Chapter 28

24 0 0
                                    

Tegen de tijd dat Kyle, Dane en Melian in Zweinsveld arriveerde was het gevecht al in volle gang. Bewoners van Zweinsveld probeerde zichzelf in veiligheid te brengen of vochten dapper mee zoals Madame Rosmerta die liep te brullen dat ze het eens moesten wagen om haar café op te blazen anders zou ze hen opblazen. Kyle had zo'n 3 seconden om daarvan te genieten voor hij doorkreeg dat de dooddoeners de overhand kregen en hij en Dane zich beiden in het gevecht stortte hun moeder rende echter tussen de vechtende mensen door richting het krijsende krot. Kyle kon haar niet meer zien door de hoeveelheid aan mensen in de straat en de dementors die rond zweefden en probeerden huizen en winkels binnen te dringen. De waard van de Zweinskop Desiderius, de broer van Albus Perkamentus, stuurde een patronus op de dementors af die probeerde in zijn café te komen. Nu rende er een geit rond in Zweinsveld die her en der dementors terug dreef.
Dane was al snel verstrikt in een duel met een dooddoener maar Kyle was ervan overtuigd dat Dane prima voor zichzelf kon zorgen. Het moment dat Kyle zich ook in het gevecht wilde mengen hoorde hij iemand achter hem zijn naam roepen en hij keek om. Severus kwam net aangerent met getrokken toverstok "Oom Severus." Zei Kyle toen Severus naast hem stond "Waar is Melian?" vroeg hij kort en Kyle wist dat er geen gezellig gesprekje in zat vandaag "Ik geloof dat ze richting het krijsende krot ging naar pap. Ik weet niet of ze daar ook echt heen is." Severus knikte enkel en rende door. Nog geen minuut later stonden Luthien, Revius en Chanelle ineens bij hen "Waar is Anna?" vroeg Kyle met een frons die merkte dat de vriendin van Dane niet aanwezig was "Geen idee... denk je dat haar vader haar weer heeft weggehaald van Zweinstein voor ze aanvielen?" vroeg Luthien die haar ogen niet losliet van het gevecht "Ik weet het niet het zou heel goed moge-" Revius zijn woorden werden abrupt afgekapt door een spreuk die langs hen heen zoefde en achter hen een muur opblies "Ik vind het heel gezellig hier hoor met jullie maar ik ga op zoek naar de dooddoener die mij vorige keer in de ziekenzaal heeft gekregen. Ik wil hem persoonlijk bedanken met mijn toverstok in zijn reet!" zei Chanelle die haar toverstok trok en weg rende. Revius had een grijns op zijn gezicht en schudde zijn hoofd waardoor Luthien en Kyle hem beiden met opgetrokken wenkbrauwen aankeken "Wat?" vroeg hij toen hij merkte dat zijn twee vrienden hem stom stonden aan te gapen. "Waarom die grijns Alast?" vroeg Luthien met een poeslieve stem die maar al te duidelijk liet blijken dat ze precies wist waarom Revius zo stom stond te grijnzen "Ik grijns niet" en de grijns verdween inderdaad en maakte plaats voor een flauwe glimlach "Oh kom op je vind Chanelle leuk!" Kyle rolde met zijn ogen "Om Chanelle's woorden te herhalen, het is heel gezellig maar uh-" hij wees met zijn duim over zijn schouder naar de dooddoeners die nog steeds spreuken in het rond aan het strooien waren en stonden te duelleren "Oh ja natuurlijk! Ik hoop dat de rest van de orde snel hier is ik denk niet dat alleen wij, pap, mijn ma en jou ma het niet kunnen redden hier." Zei Luthien voor ze samen met Revius achter Chanelle aanrende. Kyle wilde wederom zich ook in het gevecht mengen toen hij weer werd tegengehouden. Mocht hij niet mee doen ofzo? Dacht hij geërgerd bij zichzelf. Dit keer was het Christina "Severus?" vroeg ze hijgend "Achter mijn moeder aan gegaan. Richting krijsende krot." Was het enige wat Kyle zei voor hij nu wel echt het gevecht in dook.

Het was een grote bende, half Zweinsveld lag in puin, er lagen overal gewonde mensen op de grond, huizen waren opgeblazen (waaronder de Drie bezemstelen van Madame Rosmerta die buiten zichzelf was geweest van woede) en iedereen was moe maar niemand stopte met vechten. Het leek alsof ze al uren bezig waren en dat was ook het geval, het begon donker te worden. De docenten van Zweinstein, en de leden van de Orde waren al vrij snel gearriveerd nadat Christina het bericht had gestuurd maar de dooddoeners waren nog steeds in de meerderheid. Door het aantal patronussen dat rond rende waren de dementors tijdelijk terug gedreven maar niemand wist hoelang de patronussen zouden standhouden. Kyle keek op naar de lucht die donker begon te worden en hij wist dat het niet lang meer zou duren voor ze het gehuil van zijn vader zouden kunnen horen vanuit het Krijsende krot. Luthien stond naast hem, ze had haar toverstok in haar andere hand omdat haar toverstok arm gebroken was en ze die amper kon bewegen zonder extreem veel pijn te hebben. Dane, aan Kyle's andere kant leunde tegen de muur aan en kon amper rechtop staan. Kyle zelf was moe maar weigerde weg te rennen of op te geven. Hij had zijn moeder al die tijd niet meer gezien, Severus en Christina waren beiden in een duel verwikkeld, Severus stond te vechten met Bellatrix die nooit de moeite nam om haar masker op te doen en Christina had het zwaar met Dolochov, die ervoor had gezorgd dat Sirius in het St. Holisto terecht was gekomen. Het was duidelijk dat Chris dat ook wist gezien ze Dolochov met zoveel haat aankeek dat het Kyle verbaasde dat hij niet gewoon ter plekke dood was neergevallen. Luthien kreunde even en Kyle draaide zich kort naar haar toe "Gaat het?"
"M'n arm." Gromde Luthien met opeen geklemde kaken. Kyle pakte voorzichtig haar arm beet "Ik kan het niet helen maar kan wel zorgen dat je er misschien wat minder pijn van heb." Zei hij terwijl hij vanuit zijn ooghoeken de boel in de gaten hield om te controleren of ze niet ineens werden aangevallen. Revius en Chanelle stonden een stukje voor hun te vechten samen met de docenten terwijl zij even op adem kwamen "Alles is beter dan dit." Mompelde Luthien die lijkwit was en eruit zag alsof ze elk moment neer kon gaan, Kyle knikte en richtte zijn toverstok op Luthien's arm "Finite" mompelde hij en haar arm zat in een spalk (zoals Remus had gedaan in deel 3 bij Ron's been) "Dankje dat is inderdaad beter." Mompelde Luthien dankbaar tegen haar neefje die knikte en omkeek en direct op scherp stond. Er waren een paar dooddoeners door de orde leden en docenten heen gebroken en het was weer een chaos waardoor je amper kon zien wie nou precies met wie vocht. Het enige wat Kyle ineens zag was een spreuk die op hen af kwam suizen, nou ja, hen, de spreuk vloog recht op Luthien af die haar toverstok wilde opheffen om haarzelf te beschermen maar Kyle kon zien dat, dat al te laat was. Nog voor hij zelf een schild tussen haar en de spreuk kon uitspreken stond er al een waar de spreuk tegenaan kaatste en tegen een muur aanknalde. Zowel Kyle als Luthien en Dane keken alle drie om, om te zien wie de schildspreuk had gebruikt en hun monden vielen open van verbazing "Sirius!" riep Luthien dolbij maar ook verbijsterd. Sirius had een serieuze blik, toverstok opgeheven en kwam naar hen toe gelopen terwijl hij het gevecht in de gaten hield "Sirius hoe-" Sirius hield zijn hand op om Dane het zwijgen op te leggen "Geen tijd voor nu. Luister." Zei hij en ze vielen alle drie stil en luisterde maar het enige wat Kyle hoorde was het geschreeuw van de vechtende mensen, en ontploffingen als er weer eens iets werd opgeblazen. Pas toen Sirius naar de lucht wees zag Kyle de maan en nu luisterde hij beter. Hij schrok op toen hij het gehuil hoorde maar het was dichterbij dan hij had verwacht "Ik hoor niets anders dan het gebrul." Zei Dane met een vragende blik op Sirius "Ik ook niet." Stemde Luthien in "Pap.." Kyle keek naar het Krijsende krot in de verte en Sirius knikte "Remus." "Sirius, hoe -" "Geen tijd voor Luthien luister naar me, als we dit allemaal overleven zal ik vertellen hoe ik wakker werd en ervandoor ben gegaan toen ik opving dat er een gevecht in Zweinsveld gaande was maar nu hebben we denk ik wat belangrijkere dingen aan ons hoofd. Waar is iedereen?" Luthien kon het nog steeds niet geheel bevatten en raakte zijn arm aan, waarschijnlijk om te controleren of hij echt was. "Christina en Severus zijn daar verderop aan het duelleren, ik heb mam al een tijdje niet gezien die rende richting het Krijsende krot toen we hier aankwamen een paar uur geleden." Sirius keek naar Kyle die antwoord had gegeven en knikte "Let goed op jezelf." Zei hij voor hij snel een kus op Luthien's voorhoofd drukte, in een hond veranderde en wegrende. "Wauw." Was het enige wat Dane wist uit te brengen. Luthien, nog steeds te verbaasd om woorden te vormen staarde naar de plek waar Sirius zojuist uit het zicht was verdwenen. Kyle schudde haar even door elkaar en ze schrok op uit haar trance "Sirius is wakker, hij is oke en hij vecht nu laten we hen gaan helpen voor hij straks weer in het St. Holisto terecht komt of iemand anders van ons." Luthien knikte, pakte haar toverstok wat beter beet en ze mengde zich wederom in het gevecht.
Het duurde echter niet lang voor er weer iets ontplofte alleen niet in de buurt van hen. Dane en Kyle keken beiden verschrikt naar het Krijsende krot dat in lichterlaaie stond "PAP!" riep Dane met grote ogen "Nee Dane!" Kyle greep Dane bij de achterkant van zijn gewaad zodat hij niet verder kon rennen "Ben je gek! Pap weet niet wat hij doet nu wil je dood ofzo!" "Hij is daar binnen Kyle je bent toch niet serieus van plan niets te doen?!" "Nee natuurlijk niet idioot maar je kan er niet zomaar op af rennen!" Dane stopte met tegenstribbelen "Laten we snel mam gaan zoe-" maar Melian zoeken was niet nodig. Die kwam al keihard aangerent "Wegwezen! Remus is uit het krijsende krot gebroken en komt deze kant op!" riep Melian maar Kyle en Dane waren geen van beiden van plan om te rennen, zeer zeker niet nu er allemaal dooddoeners ook doorhadden dat het krijsende krot in de hens stond. Kyle keek toe hoe de weerwolf dichterbij kwam en een dooddoener opzij maaide en hij moest even een grijns onderdrukken, zijn vader mocht dan niet precies weten wat hij deed maar hij koos wel de juiste persoon uit om opzij te gooien zonder dat het hem moeite leek te kosten. Er sprong een groot zwart beest op Remus af en Kyle besefte dat, dat Sirius was die probeerde zijn vader weg te trekken van het gevecht "Moeten we Sirius niet helpen pap hier weg te krijgen?" vroeg Dane benauwd die ook toekeek "En dan? Tussen de kaken van Sirius of pap terecht komen? nee dank u zeer ik sta hier prima." Maar niet voor lang, het duurde namelijk niet lang voor Remus, Sirius van zich af had weten te werpen en Sirius een stuk werd weggeslingerd. Remus concentreerde zich toen, op de overige aanwezigen die ineens allemaal hetzelfde idee hadden. Rennen.
Remus schoot door de straat heen en Kyle merkte dat hij steeds meer hun richting in kwam "Uh, ik hou van pap maar ik denk dat we hier weg moeten wezen." Zei Dane die het ook al had gezien. "Mijn idee." Kyle trok Dane mee uit de baan van Remus zijn aanvallen en ze wisten zijn klauwen te ontwijken. "Dat...was net op tijd." Dane was bleek maar leek opgelucht "We zijn nog niet zover." Remus was duidelijk vastbesloten zoveel mogelijk mensen neer te halen en Kyle hield zichzelf sterk voor dat hij niet wist wat hij deed. Maar de dooddoeners hadden blijkbaar niet veel zin om neergeslagen te worden door een weerwolf en dus begonnen ze vervloekingen op hem af te schieten. Kyle en Dane op hun beurt, spraken een schildspreuk uit die de meeste vervloekingen tijdelijk wist tegen te houden. Sirius kwam weer aangerend nu als mens en liep een beetje moeilijk "Sirius, gaat het?" "Prima." Gromde Sirius die duidelijk een beetje boos was en Remus zijn kant op keek "Ik kan hem niet tegen houden en hij heeft duidelijk de wolfswortel drank niet ingenomen." Ah. Sirius was boos op Sneep omdat hij de drank niet was komen brengen...of Remus had het gewoon niet ingenomen. Dat was een zorg voor later in ieder geval. Kyle ving uit zijn ooghoeken op dat Remus op Melian af was gegaan. Melian probeerde bij Remus binnen te dringen, zijn naam schreeuwen, roepen dat ze van hem hield maar hij leek het niet eens te horen. Kyle's maag maakte drie dubbele salto's. Melian zou Remus niet vervloeken, wolf of niet. "PAP NEE!" zonder erbij na te denken rende Kyle richting zijn ouders toe en voor Remus kon uithalen naar Melian, gooide Kyle zijn hele gewicht tegen zijn vader aan en samen tuimelde ze op de grond. Kyle rolde om en keek op naar Remus die alweer overeind kwam en zich nu op hem richtte "Kyle!" Dane en Melian werden beiden tegen gehouden, Severus en Christina hielden Melian vast, terwijl Sirius en Revius Dane met alle macht tegen probeerde te houden en Sirius had hem half in een wurg greep. Chanelle en Luthien, beiden lijkbleek, stonden toe te kijken hoe Kyle en Remus tegenover elkaar stonden "Pap, ik ben het Kyle. Je zoon." Begon Kyle rustig terwijl hij zijn handen omhoog hield. Zijn toverstok lag op de grond een paar meter bij hem vandaan dus daar had hij weinig aan. Remus keek hem recht aan met zijn wolven ogen en Kyle keek terug, ergens in die ogen zag hij ook de vriendelijke bruine ogen van zijn vader, zijn eigen ogen, en het leek alsof Remus dat ook bij Kyle zag. Hij stopte met op Kyle aflopen en zakte op de grond neer. Kyle haalde diep adem en keek verbaasd toe hoe Remus rustig en beheerst naar hem keek alsof hij hem herkende. "KYLE!" Kyle's blik werd van Remus los gescheurd door Sirius die naar hem schreeuwde, Amycus stond achter Remus met zijn toverstok op de weerwolf gericht, een krankzinnige grijns op zijn gezicht en Kyle sprong wederom zonder na te denken op zijn toverstok af, richtte die op Amycus en zonder dat hij een spreuk zei, of ook maar aan een spreuk dacht, schoot er wel een uit zijn toverstok die Amycus vol in het gezicht raakte, die zou niet meer zo knap zijn als hij zou herstellen, Amycus vloog achteruit en bleef roerloos op de grond liggen. Remus was overeind gesprongen en had zich omgedraaid maar toen hij zag dat de dreiging die zich had gevormd alweer weg was, liep hij naar Kyle toe en ging bij hem zitten. Kyle voelde zijn ogen branden en keek zijn vader verbijsterd aan. Hij zag zijn eigen reflectie in de ogen van Remus en schrok zich zo ongeveer een ongeluk, zijn ogen waren geel! Zoals die van zijn vader waren als hij net was getransformeerd... Hij sloot zijn ogen en opende ze na een tijdje weer om te controleren of hij het zich wellicht had verbeeld maar dat was niet het geval. "Kyle?" Kyle verstijfde. Nu pas merkte hij dat het gevecht minder was geworden, er klonken nog vage knallen maar verder schenen de dooddoeners verdwenen te zijn. Amycus lag er nog steeds een beetje triest bij, net als enkele andere dooddoeners maar ook bewoners van Zweinsveld en enkele orde leden waren ook gewond. "Kyle, leidt je vader naar het verboden bos." Zei Melian voorzichtig. "Waarom? Hij doet niets meer." Zei Kyle met een frons maar weigerde zich om te draaien "Daar kan hij gewoon zijn gang gaan." "Je weet dat pap dat haat mam." "Kyle Remus Lupos doe wat er word gezegd!" Kyle draaide zich met een ruk om toen zijn volledige naam werd gezegd en Melian hapte naar adem toen ze zijn ogen zag. Dane's mond viel open, Chanelle en Luthien slaakte een kreetje, Sirius viel bijna om van verbazing, Revius had grote verbijsterde ogen opgezet, Christina keek naar Severus voor uitleg maar Severus keek enkel licht geïnteresseerd toe. "Wat?" gromde Kyle geërgerd. "Je .. je ogen." Dane wilde naar hem toe lopen maar op dat moment gromde Remus zacht en bleef Dane maar staan waar die stond. "Je hebt wolven ogen." Mompelde Luthien verbijsterd ook zij keek naar haar vader "Waarom kijken jullie naar mij? Ik ben geen expert op het gebied van weerwolven!" zei Severus droog. "Nee dat is pap." "Ja en daar hebben we nu niet veel aan is het wel? Die zit namelijk nog net geen poot te geven aan Kyle." Wederom gromde Remus alsof hij had begrepen wat Luthien had gezegd. "Ik denk dat je opmerking niet word gewaardeerd Luth." Mompelde Kyle met een grijns.

Bleed ForeverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu