Liam

467 22 1
                                    

Een beetje ongeduldig tik ik met mijn voet op de grond. Ik zucht en kijk naar Nello die een beetje ongerust heen en weer trippelt. Zou er iets zijn?

Nee toch, ik hoor toch helemaal niets. Ik ga op de grond zitten en ga met mijn vingers door de haartjes van Nello zijn vacht.

Ik hoor hoe een deur dichtvalt en mijn blik schiet naar de voordeur maar er is niks te zien.

Ik fros mijn wenkbrauwen en weet even niet wat te doen. Ik hoor een kleine plof en daarna een grotere.

Gescheld vult mijn oren en ik sta wat verward op. Nello piept onrustig en gaat steeds heen en weer.

'Liam, rennen' hoor ik vanachter mij. Ik kijk om en zie Jens met een bang gezicht naar me toe lopen.

'W-Wat' breng ik er verward uit. 'Ren' zegt hij en trekt me mee aan mijn arm. Zijn voordeur gaat met een klap open en een woedende man staat in de deur.

'Alsjeblieft nu' roept hij. Ik knik wat en ren samen met hem weg. Pas in het park stoppen we en kom ik op adem.

Jens daarintegen kijkt constant om zich heen. 'Jens, wat was dat net?' Vraag ik verward. Hij reageert niet en kijkt verder om zich heen.

'Jens' zeg ik hard en pak zijn schouders stevig beet. Hij schrikt duidelijk en tranen beginnen over zijn wangen te rollen.

Melevend kijk ik hem aan en trek hem in een knuffel. Hij slaat zijn armen om me heen en ik word helemaal warm.

Ik schuif die gedachten weg en probeer hem te kalmeren.

Als hij rustig is laat ik hem met een beetje tegenzin los. 'Vertel het me thuis oke?' Zeg ik zachtjes.

Hij knikt en samen gaan we terug naar mijn huis. Ik open de deur voor hem en begeleid hem naar de zetel in de woonkamer.

Hij is nog steeds een beetje in shock. Ik besluit om een warme chocolademelk voor hem te maken.

Ik pak een tas en giet die vol melk die ik dan een minuutje in de microgolfoven steek. Ondertussen dat het opwarmt neem ik de poeder.

Zuchtend pak ik de tas eruit en schep drie lepels poeder in de tas. Ik vraag me echt af wat er is gebeurd.

Ik zet alles terug op zijn plaats en neem de tas mee naar hem. 'Hier' zeg ik en overhandig hem de tas.

Dankbaar kijkt hij me aan en neemt een paar slokken. 'Wil je het nu vertellen?' Vraag ik hopend op een ja.

Traag knikt hij. 'Ik ging via mijn raam, want mijn vader was binnen' zegt hij en hapt een klein beetje naar adem.

'Ik hoorde spullen vallen dus ging ik kijken en ik stond op de trap, en en' zegt hij en hij blijft hangen.

'Rustig' sus ik hem. 'En hij zei, als ik dat jong weer zie zal hij zijn verjaardag nooit meer meemaken' gooit hij er dan uit en barst weer in tranen uit.

Mijn mond zakt open en ik neem hem in mijn armen. Ik fluister allemaal geruststellende woordjes in zijn oor en wrijf over zijn rug.

'Alles gaat goed komen' spreek ik hem toe. 'Ik kan toch niet meer naar huis gaan?' Snikt hij en kijkt me met betraande ogen aan.

'We zeggen het aan mam en dan gaan we een oplossing zoeken' zeg ik hem.

'Nee! Ze mag het niet weten' huilt hij verder. 'Jens, het moet wel. Hoe wil je anders geholpen worden?' Zeg ik een beetje moedeloos.

'Oke, maar alleen jouw ouders dan' zegt hij en kruipt weer in mijn armen.

Ik knik en leg mijn kin op zijn hoofd. Mijn lichaam tintelt en ik voel hoe ik warmer word.

Ik moet deze jongen wel helpen. Ik voel me aangetrokken tot hem en ik weet niet waarom.

That BoyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu