Jens

482 21 5
                                    

Ik doe zijn sweater uit en wil hem neerleggen tot ik zie dat hij naar mijn lichaam staart.

'Jens...' begint hij voorzichtig. 'Je bent echt mager, misschien iets te mager' zegt hij verder.

Ik schud mijn hoofd en doe een verse sweater aan. Liams geur vliegt als een wolk om me heen.

'Ik eet wanneer ik honger heb' lieg ik en kijk naar beneden. Zoals ik al zij, ik kan niet goed liegen.

Hij zucht maar laat het onderwerp liggen, ik doe de rest van mijn routine en al vlug ben ik klaar.

'Dus wat gaan we doen?' Vraagt Liam en bijt nadenkend op zijn lip. Even staar ik ernaar maar wend mijn blik af.

Ik haal mijn schouders en aai Nello die rondje om me heen draait. 'Ik weet het ook niet echt' zegt hij en ploft in de zetel.

'We kunnen gewoon even naar het park met Nello gaan' stel ik vragend voor. Hij knikt goedkeurend en staat weer op.

Hij verdwijnt in de gang en komt  even later terug me twee jassen. 'Anders gaan we even naar mijn huis om je kleren op te halen' zeg ik ook al wil ik dat hij mijn huis niet ziet.

'Ja, dat is goed voor mij' zegt hij en geeft me een jas. Ik trek hem aan en hij doet hetzelfde. Dan gaat hij naar de voordeur.

'Moet hij niet aan de band?' Vraag ik en frons mijn wenkbrauwen lichtjes. Hij schud zijn hoofd. 'Nello is een getrzinde hond' legt hij uit.

'O' breng ik uit en haal mijn schouders op. Ik sluit de deur en ga naast hem stappen. 'Je moet me wel de weg wijzen' zegt hij waarop ik knik.

'Hier naar links' zeg ik en samen stappen we naar links. Een jong koppel met een hondje komen onze richting uit.

Het kleine mormel begint te keffen en tot mijn grote verbazing doet Nello helemaal niks.

'Brave jongen' zegt Liam en knuffelt hem stevig als ze om de hoek zijn. Ik grinnik en wijs de weg tot we er zijn.

Ik slik en kijk hem kort aan. 'Ik wacht hier wel met Nello' zegt hij als hij mijn blik ziet. Ik knik een beetje opgelucht en ga naar de achtertuin.

Ik kijk daar het raampje en zie dat hij wakker is. Foute boel.

Ik besluit om via mijn raam naar binnen te gaan. Liam kan me toch zo niet zien.

Ik ga op de tafel staan en trek me weer op. Als ik binnen ben zie ik dat mijn hele kamer overhoop is gehaald.

Ik wil nu echt in een hoekje kruipen en beginnen huilen. Ik trek mijn rugzak vanonder een stapel boeken en open die.

Ik besluit om mijn schoolboeken erin te doen en wat verse kleren. Ook pak ik Liam zijn kleren.

Ik doe de rugzak op mijn rug en kijk mijn kamer rond. Waar is de tijd dat ik in een gelukkig gezin leefde?

Heb ik dit verdiend? Heb ik dan zoiets slechts gedaan, dat dit mijn verdiende loon is? Ik zucht en open mijn raam wat verder.

Beneden hoor ik veel gestommel en ik vraag me echt af waar hij allemaal mee bezig is. Ik hoor een glas breken en slik nerveus.

Ik doe het raam weer wat dicht en ga naar mijn deur. Ik leg mijn hand op de klink en voel hoe mijn hart sneller begint te kloppen.

Ik duw met een beetje kracht de deur open en een zachte piep vult de ruimte.

Ik open de deur en ga op mijn tippen naar beneden. Ik haar nog iets vallen en mijn vader praat luidop.

'Als ik dat jong weer zie, zal hij zijn verjaardag niet meer meemaken' hoor ik hem zeggen.

Mijn ademhaling versnelt en ik verstevig mijn grip op de trapleuning.

Een soort rare piep verlaat mijn mond en ik weet niet hoe vlug ik het huis moet verlaten.

Ik storm de laatste tredes naar beneden en ren naar de deur.

Maar ik ben te laat, mijn vader staat met een onmenselijke gezicht voor de deur naar mij te kijken.

That BoyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu