Verraad

449 30 1
                                    

We zijn nu al bijna een week verder en we hebben nog steeds niks gehoord van de groep die doorgegaan is. Ik weet dus niet eens hoe het met Caleb gaat. Caleb.. Zijn naam brengt een steek van verlangen in me op. Ik zou zo graag willen dat hij hier was. Dat ik zijn armen om me heen zou kunnen voelen. Zijn stem zou kunnen horen. Ik mis hem nu nog erger dan de vorige keer.

Maar we zijn nu al wel verder met de gadgets die we aan het produceren zijn. We hebben al een prototype van een stroomschok wapen. Als je een persoon daarmee aanvalt, zal diegene verlamd raken. Niet permanent, maar toch wel een lange tijd. Het heeft ons een tijdje gekost om het te perfectioneren, maar Fernando zegt dat het goed werkt. Cara heeft het getest op hem, dat was wel grappig. Oké, stiekem was het ook een beetje zielig.

Fernando is heel aardig en ik heb er best wel spijt van dat ik nooit eerder met hem gepraat heb. Maar dat neemt hij me gelukkig niet kwalijk. Cara is een stuk vrolijker nu we zo bezig zijn met de gadgets, maar ik zie nog steeds het verdriet dat ze heeft om Will. En terecht, je zal je broer niet snel vergeten. Ik vraag me af hoe het met Christina gaat.

We schrikken allemaal op als er een paar nieuwe mensen binnenkomen. Ze vertellen dat het bijna zover is; dat we bijna het hoofdkwartier van Eruditie aan kunnen vallen. Ik slik. Nu al? Ze vertellen dat ze in Zelfverloochening blijven en ze vragen of er mensen zijn die mee willen. Ik kijk Nora aan. Ík wil mee. Misschien is Caleb daar wel!

'Ja hoor, ga maar,' zegt Cara als ik gevraagd heb of het oké is als Nora en ik meegaan. 'Echt waar?' zeg ik. Ze knikt. 'Ja, ik red me wel. Ik heb Fernando nog. Toch?' Fernando grijnst. 'Ja, als je maar nooit meer dat wapen op me uittest.' We beginnen te lachen. 'We zien jullie snel weer,' zegt Cara. Ik knik en glimlach. 'Ja, tot snel.'

Nora en ik zitten alweer in de trein en nu merk ik pas hoe moe ik eigenlijk ben. De laatste paar weken zijn nogal hectisch geweest. Ik wist nooit dat oorlog echt bestond, en nu staan we op het punt er eentje mee te maken. Ik zou willen dat ik iets meer kon doen. Dat ik ook lichamelijk van pas kwam. Maar ik kan niks meer dan mijn hersenen gebruiken.

Nora pakt mijn hand vast als we bijna bij de Zelfverloocheningswijk zijn. 'Zal hij daar zijn?' vraag ik mezelf hardop af. 'Ik weet het niet..' zegt Nora eerlijk. 'Dat durf ik niet te zeggen.' Ik knik. Zouden Robin, Tara en Evy nog voor Eruditie werken? Vast wel, anders hadden we ze wel eerder gezien. Van Evy kan ik het nog verwachten, maar van Robin? Ik had nooit gedacht dat hij hieraan zou meewerken.

Als de trein gestopt is, springen Nora en ik eruit. We zijn niet de enigen die meegekomen zijn naar Zelfverloochening, maar het zijn er echt weinig. Ik wilde liever ook doorwerken aan de gadgets, maar ik moest weten of Caleb hier is. Mijn hart klopt in mijn keel als we dichterbij de wijk komen. Ik zie een paar bekenden, maar geen Caleb. We worden begeleid naar de woonkamer van een Zelfverloocheningshuis. Het ziet er grijs en saai uit.. ik ben blij dat ik hier niet gewoond heb.

Als we de woonkamer binnenkomen, verstijf ik. Bijna iedereen die iets meer dan een vage kennis is, is hier. Ik zie Tris met een paar andere Onverschrokkenen, inclusief Four. Dat is haar vriend, geloof ik. Ik zie zelfs Peter in een hoekje van de kamer zitten. Hij kijkt onverschillig naar ons op, maar kijkt dan weer gewoon voor zich uit. De meeste mensen die ik niet ken, kijken me aan alsof ik gek ben. Waarom?

Zodra Tris hoogte van me krijgt, staat ze op en loopt ze naar Nora en mij toe. Ze kijkt me verdrietig aan en schudt haar hoofd. Wat is er?! 'Het is zo erg..' Ik kijk haar geschokt aan. 'Wat is er gebeurd?!' Is Caleb dood?! Paniek overspoeld me. Nee, Caleb kan niet dood zijn. Maar hij is hier ook niet..

'Je weet het niet?' zegt ze ongelovig. Ik schud langzaam mijn hoofd. 'Caleb..' stoot ze uit. Dus toch. Hij is dood. Mijn hart klopt in mijn keel, maar ik voel niks. Tris schudt haar hoofd. 'Hij werkt voor Jeanine.' Mijn eerste reactie is om in de lach te schieten, omdat dit niet kan. Caleb, die voor Jeanine werkt?! Dat kan helemaal niet. Christina komt naast Tris staan. 'Hij heeft haar geholpen om informatie te krijgen over Tris. Hij heeft ons gewoon verraden!'

Beelden van Caleb en mij schieten door mijn hoofd. Pratend, lachend, knuffelend, zoenend.. Caleb een verrader? Dat kan niet.. Maar ik zie aan hun gezichten dat ze bloedserieus zijn. 'Hij werkte al die tijd al voor Jeanine.' Ergens vaag hoor ik Christina zeggen dat we even moeten gaan zitten, dus dat doen we. Dan legt ze uit wat er allemaal gebeurd is.

Overschrokken verraders hebben hen aangevallen toen ze nog in Oprechtheid waren. Toen zijn ze naar het hoofdkwartier van Onverschrokkenheid gegaan en daar gebeurde er iets raars: Jeanine had via een serum macht gekregen over degene waar ze macht over wilde krijgen. Ze zorgde ervoor dat drie mensen zichzelf van het dak wilden werpen, maar Tris en Christina hadden iemand gered. - Christina heeft Tris vergeven, trouwens - En Jeanine zei dat het net zo lang door bleef gaan totdat een Afwijkende zichzelf zou melden bij Eruditie.

Tris is gegaan en daar werd ze in de cel gestopt. Peter werkte ook voor Jeanine en bracht haar steeds naar kamers toe. Ze kreeg een angstserum ingespoten die tot in haar diepste angst doordrong en Caleb heeft daaraan meegewerkt. Hij heeft Jeanine verteld dat ze voor drie facties geschikt was. Tris werd naar haar executie gebracht en zou een serum ingespoten krijgen waardoor ze dood zou gaan. Maar ze ging niet dood, ze raakte alleen verlamd. En toen heeft Peter gezorgd dat zij en Four konden ontsnappen.

Ik kan het gewoon niet geloven. Caleb die werkt voor Jeanine?! Hoe kan hij ons dit nou aandoen?! Mijn hart breekt. Hij heeft ons verraden voor Jeanine. Hij heeft míj verraden voor Jeanine. Hij deed alsof hij niet bij haar hoorde, terwijl hij in werkelijkheid de hele tijd voor haar werkte. Ik heb Eruditie verlaten, mede voor hém! Om te weten te komen of hij nog leefde. Ik krijg tranen in mijn ogen. Dit is de eerste keer dat ik echt moet huilen sinds alles wat er gebeurd is. Dit is gewoon teveel. Ik hoor zijn stem, die in mijn oor fluistert dat hij van me houdt. Maar dat is allemaal gelogen. Alles is gelogen. Hij houdt helemaal niet van mij, anders had hij dit nooit gedaan. Anders had hij me nooit verraden.

Ik word er zo misselijk van. Ik heb alles voor hem overgehad. Nou ja, bijna alles. Ik trek mijn knieën op en sla mijn armen eromheen. Nora slaat haar arm om me heen. Caleb heeft iedereen verraden. Dat hij mij verraden heeft is al erg genoeg, maar Trís! Zij is zijn bloedeigen zus! Hoe kan hij dat nou doen?! 'Factie boven bloed, hè,' zegt Tris. De kamer begint te draaien. Snel sta ik op en loop ik de gang op. Ik zie een trap en ga naar boven.

Als ik in een willekeurige kamer ben, ga ik op het bed zitten. Niet veel later komt Tris binnen. Ze gaat naast me zitten en kijkt me aan. Ik heb het nooit durven zeggen, maar ik sinds ik haar gezien heb, kijk ik tegen haar op. Ik heb zoveel bewondering voor hoe ze dit allemaal doet. 'Ik kan het niet geloven,' fluister ik. 'Hoe kan hij dit nou doen?! Je bent zijn zús!' Ze schudt haar hoofd en zucht.

Een tijdje zeggen we geen van beide iets, maar dan zegt ze: 'Weet je.. dit is zijn kamer.' Ik kijk op. 'Is dit jullie huis?' Ze knikt. Ik weet dat ze aan haar ouders denkt. Caleb was echt de enige die ze nog had. En nu heeft hij haar verraden. Plotseling word ik zo boos op hem dat ik het uit zou willen schreeuwen. Al die keren dat hij me vastgehouden heeft. Dat hij me gezoend heeft! Dat hij zei dat hij van me híéld! Het is allemaal nep geweest. Hij kan niet echt van me gehouden hebben.

Op een gegeven moment komt Four naar boven. Hij gaat naast Tris zitten en pakt haar hand vast. Het beeld schokt me. Zij heeft hem tenminste nog. En ik heb helemaal niemand meer. Als vriend, bedoel ik dan, want ik weet dat ik Nora heb. Verdoofd sta ik op en loop ik naar een andere kamer, waar ik op de grond tegen de muur aan ga zitten. Dan beginnen de tranen pas echt te vloeien. Als Nora komt, ga ik dit keer niet weg. Ze slaat haar arm om me heen en ik leg mijn hoofd op haar schouder.

De woede ebt maar niet weg, ook niet als ik in slaap val.

Divergent: Caleb PriorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu