36. Jens

392 19 1
                                    

Met moeite open ik mijn ogen en meteen ga ik rechtop zitten wat pijnlijke steken in mijn hoofd oplevert. 'Waar ben ik?' fluister ik en breng mijn handen naar mijn hoofd, ik knijp mijn ogen dicht tegen de misselijkheid.

Als de pijn wat gezakt is laat ik me voorzichtig uit het bed glijden waar ik op lach. 'Laat dit een nachtmerrie zijn' zeg ik zacht en kijk in paniek om me heen, waar ben ik? Plots gaat de deur open maar het is te donker om te kunnen zien wie de persoon is. 'Wie ben je en wat doe ik hier' zeg ik en voel meteen hoeveel pijn het aan mijn keel doet.

'Rustig, doe jezelf niet pijn' zegt de stem bezorgd en grijpt mijn schouders vast waardoor ik meteen in paniek geraak. 'Laat me los' zeg ik hopeloos en probeer hem van me af te duwen, maar aangezien ik helemaal geen macht heb heeft het niet echt helemaal zin.

'Jens, rustig adem diep in en uit' zegt de persoon. De stem komt me zo bekend voor maar ik kan er net mijn vinger niet op leggen. 'Hoe weet je wie ik ben' zeg ik met moeite omdat ik weer pijnlijke steken krijg. 'Je komt straks te weten wie ik ben, maar ik wil dat je nu rustig op het bed gaat zitten. Ik wil niet dat je pijn hebt' zegt hij en duwt me rustig op het bed.

'Ik ga wat halen voor je' zegt hij en verlaat de kamer. Meteen hoor ik een klik en ik laat mijn schouders hangen, ik kan dus niet weg gaan. Ik ga voorzichtig rechtstaan en stap op mijn hoede naar het raam. Ik schuif het gordijn een beetje opzij en ik moet mijn ogen vernauwen tegen het felle licht. Meteen schiet er hoop door me heen, ik kan via hier weg komen!

Maar zo snel als de hoop is gekomen gaat hij ook weer weg. Ik kijk bedroefd naar de grond die heel ver onder mij zit, ik zit namelijk in een appartement. Als ik voetstappen hoor ga ik meteen weer naar het bed en probeer mijn kloppend hart een beetje rustig te houden.

'Hier' zegt hij en schuift wat op het nachtkastje. Het is een glas water met een pijnstiller veronderstel ik en ook nog iets om te eten. 'Mag ik nu weten wie je bent?' vraag ik aarzelend. 'Eerst wil ik dat je alles opeet en opdrinkt.' zegt hij dwingend. Meteen pak ik het eten en werk het met tegenzin binnen. Als laatste neem ik het glas water en het pilletje waar ik wantrouwig naar kijk. 'Kom op, het is maar een pijnstiller' zeg ik een beetje geïrriteerd. Ik steek het pilletje in mijn mond en drink het glas water op, nu maar hopen dat het echt een pijnstiller is.

'Ik heb alles op, wie ben je?' vraag ik en hij zucht even. 'Ik ben...'


Ik probeer er wat meer spanning in te steken en ik hoop dat het toch een beetje is gelukt... Hebben jullie enig idee wie er achter kan zitten?

That BoyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu