* 13 *

242 16 17
                                    

p.o.v Selena

De volgende dag word ik wakker in een kamer en niet in een cel. Ik ga verbaasd rechtop zitten. Waarom ben ik hier? Wie heeft me hier gebracht?

Hades komt binnen. 'Mooi, je bent wakker.'

'Waarom ben ik hier' vraag ik zacht.

'Al nagedacht over mijn vraag?'

'Ja, maar ik weer het nog niet.'

'Want?'

'Ik... ik...'

'Je?'

Ik sla mijn ogen neer. 'Ik heb mijn krachten nog niet' zeg ik zacht.

'Mmh.'

Hij komt op de rand zitten. 'Wanneer krijg je die?'

'Volgens hogepriester Abdias bij volle maan.'

'Dat is vanavond. Kom.'

Hij staat op en ik stap van het bed af. Hij loopt naar de deur en ik loop snel achter hem aan. 'Waar gaan we heen' vraag ik.

'Ik neem je mee naar de vergadering. Als jij je krachten krijgt dan ben ik daarbij.'

'Doet dat pijn?'

'Krachten krijgen niet, krachten afpakken wel.'

Ik kijk eens om me heen. De muren en vloer zijn van zwart gesteente. De deuren zijn van zwart hout. Na even komen we in een grote hal. Er lopen hier hele rare wezens rond met grote vleugels en hoorns. Ik ga wat dichter bij Hades lopen. Hij kijkt om. 'Is er iets?'

'Wat zijn dat' vraag ik.

'Demons, ze lopen hier overal. En ze werken voor mij.'

'U bent geen demon toch?'

'Nee, ik ben een mens. Net zoals jij.'

'Welke krachten heeft u eigenlijk?'

'Zeg is dit een diepte interview?'

'Nee, het spijt me.'

Hij staat stil en draait zich om. 'Het geeft niet, ik ben alleen niet zo gewend aan vragen. Niemand vraagt mij wat meestal.'

Ik knik en hij loopt weer verder. Ik loop achter hem aan. Hij gaat twee grote deuren door. We komen in een grote zaal. De muren zijn van zwart gesteente. Op de vloer liggen zwarte tegels. De tafel die in het midden van de kamer staat is grijs en van hout. Er staan tien stoelen aan iedere kant en aan het hoofd aan de andere kant staat nog een stoel.

Hades kijkt om naar me. 'Ik kan verdwijnen en ergens verschijnen en ik kan bliksem en telekinese besturen.'

'Bliksem?'

Hij knikt. 'En weet u misschien mijn gave?'

'Het maankind hé, mmh even nadenken.'

Hij fronst en zegt dan: 'Volgens mij water.'

'En Helia?'

'Vuur dan.'

Ik knik. Er komen acht mannen binnen. 'Sire' zeggen ze met een buiging.

'Heren' zegt Hades, 'ontmoet mijn nichtje, Selena. De maanprinses.'

'Uwe hoogheid' zeggen ze met een buiging.

Ik slik en kijk Hades aan. 'Geen lessen nog gehad van Abdias' vraagt hij.

Ik schud mijn hoofd. Hij grijnst, 'dan leer ik je zo wel wat. Eerst vergadering.'

Hij loopt naar de stoel links van de stoel die aan het hoofd staat. Hij schuift die naar achter. 'Zit' zegt hij, 'nichtje.'

Ik ga op de stoel zitten en hij gaat aan het hoofd zitten. 'Goed' zegt hij, 'heren zitten en vergaderen.'

De mannen gaan ook zitten en beginnen met praten. Ik let niet op en kijk naar buiten. Het is donker alsof het nacht is maar toch zie ik tussen de donkere wolken door de zon. Opeens staan alle mannen op. Ik kijk weer naar hen. Ze buigen en gaan weg. 'Goed' zegt Hades, 'naar de bibliotheek met jou.'

'De bieb' vraag ik verbaasd.

Hij knikt, 'je moet leren rechtop te lopen. Kom.'

Ik sta op en loop snel achter hem aan. Na een tijdje staat hij stil en opent de twee grote deuren waar we voorstaan. We komen in een mega zaal met overal kasten met boeken en papyrusrollen. Hij pakt een boek en loopt naar me toe. 'Ten eerste leer ik je lopen als een prinses' zegt hij, 'schouders recht, borst vooruit en een boek op je hoofd. Zorg dat die niet valt.'

Ik knik en doe wat hij zei. Hij legt een boek op mijn hoofd en gaat dan in een stoel zitten. 'Loop naar het raam zonder dat het boek valt' zegt hij.

Ik loop beheerst naar het raam en draai me daar om. Ik loop weer terug. Hij let goed op iedere beweging die ik maak. 'Goed zo' zegt hij daarna, 'nu maak je een reverence.'

Ik maak een reverence. 'Perfect' zegt hij, 'nu het spreken. Je bent een meerdere dus zeg je "wij" in plaats van "ik," duidelijk?'

Ik frons, 'ik weet niet of ik dat kan. Abdias zei dat het niet hoefde.'

'Abdias weet niets over dit!'

Ik slik en doe een muizenstapje achteruit. Hij zucht. 'Het spijt me' zegt hij, 'maar Abdias heeft niet altijd gelijk.'

Ik knik zacht. 'Het spijt me' zeg ik.

Hij staat op en wuift het weg. 'Volgend onderdeel is praten' zegt hij, 'geen ongepaste taal en altijd met twee woorden spreken. En altijd u tegen ouderen.'

'Hoe oud bent u eigenlijk?'


twin GirlsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu