3

243 14 1
                                    

Hey mensen, ik had t ff druk met school enzo, veel toetsen, je kent het, dus sorry voor het lange wachten. Have fun! Hope you like it!

-------------------------------------------------------------------------------------------------------

3.
"Aera? Hoezo Aera?" "Dat leg ik later wel uit." Dat is dus de tweede keer dat Kili dat zegt. Kili vliegt naar de deur. "WACHT! M'n moeder is daar hè?! Ben je echt zo dom, of doe je alsof? De meeste mensen hebben geen kraai in huis, en al zeker geen pratende kraai met felgekleurde ogen." Kili mompelt iets wat wel verdacht veel op 'irritant kind' lijkt. "Niet schrikken, Aera." "Ten eerste, ik heet Katy, ten tweede, waarom zou ik schr-WAT?" Voor me staat een slanke jongen, met zwarte kleding en zwart haar. De jongen slaat z'n ogen op. "K-Kili?" "Jep, that's me. Oké, ehm, zullen we gaan?" Ik twijfel. "Maar m'n moeder heeft me niemand mee naar boven zien nemen." "Dan sluipen we langs haar heen, ook al is deze práchtige verschijning dan voor niks." "Aansteller." mompel ik. We sluipen zachtjes de trap af, en haasten ons naar buiten. "Waar gaan we heen?" "Volg mij maar." Kili rent al voor me uit, onmenselijk snel, maar dat is te verwachten, aangezien hij uit een onmenselijk rijk komt. "Wacht, Kili, ik ben niet zo snel." roep ik hem achterna. Ik loop naar hem toe. "Kan je niet in een draak veranderen ofzo?" fluister ik. "Dan kan ik op je rug zitten." Hij schudt zijn hoofd. Ik zucht. "Geen betere optie?" Kili krabt zijn nek. "Ehm, ja, maar dat wordt lastig. Ik kan een telepoort maken?" "Wat is dat?" "Een teleportatie gat. Als je er doorheen loopt, kom je uit op de laatste plek waar je bent geweest in Xinyi. Maar als we dat willen doen, zullen we wel moeten zorgen dat niemand ons ziet. En dat wordt lastig." Ik sla hem speels op z'n schouder. "We kunnen het achter de supermarkt proberen?" Ik loop al vooruit. Nu is het zijn beurt om mij te volgen.

"Stap achteruit, graag." Kili balt zijn handen tot vuisten, en knijpt er zo hard in, dat z'n knokkels wit worden. Ik stap achteruit, nieuwsgierig naar wat ik straks te zien krijg. Kili opent zijn handen, en boven beide handpalmen zweeft een witte bol van lichtgevende, hoe zal ik het noemen, magie? Hij gooit de bollen tegen de muur van de supermarkt. Ik knijp m'n ogen dicht, tegen de golf licht die ontstaat. Ik hoor een soort geknetter, en daarna een soort gezoem, en ik open m'n ogen. Er zit een gat in de muur, maar door het gat zie je niet de supermarkt, maar een sierlijke poort, met zilveren details, en een soort sokkel waar, ik denk Kili op hoort te zitten. "Je mond staat open." grinnikt Kili. Ik ontwaak uit mijn trance. "Is het veilig om hier doorheen te lopen?" Kili rolt met z'n ogen. "Duh, anders had ik het toch niet voorgesteld? Je bent wel de prinses van Xinyi. Jocelynn zou me vermoorden als ik jou iets liet overkomen." Ohja, ik was een prinses. Dat idee krijg ik er maar niet in. Beetje bizar, is het niet? Kili duwt me naar voren, richting de poort. "Je gaat wel mee, hè?" "Stel niet steeds van die domme vragen, Aera. Tuurlijk ga ik mee. Ik laat je nooit in de steek, in tegenstelling tot je ouder-" Kili slikt z'n woorden in. "Wát zei je?" Maar ik krijg al geen antwoord meer, want ik word door de telepoort geduwd. Er gaat een soort elektrische schok door me heen, en ik kom op m'n handen terecht in het lichtblauwe gras. Het voelt alsof duizenden donzen veertjes m'n handen kietelen, erg surrealistisch. Maar het gebeurt wel. Het is echt. Ik kijk om me heen. De lucht is lichtroze, en er is geen wolkje te bekennen. De bomen hier, lijken gemaakt van wit marmer, en de blaadjes zijn licht oranje. Soms licht er een stukje van de boom op, van het vuur dat de kleine draakjes achter de boom spuwen. Ik schat ze zo'n vijf centimeter groot, en ze hebben felle neon kleuren. "Wow..." fluister ik. Ik zie dat Kili geamuseerd naar me staat te kijken. "Ik verander weer even naar m'n oorspronkelijke vorm, dat je het weet." Kili verdwijnt weer in een wolk van magie, en even later vliegt hij alweer door de lucht. "Maar, eh, hoe ga je die poort openen?" Kili krast, en vliegt richting de wit-marmeren sokkel. Hij strijkt zorgvuldig neer, en vouwt z'n vleugels in. Een enorm gekraak vult beide gehoorgangen, en de poort opent zijn deuren. Ik had nog niet zo op het landschap achter de poort gelet, maar ik zie nu dat het immens groot is. Er zijn zoveel kleuren aanwezig, dat mijn ogen pijn doen. "Dit is dus het deel van Jocelynn. Mooi hè?" Sprakeloos staar ik hem aan. "J-ja, heel erg mooi!" roep ik enthousiast. Ik maak een raar huppeltje, en loop richting de poort. "Waar wachten we nog op!"

XinyiWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu