het einde van de speelplaats waar niemand is en laat me op een bankje vallen. Ik ga wat onderuit zitten en trek mijn jas wat dichter.

Het vriest namelijk een beetje. Als ik uitadem komen er witte wolkjes wat moet doet denken aan vroeger.

Ik geloof dat vrijwel iedereen eens deet alsof hij rookte. Je bracht je wijsvinger en middenvinger naar je mond en ademde in, daarna blies je de "rook" uit.

Ik glimlach bij die gedachte. De bel gaat en ik sta op, nu turnen en ik heb niets gegeten.

Ik ga op mijn gemakje naar de kleedkamer en kleed me vliegensvlug om. Niemand hoeft de andere blauwe plekken zien.

Buiten het feit dat Liam en zijn moeder het al gezien hebben. We gaan allemaal naar de leerkracht en hij vraagt om stilte.

'Goed, voor opwarming 5 rondjes rennen' roept hij. Hier en daar is wat gezucht.

Maar uiteindelijk beginnen we te lopen

---
Omg het spijt me dat het zolang duurde!!!

That BoyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu