Hoofdstuk 12

382 29 25
                                    

'Bles, stop, niet doen,' mompelde Gilan zachtjes. Zijn paard had haar neus in zijn oksel begraven en duwde tegen hem aan om hem te wekken.

'Het verbaast me dat ze nog niet gestikt is van de geur die van je afkomt,' hoorde hij Carly lachend zeggen.
Als antwoord liet Gilan een beledigd gesnuif horen, wat hem alleen maar meer gelach opleverde. Hij besloot dat hij voor deze ene keer geen wraak zou nemen; het was goed zijn vriendin weer te horen lachen.

Voorzichtig werkte hij zich overeind en nam een bord met eten van Carly aan. Het was niets bijzonders, gewoon wat hard brood met gedroogd fruit. Hoewel ze hier goed beschut zaten, durfden ze geen vuurtje te maken.

Toen Carly wegliep om haar veldfles te vullen, rook Gilan ongemerkt onder zijn oksel. Hij wist niet waar ze het over had; hij stonk helemaal niet.

Toen hij opkeek, zag hij Sabrina geamuseerd naar hem kijken. 'Geen. Woord,' zei hij tegen het paard. Sabrina's hoofd ging een paar keer op en neer, maar Gilan vertrouwde het niet helemaal. Het paard leek daarvoor veel te veel op haar baasje.

Voordat hij het paard nog een keer kon toespreken, verscheen Carly weer. 'Oké, als ik het goed heb is het niet zo heel ver naar het kasteel.' Gilan keek haar vragend aan en ze verduidelijkte: 'Het kasteel van mijn vader.'
'Ja, ik weet welk kasteel je bedoelt, maar waarom wil je daarnaartoe? Moeten we Lysander en zijn bende niet stoppen?'
'En hoe wil je dat doen dan?' vroeg ze spottend met een blik op het verband om zijn borst. Ze sloeg haar armen over elkaar en leunde tegen een boom aan en keek hem uitdagend aan. Toen er geen antwoord kwam, knikte ze. 'Dat dacht ik al.'

Ze zette zich af van de boom en ging met gekruiste benen tegenover hem zitten. 'We weten allebei dat dat vergif eruit moet voordat het... nog meer schade aan kan richten.' Ze keek even opzij en knipperde een paar keer verdacht met haar ogen. 'En ik weet niet wat het tegengif is, laat staan dat ik weet welk gif het is. Maar ik ken iemand die dat wel weet: de heelmeester van de koning.' Ze zei het niet, maar Gilan wist wat ze erachteraan dacht: hoop ik.

'En wat Lysander en zijn bende betreft,' vervolgde ze na een kleine pauze, 'daar verzin ik wel wat op. Ik sta per slot van rekening bekend om mijn goede ideeën.'
'Daar sta je helemaal niet bekend om,' mompelde Gilan zachtjes, maar hij wist dat ze gelijk had. Hij liet het niet merken, maar hij ging zich steeds slechter voelen.

'Waar wachten we dan nog op?' vroeg hij gemaakt opgewekt.

>>>------>                                            <------<<<

De zon was al aan het ondergaan toen het kasteel eindelijk in zicht kwam. Als Gilan niet zoveel pijn had en niet zo moe was, had hij gejuicht. In plaats daarvan krabde hij zijn paard maar tussen haar oren. Dankbaar schudde Bles met haar manen.

'Dat viel best mee toch?' verbrak Gilan de stilte. Carly schonk hem alleen maar haar 'geloof-je-het-zelf' blik.

Hij geloofde zichzelf inderdaad niet. De rit hiernaartoe had veel meer van hem gevergd dan hij wilde toegeven. Hoe lichtvoetig Bles ook was, bij elke stap die ze zette gleed er een steek van pijn door zijn borst. Het koorts remmende middel dat hij een paar uur geleden had ingenomen, begon ook al uit te werken, maar hij durfde er niet nog meer van te nemen.

'Gaat het nog of wil je hier overnachten?' vroeg Carly met een bezorgde uitdrukking op haar gezicht. Gilan wist niet of hij genoeg kracht om te antwoorden of te knikken en spoorde Bles daarom maar aan tot een lichte draf.

Hij beet zo hard op zijn lip dat hij bloed proefde, maar hij hield zijn paard niet in. Hij had het al zo lang volgehouden; die laatste meters konden er ook nog wel bij.

De poort was al geopend toen ze daar aankwamen en ze konden gelijk doorrijden. Eenmaal op de binnenplaats was Gilan door zijn laatste krachten heen en hij viel van zijn paard. Het laatste wat hij zag was Carly die om de heelmeester riep voordat alles zwart werd.

>>>------>                                            <------<<<

Het geluid van stemmen drong langzaam tot hem door, maar hij verstond niet wat ze zeiden.
Met moeite dwong Gilan zijn ogen open en knipperde een paar keer tegen het felle licht.

Vanuit zijn ooghoek zag hij een beweging en draaide zijn hoofd naar rechts. Carly lag met haar knieën opgetrokken in een stoel te slapen, maar ze deed gelijk haar ogen open toen ze hem hoorde bewegen.
'Hey,' fluisterde ze.
'Hey,' fluisterde hij terug. 'Waarom fluisteren we eigenlijk?'
'Geen idee.' Tegelijk schoten ze in de lach. Een vlammende pijn schoot plotseling door zijn borstkas heen en benam hem de adem.
Meteen zat Carly naast hem op haar knieën en pakte zijn hand met haar beide handen vast en gaf er een kneepje in. 'Ik ben bij je,' fluisterde ze.

Het geluid van voetstappen deed hen beiden opkijken. Koning Hendrik verscheen in zijn blikveld. Met een knikje begroette hij Gilan. 'Goed om te zien dat je wakker bent. We wisten niet zeker of je het zou halen toen je neerviel op de binnenplaats.'

Gilan wist niet wat hij daarop moest antwoorden en besloot zijn mond maar te houden. De koning leek ook geen antwoord te verwachten en legde een hand op de schouder van zijn dochter. 'Denk aan wat we afgesproken hebben.' Toen ze knikte, draaide hij zich om en liep de kamer uit.

'Afspraak, wat voor afspraak?' wilde Gilan weten.
Ze schudde alleen maar haar hoofd en ontweek zijn blik. 'Niks om je zorgen over te maken,' zei ze op geruststellende toon. Het kwam alleen niet zo geruststellend over op Gilan.

Hij greep haar hand stevig vast toen ze op wilde staan. 'Wat voor afspraak?' Hij keek haar zo indringend aan dat ze toch antwoord gaf.
'Gewoon een afspraak die we gemaakt hebben zodat hij jou zou behandelen.'
'Je hebt wat gedaan?!' riep Gilan boos uit.

Carly kromp in elkaar bij die woorden. 'Het is niet erg, Gilan.'
'Jawel, dat is het wel. Wat heb je met hem afgesproken? Carly, zeg het me!'
Haar afgewende blik vertelde hem alles wat hij moest weten. 'Waarom?'

Nu keek ze hem wel aan, haar bruine ogen vol woede. 'Ik deed het voor jou!' beet ze hem toe. 'Ik deed het om jouw miezerige leventje te redden! En dat jij dat niet begrijpt is jouw probleem, niet het mijne!' En met die woorden rukte ze haar hand los, beende naar de deur en smeet hem achter haar dicht.

Gilan liet zijn hoofd weer op het bed vallen en mompelde voor zich uit: 'Oh, Carly, wat heb je nu weer gedaan?'

De Grijze Jager, De Vermoorde Koningin (gaat herschreven worden)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu