Hoofdstuk 4

460 31 29
                                    


'Vergif?! Hoe bedoel je vergif?!' Bezorgd en een beetje geïrriteerd keek ik mijn vader aan. Hij zag eruit alsof hij elk moment flauw kon vallen.
'Precies zoals ik het zeg,' antwoordde ik. 'Er hangt hier een geur die lijkt op de geur van een vergif dat ik ken.'

'Hoe ken jij überhaupt de geur van vergif?' mengde Gilan zich in het gesprek.
'In de drie maanden die ik hier heb doorgebracht heb ik zo nu en dan een bezoekje gebracht aan de heelmeester hier. Eén keer was hij er niet, dus toen had ik even rondgekeken. Uit het kastje waar hij zijn vergif bewaarde kwam net zo'n geur.'

Gilan staarde me nog steeds een beetje raar aan en ik haalde mijn schouders op.

'Je zei dat er politieke problemen zijn in het land?' Die vraag richtte ik op mijn vader. Hij keek verschrikt op. 'Ja, inderdaad. Deparnieux' mannen vallen de plaatselijke bevolking lastig. Steken hun oogst in brand en stelen hun vee. Ze bezetten ook de bruggen en sommige wegen en vragen dan tol. Jullie zijn er vast wel een paar tegengekomen op de weg hierheen.'

'Maar waarom doet u er niets aan?' wilde Gilan weten.
'Er wat aan doen?' herhaalde hij verschrikt. 'Hoe moet ik dat dan doen?'

Ik beheerste de drang om heel hard te zuchten en met mijn ogen te rollen. Gilan leek precies hetzelfde te doen. We wisselden een blik, maar we zeiden geen van beiden iets.

'Laat ook maar. Op dit moment is uitvinden wie de koningin vermoord heeft onze prioriteit. En we kunnen denk ik het best bij de heelmeester beginnen,' verklaarde ik.

'Je denkt dat hij er iets mee te maken heeft?' vroeg mijn vader.
Ik schudde mijn hoofd. 'Misschien, maar er kan ook iemand in zijn vertrekken hebben ingebroken om een flesje vergif te stelen.'

En met die woorden liep ik de kamer uit op weg naar die van de heelmeester.

                                           >>>------>                                            <------<<<

'Bonjour, Philippe,' groette koning Hendrik de heelmeester. Hij wisselde een paar woorden met hem in het Gallisch. Ondertussen liep ik naar de kast waar hij zijn vergif bewaarde.
Alle flesjes stonden netjes naast elkaar; er leek er geen te ontbreken. De woorden van de heelmeester bevestigden dat ook.

'Goed, dus de heelmeester mist geen vergif,' zei Gilan toen we even later buiten stonden. We liepen richting de paleistuin, er op lettend dat niemand ons afluisterde. Hoewel de kans klein was dat iemand hier Araluens sprak, was het slim om voorzichtig te zijn.

'Nee, dus het moet iemand zijn geweest die zijn eigen vergif had meegenomen. En er ook wat vanaf weet,' voegde ik er na een kleine pauze aan toe. Toen Gilan me vragend aankeek, vervolgde ik: 'De persoon die dit gedaan heeft, wist dat dit vergif geen sporen nalaat. En dat kan alleen als je een expert bent in vergif.'
'En er is maar één volk dat dat is,' maakte Gilan mijn gedachtegang af.

'Genovezen,' zeiden we tegelijkertijd. Halt had ons een tijd geleden over ze verteld. Het waren gifmengers die ook heel goed waren met pijl en boog.

'Als iemand een Genovees inhuurt, wil hij erg graag van de koningin af,' stelde Gilan vast.
'En ik kan maar één iemand bedenken die haar zo graag dood wilt hebben: Deparnieux.'

                                        >>>------>                                            <------<<<

Het geluid van paardenhoeven doorbrak de ochtendstilte. Hoewel de zon nog maar net op was, waren de twee ruiters al op weg.

De vorige dag was de crematie van koning Isabella geweest. Daarna hadden we mijn vader op de hoogte gesteld van onze verdenkingen. Hij was geschokt, maar het verbaasde hem eigenlijk niets. Ieder van ons wist hoe kwaadaardig Deparnieux kon zijn.

Gilan was daarna aan een brief voor Halt begonnen waarin hij uitlegde waarom we nog een tijd langer in Gallica zouden blijven. Ondertussen had ik de weinige dingen die we uitgepakt hadden weer ingepakt.

We hadden net afscheid genomen van mijn vader met de belofte dat we de Genovees die dit gedaan had zouden pakken.

En de meest logische stap was dat we naar het kasteel van Deparnieux zouden rijden en vanaf daar de moordenaar van mijn moeder zouden vangen.

Ik zuchtte diep. 'Ik dacht juist dat ik niks meer te maken zou hebben met dit alles.'
Gilan knikte begrijpend. 'Dat begrijp ik, maar het is en blijft je familie.'
'Ja dat is zo. Kom, hoe sneller we bij het kasteel zijn, hoe sneller we die man vinden en hoe sneller we weer weg kunnen uit dit verrekte land.' En met die woorden spoorde ik Sabrina aan tot een draf, op weg naar het kasteel van de man die ooit mijn broer was geweest.


Ik heb eigenlijk niks te zeggen XD, maar ik wil jullie alleen even laten weten dat ik het nu super druk heb met school (zo'n 20 toetsen in iets meer dan 4 weken) tot de toetsweek. Ik heb na dit hoofdstuk nog 2 hoofdstukken klaarstaan, maar ik weet niet of ik in de komende weken tijd heb om te schrijven. Ik ga heel erg mijn best doen om tijd vrij te maken en ik heb ook nog wat vrije dagen enzo, maar als ik een weekje niet upload, dan weten jullie hoe het komt. Maar ik ga proberen dat niet te laten gebeuren!

Dag, dag mijn Jagertjes.

Xx Charlie

De Grijze Jager, De Vermoorde Koningin (gaat herschreven worden)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu