Een minuscuul streepje licht drong door een kier van de met hout betimmerde opening in de muur, waar normaal gezien een raam had moeten staan; na de aardbeving was nog steeds niet alles hersteld en een nieuw raam laten plaatsen konden we ons echt niet meteen veroorloven. De duisternis zou langzaam doorbroken worden door de opkomende zonnestralen en de nacht zou plaats maken voor de dageraad.
Ik had de hele nacht geen oog dicht gedaan, maar ondanks dat voelde mijn hoofd niet zwaar of overspannen aan. Net het tegenovergestelde was waar: ik voelde een soort ongekende rust zachtjes door mijn hoofd stromen en het voelde ongelooflijk fijn.
Mijn vingers begroeven zich in het dunne, bevlekte matras van mijn bed en met een zucht zette ik mezelf rechtop. Op het eerste gezicht leek dit weer een normale dag te worden zoals er duizenden andere waren, maar een stemmetje in mijn hoofd deed me er steeds aan herinneren dat dit allesbehalve het geval was. Vandaag zou ik vertrekken.
Plots hoorde ik een zacht geklop tegen de krakkemikkige deur van mijn kamer, waarna deze langzaam open gleed. Een niet al te onbekende schim verscheen in de deuropening en kwam steeds dichterbij.
'Hoe voel je je?'
Het was de zachte stem van mijn moeder, die bezorgd een hand op mijn voorhoofd legde en me met grote ogen aankeek.
Niet goed wetende wat ik moest antwoorden, maakte ik een onbeduidend knikje met mijn hoofd dat noch ontkennend, noch bevestigend was. Ik stond op een scharnierpunt in mijn leven, dus dan was het toch normaal dat ik niet helder kon nadenken?
'Zorg er wel voor dat je niet te lang meer blijft liggen, want anders geraken we in tijdnood en dat is het laatste wat we op dit moment willen, toch?' zei mijn moeder, terwijl ze met haar vingertoppen over mijn haar streek en er quasi-onverstaanbaar aan toevoegde: 'Maar geniet toch nog maar even van je laatste uurtjes hier.'
Ik knikte nogmaals.
De laatste uren... De laatste uren in dit krottige appartement. De laatste uren in Nursa. De laatste uren met mijn familie. Het leek bijna onwezenlijk. Even had ik de intentie om mezelf in mijn arm te knijpen om me ervan te vergewissen dat ik niet in een droom was terecht gekomen, maar dat deed ik niet. Omdat dit een vrij belachelijke actie was, maar vooral omdat ik er honderd procent zeker van was dat ik niet in slaaptoestand verkeerde. Het was ècht. Hoe zeer ik ook gehoopt had van niet, het was echt.
Ik veegde met mijn duim de prut uit mijn ogen en geeuwde de slaap uit mijn lichaam. Veel rust zou ik de volgende weken en dagen waarschijnlijk niet meer krijgen, dus ik zou er maar gewoon aan moeten worden.
Mijn moeder stond op het punt mijn kamer weer te verlaten, maar ik kon haar nog net bij de arm grijpen en haar zachtjes naar me toetrekken.
'Ik ga niet,' mompelde ik bloedserieus, terwijl ik haar recht in de ogen aankeek.
Ik zag dat ze schrok van mijn plotse woorden. Ze leek even na te denken en antwoordde dan: 'Wat zei je daar?'
Ik haalde mijn schouders op, liet mijn kin op mijn knieën rusten en klemde er vervolgens mijn armen om heen. 'Ik ga niet.'
Mijn moeder schoot recht en ik zag hoe ze me met ongeloof aankeek. 'Hoezo ga je niet? Natuurlijk ga je wel, Femke! Wat kraam je nu voor onzin uit?'
'Wat heeft het voor zin? Ik kan helemaal niets doen daar alleen op de maan, indien ik zelfs al gekozen word. Zonder jullie hoeft het voor mij allemaal niet.'
Ze slikte. 'Maar Femke, -'
'Nee, ik wil het niet horen,' onderbrak ik haar bruusk.
Ik was oud genoeg om zelf over mijn toekomst te beslissen, dus het was toch mijn keuze? Ik vond het helemaal niet eerlijk tegenover mijn familie; ik mocht wel en zij niet. Ik bleef nog liever op aarde met mijn familie, dan dat ik helemaal alleen op een onbekende plek terecht kwam waar ik helemaal niemand kende.

JE LEEST
Maanvlucht
Science FictionIn het jaar 2090 is de mensheid de wanhoop nabij; ontelbare aardbevingen, verwoestende stormen en ondraaglijke hittegolven hadden al het leven van ettelijke miljarden levende wezens genomen en de menselijke populatie blijft slinken samen met de hoop...