Samen

588 38 17
                                    

'Ik snap het niet,' zegt Caleb terwijl ik zijn hele gezicht behandel met genezende zalf, ook al heeft Marcus alleen zijn kaak geraakt. Caleb kijkt triest. 'Ik snap niet waarom je nog bij me blijft.' Ik zeg niks terwijl ik zijn gezicht insmeer, maar dan pakt hij mijn handen vast en houdt hij ze wat omlaag. Hij kijkt me aan. 'Is dat niet wat je wilde?' zeg ik dan. Hij knikt. 'Ja, maar is dat ook wat jij wil?'

Ik denk terug aan het verloren gevoel dat ik voelde toen ik de gang opstapte. Toen ik hem voor eeuwig achter me wilde laten. 'Ja, anders was ik niet teruggekomen.' Hij knikt. Het voelt ongemakkelijk tussen ons, omdat ik hem niet vergeven heb. Ik vraag me af of dat ooit zal gebeuren. Kunnen we wel verder zo? Heeft "ons" echt nog een kans als ik hem niet eens kan vergeven?

Ik heb de rest verraden. Ik besef dat ik een dubbele verrader ben. Eerst heb ik Tris en de anderen geholpen om achter de "waarheid" te komen, terwijl de missie eigenlijk was om Eruditie te verwoesten. Daarna ben ik bij de verrader gebleven en ben ik hem gaan verzorgen. Heb ik mijn persoonlijke gevoelens teveel op de eerste plaats gezet, terwijl ik dat niet had moeten doen?

Ik weet niet wat ik had moeten doen. Want hoe weet je nou wat je moet doen, als geen enkele optie de juiste lijkt? Ik wil nog een ding weten. Ik wil weten hoe het nu voelt om.. ach, ik doe het gewoon. Ik leg mijn hand in Caleb's nek en druk mijn lippen voorzichtig op de zijne. Het is verrassend. Ik had niet verwacht dat het zo goed zou voelen na alles wat er gebeurd is, maar misschien is dat tegelijkertijd ook wel de reden dát het zo goed voelt. Toen ik van zijn verraad afwist, dacht ik dat ik hem voorgoed kwijt zou zijn. Maar onze lippen maken duidelijk dat dat niet zo is.

Hij slaat zijn armen om mijn middel en trekt me iets dichter tegen zich aan. Terwijl zijn lippen en de mijne zich samen lijken te smelten, streelt hij me over mijn rug. Het voelt zo fijn, maar er gaat een alarmbel rinkelen in mijn hoofd. Ik wilde hem gewoon loslaten, maar ineens duw ik hem van me af. Hij slaat zijn hand voor zijn hoofd. 'Sorry, sorry sorry..' Ik wil zeggen dat het niet erg is, maar ergens is het dat wel. Hoe goed het ook voelt, dit moet niet. Niet nu. Ik voel me zo schuldig tegenover de rest, die nu hard aan het vechten is.

Caleb lijkt radeloos te zijn, maar er is niks dat ik kan doen om dat te veranderen. Ik kan hem niet zeggen dat het niet erg is, omdat het niet waar is. 'Nee, je hoeft geen sorry te zeggen. Ik begon ermee..' Ik zucht. 'Caleb..' zeg ik dan. Hij kijkt me aan. 'Ik hou van je, nog steeds. En ik wil écht bij je zijn, maar dan als dit allemaal voorbij is, oké? Ik weet zeker dat ik je kan vergeven. Maar dat heeft tijd nodig..'

Hij knikt. 'Ik begrijp het. Echt waar.' Ik sla mijn armen om hem heen. 'Over een tijdje zal alles weer goed zijn tussen ons,' zeg ik. 'Als jij dat ook wilt, tenminste..' Hij knikt en slaat zijn armen ook om mij heen. 'Ja, natuurlijk wil ik dat.'

Wat hij ook gedaan heeft, ik kan niet zonder hem. En ik weet zeker dat ik hem zal vergeven, omdat ik van hem hou. Over een tijdje zal alles weer goed zijn tussen ons. Wat er verder dan ook zal gebeuren. Maar op dit moment wil ik hem zo dichtbij me hebben dat ik hem weer vastpak en mijn lippen op die van hem druk. Ik hou van hem en het voelt goed.

Hij lijkt te twijfelen en streelt me langzaam door mijn haar, maar als ik geen schrikreacties vertoon, drukt hij me dicht tegen zich aan. 'Ik hou van je,' zegt hij als hij zijn lippen van de mijne heeft gehaald en me aankijkt. 'Echt waar.' En ik geloof hem. 'Ik hou ook van jou.'

Twee verraders bij elkaar. Het doet pijn omdat het waar is, maar het kan me op dit moment even helemaal niks schelen. Ik druk mijn lippen weer op die van hem en haal ze er pas weer af als we allebei in ademnood komen.

Divergent: Caleb PriorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu