De rest van het plan hadden we snel bedacht. Gilan en ik zouden ons voordoen als broer en zus op zoek naar werk. Toen we de preken van Lysander hoorden, wilden we niets liever dan bij hem aansluiten.
Gilan zou zijn messen bij zich houden in zijn dubbele schede, want bijna niemand hier wist dat die kenmerkend was voor de Grijze Jagers. Ik zou mijn Saksisch mes meenemen in mijn laars, wat niet bijzonder comfortabel zou zitten wist ik uit ervaring, en mijn werpmes in een geheime, kleine schede die ik ooit gemaakt had in mijn jurk. Het was een simpele wollen jurk, donkergroen, met lange mouwen. Toen ik nog maar net Halt's leerlinge was, had hij me naar het dorp gestuurd om een jurk te laten maken. 'Want', had hij gezegd, 'je weet nooit wanneer je hem nodig hebt.' Ik was daarna gelijk begonnen met een schede te maken die net groot genoeg was voor mijn werpmes. Ik zou het nooit toegeven, maar ik was toch blij dat Halt me gedwongen had om een jurk mee te nemen.
Onze paarden konden we natuurlijk niet meenemen; welke arme jongeman had nou een paard, laat staan twee, die er ook nog eens goed verzorgd uitzag? Dus zouden Sabrina en Bles een route volgen parallel aan de onze samen met onze pijlen en bogen, zwaarden en Jagersmantels. Gilan en ik hadden eerlijk gezegd geen idee waar we heen zouden gaan, maar we vertrouwden onze paarden. Hoe irritant ze ook waren, het waren nog steeds Jagerspaarden.
>>>------> <------<<<
'Ik denk dat we klaar zijn,' zei ik de volgende ochtend. We hadden net onze laatste spullen in zadeltassen gedaan en hadden ons daarvoor al omgekleed.
We hadden de waard al betaald, dus liepen we gelijk door naar de stallen. Zwijgend zadelden we onze paarden. Het zadel maakten we natuurlijk niet vast, want we zouden toch niet op ze rijden.
'Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik heb een slecht gevoel bij dit plan,' verbrak Gilan de stilte.
'Onzin,' reageerde ik. 'Het is een goed plan. Er kan ons niks overkomen.' ik had geen idee hoe fout ik zat.>>>------> <------<<<
De priester en zijn volgelingen waren snel gevonden. Hun groep was nu namelijk zo groot dat hun tenten het hele plein in bezet namen.
Het bij hen aansluiten was zelfs nog makkelijker.Het kamp begon net wakker te worden en de geur van kookvuren die werden opgestookt, vulde de lucht. Overal liepen mensen rond met die kenmerkende blik van iemand die pas wakker was. 'Ik haat mensen,' mompelde ik toen de zoveelste persoon tegen me opbotste.
'Aangezien we van plan zijn om een tijd met mensen op te trekken, zou ik er maar snel gewend aan raken. Die kant op.' Gilan leidde me naar een groep mensen met hetzelfde plan als wij; namelijk zich aansluiten bij de rest van de volgelingen. Alleen geloofden zij echt in deze 'God' en zochten wij een huurmoordenaar, maar dat is maar een klein detail.
Lysander stond al klaar om de nieuwe mensen te verwelkomen. Hij begroette elk van hen persoonlijk en zegende de mensen die dat wilden. Toen hij bij ons aangekomen zag, dacht ik een vage blik van herkenning te zien in zijn ogen, alsof hij dacht dat hij mij al eerder gezien had, maar het niet zeker wist.
Zijn volgende woorden bevestigden mijn vermoedens: 'Ken ik jou niet ergens van?''U heeft mijn zuster en mij misschien gisteren gezien toen we naar uw preek stonden te luisteren,' vertelde Gilan hem snel.
Dat antwoord leek hem tevreden te stellen. 'Ja, nu herinner ik het me weer. Welkom bij mijn volgelingen.' Hij sloeg Gilan een paar keer op zijn rug en gaf mij twee zoenen op mijn wangen.
Met mijn mouwen mijn wangen afvegende, zei ik: 'Dat ging maar net goed. We moeten maar naar die god van hem bidden dat hij ons ook gelooft.'
Vanuit zijn ooghoeken keek Gilan me aan. Waarom kreeg ik altijd zo'n raar gevoel in mijn buik van die blik? Het is maar een blik, Carly, een blik!
Na een minuut concludeerde Gilan: 'Hopelijk kunnen we hier snel weg, je humor wordt er niet beter op.'
Daar had ik zowaar geen reactie op.>>>------> <------<<<
De zon ging al bijna onder toen we eindelijk halt hielden. Een uur nadat we in het kamp aangekomen waren, vertrokken we. Tegen de middag waren we bij het volgende dorp aangekomen.
Na een lange, en vooral saaie, preek van Lysander, trokken we weer verder, met een stel nieuwe volgelingen op sleeptouw.
Ik meende me te herinneren dat de eerstvolgende plek een kleine stad was, maar volgens mijn berekeningen zouden we dat vandaag niet meer halen. En ik kreeg gelijk. Het stadje was nog vele kilometers verderop toen Lysander's mannen aankondigden dat we hier zouden overnachten.
'Hier' was een grote vlakte naast de weg.Iedereen begon zich klaar te maken voor de nacht, maar aangezien Gilan en ik geen tenten hadden, legden we onze dekens maar neer onder een boom.
Na een maaltijd gehaald te hebben bij de koks, besloten we maar te gaan slapen. Veel mensen volgden ons voorbeeld; het was een lange dag geweest en morgen zou het weer een lange dag worden.
Al snel was het enige geluid wat je hoorde de langzame ademhaling van slapende mensen. Langzaamaan begon ik ook in slaap te vallen. Totdat een geluid me klaarwakker maakte.
Het was maar een minuscuul geluidje, maar duidelijk te horen voor getrainde Grijze Jager oren. Door bijna gesloten oogleden keek ik in de richting van het geluid.
De maan was nog niet op, maar na een paar minuten wist ik een donkere vorm te onderscheiden die overduidelijk bij een persoon hoorde. Het weinige licht dat er was, viel op het mes wat hij in zijn hand had. En hij kwam mijn kant op.
Oeh, cliffhanger. Volgende week weten jullie hoe het verder gaat XD. Later vandaag komt ook het stukje over de Grijze Jager dag online, maar van mij mogen jullie dat ook skippen; het is toch vooral ik die een beetje gaat ratelen over hoe leuk het was XD.
Dag, dag mijn Jagertjes.
Xx Charlie
JE LEEST
De Grijze Jager, De Vermoorde Koningin (gaat herschreven worden)
Fanfiction[Vervolg op De Leerlinge Uit Gallica] COMPLEET Het is twee jaar later. Carly en Gilan zijn elkaars beste vrienden en maken Halt helemaal gek. Met haar ouders heeft Carly geen contact en ze wil ook niks met ze te maken hebben. Maar op een dag ontvang...