----------------------------------------------"Dalen maar, Yin." zeg ik tegen het draakje. Het kostte me wat moeite om het plekje te vinden, maar onder me bevind zich het blauwe grasveld.
Kili zei dat de sadmyr afkwamen op blijdschap enzo, dus ik moet me maar gaan vermaken. Ik stap voorzichtig van Yin af. Allerlei herinneringen schieten door mijn hoofd, herinneringen die ik liever niet wil herbeleven. Maar dit is een uitzondering. Rillend loop ik een stukje richting de bomen. Een schittering vangt mijn blik, en ik loop verder het bos in. Het kwam van de grond. Ik veeg de bladeren aan de kant, nieuwsgierig naar wat eronder ligt. Een rond, zilveren ding komt tevoorschijn. Er zijn bloemen in gegraveerd. Maar het meest opvallende is de naam die in het midden staat; 'Aera'. Waarom staat mijn naam erop? Ik bekijk het ding aandachtig, en zie dat er een gleufje rondom de rand zit. Ik wurm m'n nagels ertussen, en probeer het open te maken. Na een nagel gebroken te hebben, en meerdere mislukte pogingen, schiet het, medaillon, denk ik, open. Er komt een wolk van mist uit. In het medaillon ligt een klein fotootje. Er staat een lange gespierde man op, met naast zich een slanke vrouw. In hun midden staan 2 meisjes. Het kleinste meisje lijkt op mij. En dat andere meisje, is dat Jocelynn? Dat betekent dat dit mijn ouders zijn. Maar wat doet het medaillon hier? En wie heeft het hier neergelegd? Ik kijk naar de binnenkant van het medaillon. Ook hier is iets gegraveerd; 1/3. Eén van de drie? Dus er zijn er meerdere. Oké.
"Hello there my dear,
You've searched for us.
Here we are,
Ready to kill."
Shit. Ik draai me om, en deins achteruit. Ze zijn met tientalen. Geweer. Waar is het? Ik voel aan mijn broekzakken. Niet daar. De sadmyr komen steeds dichterbij, en ik kan het opgedroogde bloed al ruiken. Ik kijk naast me. Het geweer ligt op de grond, naast het medaillon. Ik gris beide van de bladeren, stop het medaillon vluchtig in mijn zak, en richt het geweer op de dichtstbijzijnde sadmyr. Ik haal de trekker over, en schiet het wezen door het hoofd. Headshot. Who's next? Ze deinzen een beetje achteruit, maar ze geven zeker niet op. In tegen stelling. Ik voel een hete adem in m'n nek. Ik duik, en richt het geweer omhoog. Weer haal ik de trekker over. Ik hoor geen schot. Het wezen komt steeds dichterbij. Waarom komt er niks uit dat ding? Had ik de munitie gecheckt? Nope. Dit is waarom ik mezelf niet echt mag, zeg maar. Die sadmyr is nu al op 20 centimeter afstand, en ik kan me niet verzetten. Het wezen brult, en ik voel warme spetters bloed op mijn gezicht. Dan opeens herinner ik het me weer. Magie. Ik kan dat ook, toch? Ik knijp mijn ogen dicht, en concentreer me op mijn handen, die ik vooruit gestoken heb. Een onbeschrijfbaar gevoel golft door mijn armen, en ik realiseer me dat het me gelukt is. Ik open mijn ogen, en zie een sadmyr op de grond liggen. Ik voel me voldaan. Maar misschien zijn er meer. Ik sta snel op, en kijk om me heen. Er is geen sadmyr meer te zien. Ik hoop maar dat dit geen trucje is om me alsnog op te eten, maar toch loop ik naar Yin. Yin snuift, en slaat met zijn vleugels. Waarschijnlijk vindt hij het hier ook niet zo fijn. Ik klim op zijn rug, en we vliegen richting het paleis.
"Dalen maar, Yin." Ik leg mijn hand op het blauwe kopje. Ik ben volgens mij maar een uurtje weggeweest, dus als ik snel ben, kan ik nog op tijd komen voor de picknick. "Aera! Waar was je?" Kili staat me al op te wachten. Dat had ik kunnen verwachten. Yin landt, en ik klim van zijn rug. Kili rent op me af. "Waarom heb je bloed op je gezicht?" Snel haal ik mijn mouw lang m'n wang. "Ik was in Hua." Met grote ogen kijkt hij me aan. "Waaro-" "Ik heb een sadmyr gedood." onderbreek ik hem. "Ik ga me klaarmaken voor de picknick, ik leg je het straks uit."
Ik ren de trappen op, richting mijn kamer. Ik duw de deur open, en loop regelrecht naar de badkamer. Ik kijk in de spiegel, en bestudeer mijn gezicht. Het zit onder de bloedspetters, en mijn haar is net een bos touw. Ehm, oké. Eerst douchen. Ik doe er 5 minuten over, en kleed me snel aan. Makeup hebben we geen tijd voor. Kili wacht.
