Het is gek hoe je stemming in één keer kan omslaan, door niets anders dan een paar luttele woorden van een enkel persoon. Francesca had dreigende taal gesproken; ik moest hoe dan ook uit de buurt blijven van Elias. Dat was niet mis te verstaan. Ik begreep alleen niet waarom. Wist zij soms iets dat ik niet wist? Was ze wél een goedhartig persoon en wilde ze me oprecht behoeden voor een duister geheim dat Elias voor ons allen verborgen hield? Had hij iets op zijn kerfstok? Tenslotte wist ik eigenlijk zo goed als niets van hem. Schijn bedriegt wel eens, toch?
Ik had echter het gevoel dat er iets anders speelde. Francesca gedroeg zich al een tijdje vreemd in de buurt van Elias. Bovendien was ik haar zure blik niet vergeten van de avond voordien. Waarschijnlijk kon ze het gewoon niet verkroppen wanneer hij in mijn buurt was. Was ze soms jaloers?
Eigenlijk had Francesca geen reden om zich zorgen te maken. Tot nu toe was er namelijk nog niets gebeurd tussen Elias en mij. Ik wist niet eens of ik hem een vriend kon noemen.
Toen voelde ik het plots weer: de klap die hij me de dag eerder had gegeven op mijn wang. Hoewel het best een pijnlijke herinnering was, gaf het me een warm en kriebelend gevoel in mijn onderbuik.
Toch probeerde ik het gevoel te verdringen. Wat als het waar was? Wat als hij op een dag toenadering zou zoeken? Ik wist niet of ik dat wel wilde. Ik kon het gewoon niet maken. Niet tegenover mezelf en niet tegenover hem. Niet te vergeten zaten we nog steeds op een verrekt maankamp en was de kans groot dat onze wegen binnen drie dagen zouden scheiden, hetzij omdat de ene naar de maan gaat en de andere op aarde achterblijf, hetzij omdat we beiden terug zouden gaan naar onze huiselijke verplichtingen. Wat had het voor zin om nu iets op te bouwen? Het was als een blokkentoren maken en al op voorhand weten dat hij zou instorten. Die pijn wilde ik zowel mezelf als hem besparen.
Daarenboven - en misschien was het dwaas - had ik het gevoel dat ik dit niet kon maken tegenover Rachel. Ik was onze kus nog niet vergeten. Ze had zich helemaal aan me blootgegeven. De afgelopen dagen waren emotioneel zo slopend geweest. Eerlijk gezegd had ik wel wat andere dingen aan mijn hoofd. Het was niet het moment om me als een verliefd veulen te gedragen.
'Femke, let je wel op?'
Het was Masani, die me met opgetrokken wenkbrauwen aankeek. We stonden nog steeds op het binnenplein. Het grootste deel van de Tribuni was intussen naar ergens anders verdwenen, waardoor mijn kamergenoten en ik bijna alleen waren.
'Zei je soms iets?' vroeg ik wat suf.
'Zo, jouw gedachten zaten precies ver.' Hij schoot lichtjes in de lach. 'Ik vroeg je net of je het goed vindt dat we naar binnen gaan. Naar het schijnt heeft de kampleiding enkele kamers ingericht waar je je creativiteit wat kan laten botvieren.'
Ik haalde ietwat onverschillig mijn schouders op. 'Voor mij is het prima.'
Onderweg naar binnen probeerde ik zoveel mogelijk afstand te houden van Elias, al kostte me dat meer moeite dan ik verhoopt had. Gelukkig maakte hij zelf ook niet meteen aanstalten om naast me te komen lopen. Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat Francesca me nauwlettend in de gaten hield.
Uiteindelijk kwamen we aan in een middelgrote kamer, waarin reeds enkele Tribuni volop bezig waren met de voorbereiding voor de test die ons later die dag zou voorgeschoteld worden. Hier en daar stonden enkelen geconcentreerd achter een schildersezel, verfkwasten losjes in de handen. Elders waren er die op een muziekinstrument stonden te tokkelen, strijken, roffelen. Verder waren er ook nog hoeken waarin allerlei stofjes en materialen waren uitgestald, klaar om er nieuwe dingen mee te creëren.
Het leek wel alsof heel het kamp plots opgestaan was uit een grijze leegte; plots hadden de muren een likje verf gekregen, meteen in de meest felle kleuren die je je kon voorstellen. Ik durfde bijna denken dat een regenboog het hele gebouw genadeloos had ondergekotst. Blijkbaar kenden ze hier niet zoiets als de gulden middenweg.

JE LEEST
Maanvlucht
Science FictionIn het jaar 2090 is de mensheid de wanhoop nabij; ontelbare aardbevingen, verwoestende stormen en ondraaglijke hittegolven hadden al het leven van ettelijke miljarden levende wezens genomen en de menselijke populatie blijft slinken samen met de hoop...