Hoofdstuk 11

366 29 23
                                    

Geschrokken keek ik naar een grote bloedvlek en platgedrukt gras; het enige bewijs dat hier ooit iemand gelegen had.

Een geluid achter me joeg me de stuipen op het lijf. Ik greep de eerste de beste steen die ik zag en draaide me om, klaar om degene die achter me stond de hersens in te slaan.

Gilan deed van schrik een paar passen achteruit toen ik me zo plotseling omdraaide. 'Rustig, Lyn. Ik ben het maar,' zei hij op geruststellende toon.

Met een zucht liet ik mijn arm zakken en de steen viel uit mijn hand. 'Wat is er aan de hand?' vroeg Gilan toen hij de uitdrukking op mijn gezicht zag.

In plaats van hem antwoord te geven, deed ik een stap opzij. Vragend keek hij me aan. 'De Genovees,' was alles wat ik zei.

Zijn ogen schoten een paar keer heen en weer tussen mij en de plek achter me. Al snel begreep hij wat er gebeurd was. 'O,' was zijn enige reactie.

Somber knikte ik en sloeg mijn armen om mezelf heen; ik had het plotseling koud gekregen. Met een ruk keek ik opeens op. 'Wat doe jij eigenlijk hier? Je moet rusten!'
'We weten allebei dat we hier niet kunnen blijven.'
'Ik weet het.'

Gilan knikte naar de plek waar de Genovees had gelegen. 'En dat vind ik een hele goede reden om zo snel mogelijk te vertrekken. Hij kan misschien al bij Lysander zijn en hem op dit moment vertellen waar we ons schuil houden.'
Ik antwoordde niet en dat bezorgde Gilan een grote grijns. 'Carly die een keer niet reageert, dat komt niet vaak voor.'
'Nou, geniet er maar van, want als het aan mij ligt is het eenmalig,' zei ik zelfverzekerder dan ik me voelde.

Gilan ondersteunend liep ik het bosje uit. Het ging niet snel, maar dat had ik ook niet verwacht. Het belangrijkste was dat we nog samen en veilig waren.

>>>------>                                            <------<<<

Giraldo had het moeilijk. Uit de wond in zijn borstkas kwam steeds meer bloed. Hij wist dat hij binnenkort doodging, maar daar had hij vrede mee. Het enige wat hij nog wilde doen was wraak nemen op het meisje door de baas te vertellen waar ze was.

Giraldo struikelde en viel neer op zijn knieën, één hand tegen de wond gedrukt. Hij had de kracht niet om op te staan en dacht daarom maar terug aan afgelopen nacht in de hoop dat de worde die hij voelde als hij daaraan dacht hem genoeg kracht zou geven om op te staan.

Zijn taak was simpel. Hij hoefde alleen maar het meisje te vermoorden. De baas wilde alleen niet dat hij daarvoor nog wat plezier aan haar beleefde, wat hij erg jammer vond. Maar hij had gedaan wat de baas wilde als dat meisje hem niet geslagen had. Hij had niet verwacht dat ze dat zou doen en zo had hij haar dus de kans gegeven om te ontsnappen.

Maar de goden waren goed geweest en hij had een tweede kans gekregen om de klus te klaren. Zijn mes had helaas niet het meisje geraakt, maar hij wist dat de jongen snel dood zou gaan en dat hij het meisje dierbaar was.
Zijn lippen krulden zich tot een boosaardig glimlachje en hij hoestte wat bloed op. Hij spuugde het uit en veegde zijn lippen schoon.

Hij stootte een geluid uit wat klonk tussen een lach en een schreeuw om hulp en hij viel neer. Hij wist zich op zijn rug te draaien en keek naar de blauwe lucht boven hem. Giraldo hield van de lucht.

Jammer genoeg voor hem werd zijn uitzicht geblokkeerd door iets groots en zwarts. Het duurde even voordat hij doorhad dat het een man was. 'Waar is ze?' bromde de man in de Gemeenschappelijke Taal.

Giraldo wenkte de man dichterbij en fluisterde hem de verblijfplaats van het meisje in zijn oor. De grote man knikte en liep weg.

Dit keer was het geluid dat Giraldo uitte inderdaad een lach. En hij bleef lachen tot hij dood was.

>>>------>                                            <------<<<

'Kom op, Gilan. We zijn er bijna,' moedigde ik mijn vriend aan. We liepen al een uur en beklommen op het moment net een heuvel. Van een afstandje had de heuvel niet zo hoog geleken, maar hij werd moeilijker te beklimmen met elke stap.

Uiteindelijk bereikten we de top. Bezorgd keek ik naar Gilan naast me. De wond was weer gaan bloeden en de rode vlek op het geïmproviseerde verband werd steeds groter. Ik moest het snel weer vervangen, maar ik had niets. En zelfs als ik iets had, wist ik dat ik de wond eerst dicht moest maken zodat het bloeden zou stoppen.

Piekerend keek ik om me heen. We konden hier niet lang blijven; we waren zo veel te goed zichtbaar.
Ik wilde net voorstellen om aan de afdaling te beginnen toen iets wits mijn aandacht trok. Ik keek wat beter en mijn hart maakte een sprongetje toen ik naast het wit iets bruins ontdekte. Sabrina en Bles!

'Gilan, kijk!' riep ik blij uit. Ik wees in de richting waar onze paarden stonden en een grote gijns verspreidde zich over zijn gezicht toen hij ze ook zag en herkende.

Ik stopte twee vingers in mijn mond en floot er hard op. Na het een paar keer proberen keek Sabrina op en hinnikte. Samen met Bles galoppeerde ze op ons af, terwijl Gilan en ik een stuk langzamer de heuvel afdaalden om ze tegemoet te treden.

Zodra de paarden bij ons waren, vloog ik Sabrina om de hals. Ik begroef mijn gezicht in haar manen en koesterde de warmte. Toen ik haar eindelijk losliet duwde ze speels met haar neus tegen mijn zij.

Ik zag Gilan wat tegen Bles fluisteren waar ze allebei om moesten lachen. Voor zover paarden konden lachen dan.

Blij liep ik naar mijn zadeltassen en pakte mijn verbandtrommel eruit. 'Laat me die wond van je maar weer eens zien,' zei ik opgewekt en ging aan de slag met het behandelen van Gilan's wond.

Nu we de paarden weer bij ons hadden zag de toekomst er opeens een stuk zonniger uit. Voor nu.

De Grijze Jager, De Vermoorde Koningin (gaat herschreven worden)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu