De IQ test

773 43 7
                                    

Als ik de volgende morgen wakker word, zie ik op de klok dat het pas acht uur is. Ik stap zachtjes uit bed en loop naar een van de badkamers, waar ik mijn eerste douche van mijn nieuwe verblijf neem. Ik denk aan mijn ouders, die nu ook gewoon opstaan en naar hun werk gaan. Zullen ze me missen? Ik denk het wel. Ik hoop het wel. Over een paar dagen zie ik ze weer.

Als ik klaar ben met douchen, droog ik me af en kleed ik me aan. Gelukkig ben ik bij dezelfde factie gebleven en hoef ik niet te wennen aan de kleding. Ik trek een blauwe trui en een spijkerbroek aan. Als ik terug kom in de slaapzaal, is het half negen. Ik besluit om Nora wakker te maken. 'Nora, over een half uur moeten we in het lokaal zijn.' Ik schud haar zachtjes wakker. 'Wat? Oh.' Eerst zie ik haar om zich heen kijken met een vragende blik, maar dan begrijpt ze waar ze is. 'Bedankt voor het wakker maken.' Ze glimlacht naar me. 'Graag gedaan.'

Als Nora en ik het lokaal binnenkomen, zien we dat alle overstappers er al zijn. Er missen er alleen nog een paar van Eruditie. Ik kijk op de klok en zie dat het vijf voor negen is. Robin komt naar ons toegelopen. 'En hoe was jullie eerste nacht hier?' Ik heb tot diep in de nacht doorgedacht over wat er gebeurd is en waarom. Ik heb mezelf in slaap gehuild en ik werd verdrietig wakker. 'Goed hoor.' Ik glimlach naar hem, want dat hoeft hij allemaal niet te weten.

'Beste aspiranten, allereerst: welkom bij Eruditie!' Een paar Erudieten beginnen te juichen als Jack ons toespreekt. 'Vandaag gaan we een IQ test bij jullie afnemen. Het is een bijzondere test. Jullie worden op een paar draden aangesloten en verder hoeven jullie niks te doen! Jullie gaan dus even slapen en terwijl je slaapt, testen we je. De uitslag maken we morgen bekend. Hier is het schema van wie hoe laat en waar moet zijn.' Jack deelt wat papiertjes uit aan iedereen.

Ik zie dat ik pas ergens in de middag hoef, rond één uur. Na de lunch dus. Nora moet over een uur al en Robin om elf uur, voor de lunch. 'Aspiranten die voor de lunch worden getest, graag met mij meekomen.' Uiteindelijk blijf ik staan met een paar andere Erudieten en een paar overstappers uit Vriendschap en Oprechtheid. Ik heb niet zoveel zin om met iemand te praten, dus ik ga naar één van de bibliotheken die vlakbij de kantine is.

Ik ga aan een tafel zitten en pak een willekeurig boek voor me. Een paar minuten blijf ik erin lezen, maar het onderwerp boeit me niet zoveel en het doet me teveel aan Will denken. Ik kan het nog steeds niet verkroppen dat hij me zo verlaten heeft. Ik bedoel, dat hij voor Onverschrokkenheid gekozen heeft is één ding, maar dat hij het nooit tegen me gezegd heeft of afscheid van me heeft genomen.. Daar kan ik niet tegen.

Het voelt als verraad dat hij voor Onverschrokkenheid gekozen heeft, maar als dat het beste bij hem past, dan moet hij dat gewoon doen. Maar ik was zijn beste vriendin. Al die jaren hadden we het zo fijn samen. Was ik de enige die dat vond? Was ik de enige die het echt meende als we lachten? Ik kan niet geloven dat ik gevoelens voor hem heb.. of had, ik weet het eigenlijk niet. De enige gevoelens die ik nu voor hem voel, zijn kwaadheid en verraad.

Ik probeer mezelf af te leiden en ik pak een boek over de facties. Ik begin erdoorheen te bladeren en kijk naar Onverschrokkenheid. Maar als ik een paar woorden gelezen heb, haak ik al af. Ik wil niet lezen wat voor belachelijke en vreselijke dingen Will moet doen. Will.. wéér Will! Ik sla de bladzijde om en lees iets over Zelfverloochening. Jezelf altijd op de laatste plaats zetten, dat is toch geen manier van leven? Ik bedoel, natuurlijk moet je ook aan anderen denken. Maar nóóit aan jezelf denken? Dat kan toch niet? Wie wil dat nou?

Als ik een stukje over Vriendschap lees, haak ik ook al snel af. De gedachte aan vriendschap maakt me echt misselijk. Wat betekent vriendschap nou? Als je jarenlang vrienden bent geweest en iemand je zo snel laat vallen, zonder afscheid te nemen. Wat betekent vriendschap dan nog? Oprechtheid is ook al vervelend om over te lezen, dus ik leg het boek weer weg.

Ik denk dat ik maar gewoon alvast in de kantine ga zitten. Misschien zitten Nora en Robin daar ook al, want ze zijn al klaar met hun test. Ik vraag me af wat de leiders zullen zien of zullen testen. Als ik opsta, zie ik een jongen lopen die precies op Will lijkt. Maar als ik met mijn ogen knipper, zie ik dat het hem niet is. Totaal niet, zelfs. Word ik nu dan echt gek? Ik schud met mijn hoofd en loop naar de uitgang van de bibliotheek. Ik schrik als ik tegen iemand aanbots.

'Sorry,' zeggen we allebei tegelijk. Als ik de jongen tegen wie ik net aangebotst ben aankijk, zie ik dat het Caleb Prior is, de zoon van de Zelfverloochenaar die in de gemeenteraad zit. De overstapper. Als ik aan zijn zusje denk, Beatrice, die overgestapt is naar Onverschrokkenheid, gaan mijn gedachten naar hun ouders. Hoe moeten zij zich nu wel niet voelen? Dan denk ik aan een leven in Zelfverloochening. Niemand zou dat toch zo lang vol kunnen houden? Hij heeft groot gelijk dat hij weggegaan is.

Hij ziet er anders uit. Hij heeft zijn grijze kleren ingeruild voor blauwe, de kleur die bij Eruditie hoort. Doordat hij een andere kleur draagt, lijkt het alsof zijn ogen er nog meer uitspringen. Zijn donkere haar en groene ogen passen goed bij de nieuwe kleur. Hij ziet er.. goed uit. Grappig hoe kleding zo'n verschil kan maken. Of komt dat door zijn overstap? Ik weet niet waarom, maar plotseling wil ik heel graag weten of hij de test gehaald heeft.

Ik zoek naar iets om te zeggen, maar ik kan me niks bedenken. Waarom zou ik ook met hem praten? Ik wil langs hem heen lopen, maar dan zegt hij: 'Ben je zenuwachtig voor de test?' Ik stop met bewegen en kijk hem aan. 'Hoezo?' Hij haalt zijn schouders op. 'Je ziet er gespannen uit.' Ik heb zin om het hele boekje open te gooien over Will, maar ik zeg niks. 'Het is niet eng. Het voelt net alsof je gaat slapen en voor je het weet wordt je weer wakker.'

Ik knik. Waarom praat hij met me? Waarom stelt hij me gerust? Omdat hij uit Zelfverloochening komt? Nee, dit heeft niks met Zelfverloochening te maken. Waarom zou hij de moeite doen om tegen me te praten? Op Nora en Robin na praat er eigenlijk niemand met me. Waarom zouden ze ook? 'Bedankt,' zeg ik. Ik weet niet wat ik nog meer moet zeggen en daarom loop ik maar weg. Naar de kantine.

Ben ik onbeschoft geweest om zomaar weg te lopen? 'Jaiden!' hoor ik. Nora en Robin zitten al aan een tafel. Ik ga bij ze zitten en kijk ze vragend aan. 'En?' Ze halen hun schouders op. 'Volgens mij ging het wel goed,' zegt Robin. 'Ik zag Jack tevreden kijken, dus.' Ik knik en kijk naar Nora. 'En bij jou?' Ze glimlacht. 'Bij mij keek hij ook wel tevreden.' Vanuit mijn ooghoek zie ik Caleb de kantine binnenkomen. Heel even overweeg ik om hem aan te kijken en voor te stellen dat hij bij ons kan komen zitten, maar ik zeg niks.

Waarom zou ik ook? Dit gebeurt me nou altijd als iemand eens aardig tegen me doet. Iemand waar ik nog nooit contact mee heb gehad. Maar meestal is het eerste contact ook meteen weer het laatste. 'En jullie weten echt niet waar de test over gaat?' Nora en Robin schudden hun hoofd. 'Nee. Ik viel gewoon in slaap en na een tijdje werd ik wakker,' zegt Nora.

Ik zou me niet zoveel zorgen moeten maken, maar ik kan er niks aan doen. Een van de overstappers uit Vriendschap is voor mij aan de beurt en ik wacht op de gang totdat ik geroepen word. Jack zei gisteren zelf dat we ons geen zorgen hoefden te maken, toch? Geldt dat echt voor iedereen, of probeerde hij ons alleen maar gerust te stellen? 'Jaiden Pallet.' Jack komt naar buiten. Het meisje uit Vriendschap loopt de kamer uit. Ze ziet er gewoon.. normaal uit. Ik loop de kamer in en ga op de stoel zitten.

'Ik ga je aansluiten aan wat draden en daarna krijg je een spuitje waardoor je in een soort slaap valt, oké?' zegt Jack. Ik knik. 'Oké.' Hij koppelt me aan de draden. 'Er zal niks gebeuren. Als je wakker wordt, is er niks aan de hand.' Ik knik weer. Ik ben nooit bang voor naalden geweest, maar ik word toch wel gespannen als hij de naald in mijn arm steekt. Het prikt, maar het doet niet veel pijn. Meteen voel ik me wegzakken en val ik in slaap.

Divergent: Caleb PriorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu