Ik had gedacht dat ik het labyrint van eindeloze gangen na een paar dagen wel als een plattegrond voor me zou zien, zoals ik elk klein steegje in Nursa kende tijdens mijn vele zwerftochten door de stad, maar ik voelde me nog steeds even verdwaald als op de dag van mijn aankomst.
Gelukkig was ik deze keer niet alleen. Ik volgde mijn kamergenoten, met natuurlijk niemand minder dan Masani op kop. Tot nu toe was er nog niet veel te zien geweest; we stapten door gangen die je nauwelijks van elkaar kon onderscheiden omdat ze bijna volledig identiek waren. Er werd ook niet zo veel gesproken en ik was niet degene die daar verandering in zou brengen.
'Waar gaan we naartoe?' bromde Rachel uiteindelijk.
'Geen idee,' antwoordde Masani. 'Suggesties zijn altijd welkom.'
We vertraagden en keken elkaar afwachtend aan. Ik keek om me heen, alsof ik plots een onbekende doorgang of een interessant object zou bemerken dat me op ideeën kon brengen. Al snel constateerde ik echter dat er helemaal niets te zien was; de gangen waren saai en kaal.
Francesca zuchtte. 'Hier is gewoon geen zak te zien.'
'Tja, had je dan gedacht dat ze hier een cinemazaal of een zwembad met palmbomen voor ons zouden zetten? Dit is geen hotel voor een decadent plezierreisje; dit is een trainingskamp, enkel en alleen gemaakt om te trainen en proeven af te nemen en daarna gaan we allemaal dood.'
De woorden waren afkomstig van Rachel. Voor deze keer moest ik haar wel gelijk geven. Ik weet ook niet precies wat ik dan had verwacht van heel dit kamp. In de eerste plaats hoorde ik hier gewoon niet thuis. Dan dacht ik echter aan mijn zusjes, Mona en Nel, die mijlenver van mij vandaan in eenzelfde kamp zaten als ik. Zouden zij op dit moment in dezelfde soort gang staan als ik? Stonden zij nu ook in het blauwige schijnsel van de lantaarns, omsingeld door majestueuze poorten in een verlaten, zanderige vlakte ver weg van de bewoonde wereld? Zouden ze huilen, beven van angst of zouden ze zich net heel moedig houden? Zouden ze nu aan mij denken?
'Het kan niet dat we alles al gezien hebben.' Masani spreidde zijn armen uit in de lucht. 'Dit gebouw is gigantisch groot. Ik vraag me af waar die mevrouw Volt en alle andere leiders van dit kamp huizen. Wat doen zij om hun tijd hier te verdrijven?'
Rachel snoof. 'Ze hebben vast wel hun chique privévertrekken, waar ze op dit moment overdadig zitten te dineren en vol leedvermaak zitten te lachen om wat het arme volk hier allemaal moet meemaken.'
'Denk je echt dat ze zo slecht zijn?' vroeg Huan.
'Ach, doe niet zo naïef. Denk je echt dat die stinkerds met ons inzitten? Als ze een beetje moeite zouden doen, zouden we best met z'n allen op de maan kunnen. Nee, zij zien dit als de ideale gelegenheid om nog meer een apart wereldje voor de elite af te schermen en zich voor eens en voor altijd los te rukken van het arme gepeupel dat wij zijn.'
'Dus dit is gewoon allemaal een politiek spelletje?' pikte Elias in.
Rachel knikte resoluut.
Voor een moment zei niemand nog iets, alsof haar woorden bij iedereen bezonken. Ik was lange tijd een van hen. Ik was een van die naïevelingen die werkelijk dacht dat de overheid enkel bestond uit idealisten met een zuiver hart, mensen die het beste over hadden met het volk. Mijn vader had immers een baan bij het Publicaanse Paleis, het belangrijkste bestuursorgaan ter wereld, en hij was goed, dus dan was toch iedereen die daar werkte goed?
'Wat er ook van zij, ik weiger deel te nemen aan dit soort negatieve gedachten.' De woorden waren afkomstig van Masani. 'Noem me naïef, maar ik geloof niet dat de wereld werkelijk zo slecht in elkaar zit als jij het voorstelt, Rachel.'
Nu ik hen zo recht tegenover elkaar zag staan, Masani en Rachel, realiseerde ik me dat er geen grotere tegenstellingen konden bestaan. Ze waren als Yin en Yang, als regen en zonneschijn, als zwart en wit.

JE LEEST
Maanvlucht
Science FictionIn het jaar 2090 is de mensheid de wanhoop nabij; ontelbare aardbevingen, verwoestende stormen en ondraaglijke hittegolven hadden al het leven van ettelijke miljarden levende wezens genomen en de menselijke populatie blijft slinken samen met de hoop...