Het is al redelijk laat als ik thuiskom. Ik slik en open heel stil de voordeur.
Als ik hem gesloten heb ga ik op mijn tippen achter het muurtje staan. Ik gluur om het hoekje en zie mijn vader in een diepe slaap.
Ik zucht opgelucht en ga snel naar mijn kamer. Ik besluit om mijn huiswerk nog niet te doen, anders heb ik niets te doen in het weekend.
Ik laat me zakken op mijn bed en kijk enkele minuten nutteloos naar mijn muur.
Dan sta ik weer recht en besluit andere kleren aan te doen, het is te koud om in korte kleding te lopen. Ons huis heeft geen verwarming, er is geld tekort.
Ik doe een lange trainingsbroek aan en een sweater, de kleren van Liam doe ik in de was en steek er nog wat andere was bij.
Als ik het heb opgezet ga ik terug naar mijn kamer en leg mij onder de warme dekens. Langzaam val ik in slaap.
Ik word wakker door bonkende voetstappen. Nog wat slaapdronken draai ik me om.
Mijn deur vliegt met en klap open. Bang schiet ik overeind en zie het gezicht van mijn vader die woedend staat.
'Jij' brult hij met ingehouden woede. 'Door jou is mijn vrouw weg' zegt hij nu woest. 'Die vrouw is mijn moeder' zeg ik boos.
'Sla niet zo een toon tegen mij' zegt hij razend en komt op me af. Zijn vuist komt hard op mijn kaak. Ik laat een pijnlijke kreet horen.
Nogmaals beukt hij in mijn gezicht, maar deze keer in mijn oog. 'Pap, niet doen, dat doet pijn' schreeuw ik.
'Alsof mij dat kan schelen' zegt hij ijzig kalm en beukt op mijn kaak. Mijn tanden klappen op elkaar wat voor een pijnlijke steek zorgt.
Hij pakt me hard bij mijn bovenarm en sleurt me mee uit mijn kamer. 'P-Pap, wat ga je doen?' stotter ik bang.
Hij zegt niets en trekt me nog steeds mee. Hij knijpt steeds harder in mijn arm en ik schreeuw het uit van pijn.
Er is niemand die mij kan helpen. Liam. Vliegt er door mijn hoofd. Maar durf ik het wel vertellen aan hem?
Hoe zal hij reageren? Veel tijd om na te denken heb ik niet. Pap opent de achterdeur met een klap.
Hij duwt mee naar buiten waardoor ik voorover val recht op de stenen. Mijn vader sluit de deur weer en doet hem op slot.
Nu kan ik niet meer naar binnen. En hij noemt zich een vader? Ik zucht en leun met mijn rug tegen de muur.
Ik laat mijn blik over de sterren glijden en sluit daarna mijn ogen. Na een uurtje val ik toch in slaap.
De volgende dag word ik wakker met enorme rug en nekpijn. Ik sta kreunend op en laat mijn rug kraken.
Dat voelt al ietsje beter. Ik stap naar de deur en wil hem openen maar hij is nog steeds op slot.
Als ik via het raam naar binnen kijk zie ik dat hij in een diepe slaap ligt op de zetel.
Ik zucht hopeloos. Mijn blik glijd naar het raam van mijn kamer. Er naast loopt een regenpijp. Zou ik?
Het liefst wil ik gewoon naar het park gaan. Mijn blik glijd naar mijn kleren die helemaal vuil zijn en ook scheurtjes inzitten.
Dan toch maar niet. Ik ga op de tafel staan en pak de regenpijp vast. Ik strek zo ver ik kan mijn armen en neem daar mijn greep vast.
Ik trek me omhoog en klim naar boven. Gelukkig stond mijn raam op een kiertje om het te laten verfrissen.
Ik duw mijn raam verder open en snijd me aan een uitstekense vijs. 'Fuck' mompel ik zachtjes.
Ik klim door mijn raam en laat me meteen op mijn bed zakken. Een gelukzalige zucht verlaat mijn lippen.
Daarna sta ik weer op en doe mijn kamer op slot. Ik heb liever niet dat hij opeens naar binnen stormt.
Ik pak verse kleren en ga onder de douche. Daar was ik me helemaal en zorg dat al het bloed weg is.
Mijn gezicht ziet er echt toegetakeld uit. Zowat mijn hele gezicht is blauw. Ik kan dit echt niet langer volhouden.
Ik moet het aan iemand vertellen. Zou ik het aan Liam vertellen? Ik twijfel.
Ik besluit om eerst mijn huiswerk te doen zodat ik ergens anders aan denk.
Al ik met alles klaar ben besluit ik om al wat verder te werken.
Als ik opkijk van mijn bladeren zie ik dat het al donker is. Ik sluit mijn boeken en zucht.
Ik neem een korte douche en kleed me dan lekker warm aan want het begint steeds kouder te worden.
Ik sta voor de spiegel en bestudeer mijn gezicht. echt bijna alles is blauw door het slaan en vallen op de stenen.
Ik bijt op mijn lip en haal moeizaam een hand door mijn haren. Ik laat mij blik rusten op de grond en ga naar het bed toe.
Vrijwel meteen val ik in slaap.
Ondertussen is het al maandag ochtend. Pap had nog eens hard in mijn buik geschopt.
Ik doe mijn zwarte broek aan en een shirt met lange mouwen. Daarboven doe ik een sweater aan met een kap.
Ik probeer om zoveel mogelijk te verbergen. Ik stap zonder ontbijt op mijn fiets en trap moeizaam naar school.
Heel het weekend heb ik zo goed als niks gegeten. Ik heb al heel lang niet fatsoenlijk gegeten buiten vrijdag als ik bij Liam was.
Liam.
Hij doet iets met me, maar ik weet niet wat. Als ik bijna op school ben doe ik mijn kap zo ver mogelijk op mijn hoofd. Niet iedereen hoeft me zo te zien.
Als ik met fiets neerzet zie ik Liam net aankomen. 'Hee Jens' zegt hij vrolijk. Mijn blik is nog naar de grond gericht.
'Jens?' Vraagt hij en komt voor me staan. Langzaam hef ik mijn hoofd op en kijk recht in zijn blauwe ogen die geschokt staan.
----
Word dit boek wel gelezen?
JE LEEST
That Boy
Roman d'amourLiam is een jongen die heel spontaan is. Hij is met iedereen bevriend en leid een perfect leventje. Diep vanbinnen denkt hij dat hij op jongen valt en door die ene jongen geeft hij langzaam aan toe dat hij op jongens valt. Jens is een jongen die r...