20

97 12 2
                                    

BEDANKT VOOR DE 1.5K OMGGGGGG

-X

Chelsea

-----------------------------------------------------------------------

Ik maak vuisten van mijn handen, en mijn vingertoppen voelen raar aan. Ik kijk om me heen. Overal reizen bloemen op uit de zwarte grond. Schichtig kijk ik om me heen. Gelukkig is het hier niet echt druk, maar die man... Mijn ogen gaan richting mijn handen, die nog steeds een wit licht uitstralen. "Dat was raar." zegt Hinda. "Ja inderdaad. Ik kon het zelf oproepen, maar zomaar 'per ongeluk' is het nog nooit gebeurd. Laten we maar verder gaan voor iemand het merkt."

We lopen een lang pad af, dat omgeven is door lava, tot we aankomen bij het paleis. Het straalt warmte uit, en het licht schijnt in mijn ogen. "Hoe gaan we verder?" fluister ik. "Wacht hier." Hinda vliegt naar de poort, die tot mijn verbazing krakend open gaat. Ik loop weer naar het kleine draakje, die inmiddels al verder het pad op is gegaan. Een grote deur doemt voor ons op. Hinda vliegt weer naar me toe. "Ga jij maar voor." Watje. Ik loop met trage stappen naar de gloeiende deur. Het enige wat er op zit, is een soort gat, in de vorm van een misvormd ei ofzo. Bedenkelijk staar ik ernaar. "Hinda? Wat moet ik hiermee?" Hij haalt zijn schouders op. "Misschien moet er iets in?" Natuurlijk! Een steen! "Hinda, zoek een zwarte steen met ongeveer de vorm van dat gat!" Vluchtig vliegt hij weg. Niet veel later komt hij terug met een grote steen, die hij nog maar net kan houden. "Is deze goed?" Ik gris de steen tussen zijn pootjes vandaan. Hij lijkt perfect. Snel druk ik de steen in het gat. De steen begint te branden, en smelt vervolgens zo, dat de gesmolten substantie gelijk is aan het platte oppervlak van de deur. In het midden zit een soort sleutelgat. Opeens voel ik een warme adem in m'n nek. Langzaam draai ik me om. Ik kijk recht in de oranje ogen van een enorme zwarte draak. "De steen was goed hè?" fluistert Hinda voorzichtig. "Weg. Nu." Hinda vliegt snel weg, tussen de benen van de draak door.

Ik moet m'n magie gebruiken. Dat moet wel. Ik probeer het warme gevoel op te roepen. De draak bekijkt me even, maar lijkt me niet zo interessant te vinden. In tegenstelling. Brullend komt hij op me af. Precies op dat moment borrelt het vertrouwde gevoel in me op, en stroomt naar mijn vingers. Ik richt ze op de grond voor de voeten van de draak, en beweeg ze krachtig omhoog. Dikke, stevige bloemenranken kronkelen zich om de poten van de draak. De ranken bewegen zich steeds verder, maar draak is het daar niet mee eens. Hij slaakt een woedende kreet, en spuwt vervolgens vuur over de ranken. Ze verschrompelen en worden zwart. Frustratie neemt de overhand. Deze draak gaat de dood van Kili niet veroorzaken. Ik laat hem niet zitten. Ik zak door mijn knieën, en druk mijn vuist tegen de grond. De grond begint te beven en een grote, stekelige rank reist op uit de lava. Ik zie een glinstering bij de poten van de draak, net als de rank zich om zijn nek sluit. De draak stribbelt tegen, maar het helpt niet. Hij spuwt vuur in de lucht en valt neer. Zijn kop komt dichtbij mijn voeten neer, en ik word achteruit geblazen. Een steek van pijn gaat door mijn hoofd, waarmee ik net een aardige klap tegen een grote rots heb gemaakt. Ik negeer het, en loop naar de draak. Volgens mij is hij of dood, of flauwgevallen. Ik loop verder naar de poten, en zie het glinsterende object. Een grote, zilveren sleutel is om zijn enkel gebonden met een dik touw. Misschien kan Hinda het door branden.

"HINDA?" Het draakje komt gehaast aanvliegen, en kijkt verbaasd naar de draak. "Heb je-" Ik knik. "Wil je het touw even door branden?" Hij knikt en landt op de grond. Na een tijdje is het touw helemaal door, en valt de sleutel op de grond. "Dankje Hinda." Hij grijnst. "No problem." Ik gris de sleutel van de grond. "Woooow, Aera, wat heb je met je hoofd gedaan?" Ik haal m'n schouders op. "Het is niks." Eigenlijk doet het heel veel pijn, maar ik moet eerst Kili redden, of alleen maar zien. "Aera, die wond-" Ik zucht. "Dat komt later wel." Ik loop naar de deur en steek de sleutel en het gat. Ik haal diep adem, en draai de sleutel om.

De deuren gaan open, en in de deuropening staat een vrouw met lang zwart haar, doordringend groene ogen en fel rode lippen. Ze draagt een lange zwarte jurk met een sleep. "Ik verwachtte je al, Aera."

XinyiWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu