1. Bloed, zweet en tranen

4.1K 256 138
                                    

'Kom op, Nel, het is maar een klein prikje. Even op je tanden bijten en het is voorbij voor je het zelf weet.' Ik probeerde mijn jongere zusje te sussen en klemde mijn beide handen bemoedigend rond die van het kleine meisje. Nel begon echter opnieuw te huilen en spartelde wanhopig tegen, waardoor het onmogelijk was voor mijn moeder om de naald voorzichtig in haar arm te steken. Zo zaten we daar al een hele namiddag en de tevergeefse pogingen begonnen hun tol te eisen.

'Vervelend kind! Houd je nu toch eens gewoon stil! Op deze manier gaat dit nog eeuwen duren!' riep mijn moeder in een vlaag van ingehouden ergernissen uit. Ze was haar geduld verloren en keek haar jongste dochter met een wrevelige blik aan.

'Mam, doe rustig! Het is maar een kind!' Ik aaide rustgevend met mijn vingertoppen over de goudblonde haren van mijn zusje en drukte me tegen haar aan. Ik sloeg mijn armen om Nels schouders en plantte een kusje op haar hoofd. Vervolgens veegde ik met mijn duim de zoute tranen van haar wangen en keek haar recht in de ogen aan. 'Je kan dit, Nel. Ik geloof in je.'

Nel knikte even bedeesd en kneep haar ogen tot spleetjes, die omlijnd waren met een rood randje dat veroorzaakt was door de vele tranen die erlangs waren gepasseerd. Ze spreidde haar arm uit en probeerde zich stil te houden, al was duidelijk te zien dat ze van binnen dood ging van nervositeit.

Ik knikte even kort naar mijn moeder, als een bevestigend teken dat ze de naald in de arm van Nel mocht planten. Mam telde inwendig tot drie en prikte dan zorgvuldig met de naald in de huid van Nel, die geen krimp gaf. Het reservoir van de spuit vulde zich met het donkerrode bloed dat enkele seconden daarvoor nog door de aders van Nel had gevloeid.

Wanneer het reservoir voor driekwart gevuld was, trok moeder de naald er voorzichtig weer uit en legde vrijwel meteen daarna een zacht wit doekje op de plaats van de prik. Ze haalde opgelucht adem en liet zich vermoeid achterover in een stoel vallen. 'Ik ben blij dat we daar van af zijn.'

Ik glimlachte. 'Nel, je mag je ogen weer open doen hoor. Het is voorbij.'

Nel opende eerst haar linkeroog en keek fronsend naar haar arm, waarna ze ook haar rechteroog weer opentrok. Toen ze besefte dat datgene waar ze zo'n schrik voor had gehad voorbij was, haalde ze opgelucht adem en begon luid te giechelen.

'Zie je wel dat je er niet van dood gaat?' zei ik met een goedhartig knipoogje. 'Ga maar weer naar Mona, dan kunnen jullie terug samen spelen.' Ik tilde haar van de zwarte kruk af en liet haar vervolgens weer los op de donkergrijze tegels van de vloer, waarin een enorme barst de hele woonkamer doorkruiste.

'Wat die verwaande kwasten van de OHS ons wel niet opdragen. Voor wat eigenlijk? Ze mogen best wat transparanter zijn in hun uitleg. Ik ben hun geheimdoenerij echt meer dan beu!' zuchtte mijn moeder gepikeerd , terwijl ze de naalden weer steriel maakte met wat ontsmettingsmiddel.

De OHS was de organisatie die instond voor de volksgezondheid van alle burgers in de wereld en had ons allen opgedragen om voor de laatste week van juli een bloedstaal binnen te brengen. Waarom vertelden ze er niet bij, maar ik vermoedde dat ze ons bloed wilden onderzoeken om zo te weten te komen wie gezond genoeg was om naar de maan te gaan.

Ik liep naar mijn moeder toe en besloot haar wat te helpen door de naalden en de buisjes bloed op te ruimen, terwijl ik zei: 'Ze bedoelen het vast wel goed. Misschien willen ze ons gewoon niet onnodig ongerust maken of zo.'

Mijn moeder lachte humorloos. 'Dat geloof je toch zelf niet, Femke? Ik moet die rijkelui niet hebben, het enige waar zij aan denken is macht. En geld. Je denkt toch niet dat zij werkelijk iets om ons geven?'

Ik haalde mijn schouders op. Mijn moeder zag het allemaal wat te pessimistisch. Ik wilde liever geloven in de goedheid van de mens. Ze konden toch onmogelijk allemaal slecht zijn?

MaanvluchtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu