21. Truth or Dare?

876 51 58
                                        

Voor het eerst sinds lange tijd regende het. Alsof de hemel wat te compenseren had, vielen de druppels als bakstenen naar beneden en maakten van het binnenplein een regelrechte modderpoel; ze waren hier duidelijk niet op voorzien. Ik sloot mijn ogen en genoot van het gevoel van de gutsende regen, de vochtige lucht en het constante gekletter en gespetter.

Liefst bleef ik hier de hele dag staan, hoe doorweekt ik ook mocht zijn. Na alle droogte was de plotse regen een hemelgeschenk. Het donkere wolkenpak boven mijn hoofd maakte me rustig. Voor mijn part mocht dit eeuwig blijven duren.

Het was dan ook niet mijn eigen keuze om binnen te gaan schuilen; mijn kamergenoten waren blijkbaar niet zo gesteld op deze hevige regenbui en om de een of andere reden wilde ik hen niet kwijtraken. Nochtans stond ik altijd bekend als een einzelgänger. Nu had ik echter nood aan de veiligheid van een groep.

We schuilden in een kleine hal, waar enkele bankjes waren neergezet. De vloer stond vol bruine plasjes en voetafdrukken, terwijl het verschrikkelijk tochtte binnen. Desondanks was het er rustig en de kalmerende nawerkingen die de regen op mij had, deden me het gebrek aan gezelligheid al snel vergeten.

Ik zag dat Rachel zich had afgezonderd in een hoekje, op minstens enkele meters van de rest van onze groep. Masani wenkte subtiel naar haar en ik wist meteen waarop hij doelde. Ik had namelijk beloofd dat ik met haar zou praten. Met lichte tegenzin stond ik op. Dit zou toch niet werken.

Het voelde net alsof ik een mondeling examen moest afleggen; klamme handen, bonzend hart, knoop in de onderbuik, spraakstoornis. Alleen had ik nu eerder de rol van de examinator: ik hoefde enkel te luisteren, met dat verschil dat er geen goede of foute antwoorden waren. Een ander verschil was dat ik niet wist óf ik wel antwoord zou krijgen.

Ik liep langzaam op haar toe, terwijl ik mijn handen wat onhandig naast mijn lichaam liet hangen. Het meisje keek niet op, maar ik was er vrijwel zeker van dat ze mijn aanwezigheid had opgemerkt. Ze had haar knieën opgetrokken en keek strak naar een punt voor zich.

Ik wachtte. Zei niets. Stond daar enkel, mijn armen losjes gekruist en bijtend op mijn lip. Enkel het geroezemoes in de hal verdoezelde de stilte.

Toen ging ik naast haar zitten, met mijn rug tegen de muur en mijn knieën evenals opgetrokken. Nog steeds geen reactie. Zo bleven we daar minstens een vijftal minuten zitten.

'Rachel- ' Mijn stem klonk nog schor. 'Ik wilde...'

Haar hoofd draaide in een hoek van negentig graden in mijn richting. Haar ogen stonden leeg. 'Laat me raden: je wilde met me praten?'

Het klonk niet per se verwijtend, in tegenstelling tot wat ik had verwacht. Het klonk eerder... Gelaten? Het stelde me in ieder geval gerust om het gesprek aan te vangen. Misschien zou het toch meevallen.

Ik knikte.

'Hebben jullie dit onderling afgesproken?'

'Wie?' antwoordde ik schijnbaar verrast, hoewel ik natuurlijk maar al te goed wist waarover ze het had.

'Jij en de rest. Masani heeft het je vast gevraagd.'

Ik wendde mijn blik af en dat was voor Rachel genoeg om te concluderen dat ze het juist had. Het leek altijd alsof ze te zeer op zichzelf was om aandacht te hebben voor wat anderen deden, maar die meid zag meer dan ze op het eerste gezicht liet uitschijnen. Ontkennen had dan ook geen zin.

'Ach, denk maar niet dat je de eerste bent die dat probeert. Mensen willen altijd maar praten. Ik heb alleen helemaal niets te zeggen.'

'Ik wil je ook zeker niet verplichten,' zei ik. Ik friemelde aan de boord van mijn blouse. 'Ik kan best begrijpen dat je niet met mij wil praten. Tenslotte kennen we elkaar amper. Je hebt vast geen behoefte om zomaar met een volslagen vreemdeling als ik je diepste gevoelens te delen.'

MaanvluchtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu