Haastig afscheid

505 31 3
                                    

'Nee hè..' zegt Caleb, die verstijfd naar het computerscherm kijkt. 'Wat is er?' vraag ik. Hij knikt naar het scherm. 'Ik denk dat ik erachter ben gekomen wat Eruditie van plan is met het simulatieserum..' Ik ga naast hem zitten en bekijk het scherm. En dit is wat ik eruit op kan maken:

Eruditie heeft een serum ontwikkeld, waardoor mensen in een simulatie terecht komen en alles doen wat ze opgedragen wordt. Dat gebeurt door middel van programmering. Als ze in de simulatie zijn, zullen we alles doen wat hun opgedragen wordt en zullen ze er niet uit kunnen komen. Ze zullen zelfs niet eens weten dát ze in een simulatie zitten.

'Ik snap het niet..' zeg ik. 'Wat gaan ze hiermee doen?' Caleb typt wat dingen in de computer in en komt dan bij een bestand. 'Eruditie gaat Zelfverloochening aanvallen met een leger..' Ik kijk verbaasd naar hem. 'Met wat voor leger?' Caleb's gezicht is grijs geworden. 'Met een leger Onverschrokkenen..' Mijn mond valt open. Na dagenlang onderzoek zijn we dít te weten gekomen.

Dit is zo erg! Hoe kan het waar zijn?! Hoe kan Eruditie dit nou doen?! Ik had altijd gedacht dat het eerlijke mensen waren. Dat ze de technologie altijd voor goede dingen zouden gebruiken. Voor het verbeteren van de wereld. En dat is precies waarom ik me aan wilde sluiten bij Eruditie. Maar nu ben ik daar niet zo zeker meer van.

'Wat willen ze bereiken?' vraag ik. Caleb is heel lang stil, maar zegt dan: 'Oorlog.. denk ik.' Oorlog met Zelfverloochening?! Dan snap ik het. De Erudieten willen de Zelfverloochenaars uit de regering krijgen. Ze vinden dat Zelfverloochening geen waarde toevoegt aan het verbeteren van de wereld. Maar wat ze nu van plan zijn.. dat voegt ook geen waarde toe voor het verbeteren van de wereld.

'Wat moeten we doen?!' vraag ik aan Caleb, die wild door de gangen loopt. 'Ik ga naar Zelfverloochening.' Mijn ogen worden groot van schrik. 'Je gaat wát?! Dat kan niet! Je mag niet weg! De inwijding is nog niet afgerond en-' 'Jaiden, ik móet! Ik moet de Zelfverloochenaars waarschuwen!' Ik ga voor hem staan, zodat hij wel móet stoppen met lopen. 'Oké.. ik ga met je mee.' Hij schudt zijn hoofd. 'Nee, je gaat niet mee. Je weet niet waar je jezelf instort.'

'En jij wel?!' Ik schreeuw het bijna naar hem en daardoor komt hij weer bij positieven. 'Jaiden.. ik móet dit doen,' fluistert hij. 'Het is mijn oude factie, maar ze verdienen het niet om zomaar vermoord te worden! Al die onschuldige mensen. Mijn ouders..' Hij bijt op zijn lip. 'Laat me dan meegaan,' smeek ik. Hij schudt zijn hoofd. 'Nee. Ik wil niet dat je in gevaar komt of gewond raakt.'

'En ík wil niet dat jíj in gevaar komt of gewond raakt!' Hij pakt mijn handen vast. 'Ik zal niet gewond raken, ik beloof het.' Er komen tranen in mijn ogen. Wil hij echt weggaan? Terug naar Zelfverloochening en daar iedereen waarschuwen?! Hij wordt dan als een verrader beschouwd en zal hier nooit meer welkom zijn. Hij zal misschien wel factieloos worden.

'Hoe kun je dat nou beloven?!' roep ik uit. 'Ze gaan..' Ik ga zachter praten. 'Ze gaan mensen vermóórden!' Hij knijpt in mijn handen. 'Ik zorg ervoor dat ik niet-' 'En ik dan, Caleb? En ik dan?' Ik kijk hem smekend aan. 'Alsjeblieft, blijf hier. Voor mij?' Ik zie dat hij twijfelt. Hij twijfelt meer dan ik in eerste instantie gedacht had.

En dan besef ik dat ik egoïstisch ben. Wil ik echt al die onschuldige mensen dood laten gaan, omdat ik Caleb dicht bij me wil houden? Omdat ik niet wil dat hij gewond raakt, omdat ik.. omdat ik wat, van hem hou? Ja. Maar in Zelfverloochening wonen ook mensen die van elkaar houden. Hij heeft gelijk, hij moet dit doen.

Ik sla mijn armen om hem heen. 'Wees voorzichtig, alsjeblieft..' Hij slaat zijn armen om me heen en drukt me stevig tegen zich aan. 'Natuurlijk, dat beloof ik. Als dit allemaal achter de rug is, zal ik terugkomen en je halen.. als je dat wilt.'

Betekent dat dan dat ik Eruditie moet verlaten? Ja. Wil ik dat wel? Ja. Hoe Eruditie met al die onschuldige mensen omgaat, keur ik niet goed. En daar wil ik later geen deel van uitmaken. En als dat betekent dat ik factieloos word.. Ik slik. Dat moet dan maar. Dit is onwerkelijk. Gaan we ons nu ineens in een oorlog storten?! Ik wist niet eens dat oorlogen écht bestonden. Ik dacht dat ze altijd alleen maar verzonnen waren om ons bang te maken en ons in toom te houden.

'Natuurlijk wil ik dat,' zeg ik. Het voelt nog steeds zo onwerkelijk. Wat gebeurt er?! 'Als het voorbij is, kom ik je ophalen. Ik beloof het.' Caleb slaat zijn armen weer om me heen en knuffelt me stevig. Ik klamp me aan hem vast. Ik wil niet dat hij weggaat, maar hij heeft gelijk. Hij moet de Zelfverloochenaars waarschuwen. En daarna komt hij terug om mij op te halen. Kan dat wel? Ja, als hij het zegt, kan dat.

Ineens kust hij me. En deze kus is heel anders dan alle kussen die ik ooit gehad heb van hem. Deze is gehaast en dwingend, maar het voelt nog steeds goed. Hij drukt me heel dicht tegen zich aan. Maar ik weet dat dit nu niet kan, dat hij me los moet laten. En ik moet er niet hopeloos uitzien als hij vertrekt, want hij vindt het al zo moeilijk om te gaan. Daarom verslap ik mijn greep en laat ik hem los.

'Je moet gaan.' Ik probeer te glimlachen. 'Ik ga wel op de uitkijk staan om te zorgen dat je veilig wegkomt.' Hij knikt en kijkt me verlangend aan. Nadat hij me nog een kus gegeven heeft, zegt hij: 'Ik kom je halen. Ik beloof het.'

En ik geloof hem.

Divergent: Caleb PriorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu