Ik was te laat gekomen voor mijn test. Het ging niet eens over een paar minuten; uiteindelijk was ik drie kwartier later dan gepland aangehold voor de ingang van zaal vijf, waar de robotachtige vrouw aan het portaal stond te wachten. Ik bemerkte zowaar enige vorm van menselijkheid in haar gelaat, aangezien haar mondhoeken eens niet in een hoek van negentig graden omhoog stonden. Desondanks bleef ze vriendelijk. Menselijk zou ze wel nooit worden.
Ze vroeg niet eens naar een verklaring. Vooraf had ik al die tijd zitten broeden op de best mogelijke excuses, maar dan kon ik ze niet eens gebruiken! Natuurlijk zou ik niet vertellen wat er met Rachel was gebeurd. Na ons afscheid was ik nog steeds een beetje verdwaasd; ik besefte nauwelijks wat ik had gedaan en waaraan we misschien wel ontsnapt waren.
Dat was echter niet de enige reden dat ik de laat was. Ik had eventjes onderschat wat voor een doolhof dit gebouw was. Ik had zeker een halfuur gewoon door allerlei gangen, trappen en hallen gezworven zonder enig idee te hebben van waar ik was en waar ik naartoe moest. Uiteindelijk liep ik per toeval een man in maatpak tegen het lijf en die had me brommend de juiste richting aangewezen, al was het zo tegen zijn zin dat ik hem nauwelijks had verstaan. Gelukkig vond ik als bij wonder toch de juiste zaal, in een of ander schimmig gangetje waar ik nog nooit eerder geweest was - al kon je dat hier nooit met zekerheid weten.
Ondertussen zat ik al enkele minuten te wachten in een klein kamertje. Ze hadden in mijn afwezigheid iemand voor laten gaan, dus in principe nam ik gewoon zijn plaats in en leverde dat niet al te grote problemen op met de planning. Toch moest ik vast geen goede indruk hebben achtergelaten. Van een goede maanbewoner verwachtte men vast ook dat hij stipt is. Zouden er nu misschien punten worden afgetrokken bij het eindoordeel?
'Het is jouw beurt,' zei de vrouw, nadat ze op een knopje had gedrukt dat de deur automatisch had doen openzwaaien. Ze perste er nog een extra glimlach bij en wees naar de opening in de deur. 'Veel succes.'
Ik slikte.
Daar ging ik weer. Door de deur. Opnieuw geen idee wat me te wachten stond. Ik zou er gauw genoeg achter komen.
Nadat ik volledig door de opening was gestapt, klapte de deur weer achter me toe met meer lawaai dan nodig was. Het gekende scenario speelde zich af: het was pikkedonker, doodstil en ik voelde mijn eigen aanwezigheid prikken in mijn bewustzijn. Nu was het wachten op het moment dat een elektronische stem me zou toespreken en enkele vage instructies zou geven waar ik uiteindelijk geen fluit aan zou hebben.
Dus ik wachtte. Ik bleef wachten. Mijn keel was opnieuw woestijndroog - door de paradoxale combinatie van drukte en verveling op dit kamp vergat ik vaak te drinken. Ik hoorde enkel mijn hartslag en al even onregelmatige ademhaling, suisend in mijn oren. Ook aan de trillende, klamme handen viel niet te ontsnappen. Dit was alleszins geen goed begin voor een test waarin mijn moedigheid op de proef gesteld zou worden. Telkens weer verviel de anders altijd zo rustige Femke in koortsachtige symptomen van stress.
De donkerte verdween niet. Integendeel: ik had het gevoel dat de duisternis alleen maar indringender werd. Het duurde intussen al minuten. Er kwam geen einde aan. Geen stem. Geen enkele zintuiglijke prikkel. Niets.
Ik ging er alleen maar harder door beven. Was dit de bedoeling? Misschien was er wel een technische fout en konden ze het licht niet aankrijgen. Straks kon ik hier misschien zelfs niet meer uit! Ik was helemaal alleen, gedesoriënteerd. Niemand die me kon helpen. Ik wilde zo snel mogelijk weg.
Natuurlijk. Domoor.
Dit moest wel onderdeel van de test zijn! Op de maan is het vast altijd donker. Je hebt er geen blauwe hemelkoepel en het zonnige weer dat we hier op aarde gewend waren; je keek telkens uit op de zwarte ruimte. Dit was iets waaraan ik stilaan gewend moest raken. Ze wilden natuurlijk geen mensen op de maan die al rillen van de angst als ze een keer zonder nachtlampje moeten slapen.

JE LEEST
Maanvlucht
Science FictionIn het jaar 2090 is de mensheid de wanhoop nabij; ontelbare aardbevingen, verwoestende stormen en ondraaglijke hittegolven hadden al het leven van ettelijke miljarden levende wezens genomen en de menselijke populatie blijft slinken samen met de hoop...