Keuze

410 27 4
                                    

'Beatrice?' Ik merk hoe zijn stem verandert in spijt, of zo neem ik het in ieder geval op. Ik durf niet op te kijken van mijn computer, want ik sta nu met mijn rug naar hem toe. En dat wil ik graag zo houden. Ik weet namelijk niet of ik uit elkaar val als ik me omdraai.

'Wat jullie ook zoeken, jullie gaan het hier niet vinden.' Zijn stem klinkt al meer als eerst, voordat hij wist dat wij het waren. 'Oh ja?' hoor ik Marcus zeggen. 'Waar dan wel?' Caleb geeft geen antwoord. Ik merk dat ik de enige ben die nog niet omgekeken heeft, maar ik kan het gewoon niet. 'Kom, we gaan verder,' zegt Marcus dan. 'Dat kan ik niet toestaan,' zegt Caleb. Dan draai ik me om.

Dat kan hij niet toestaan?! Hij kan niet toestaan dat wij, de goeden, de waarheid boven tafel willen krijgen, wat die waarheid dan ook inhoudt?! Hij kan niet toestaan dat zijn bloedeigen zus erlangs kan gaan, zodat deze oorlog misschien wel voorbij zal zijn?!

Als zijn ogen de mijne kruisen, zie ik zijn lichaam een klein beetje schokken. Hij kijkt me aan alsof hij niet gelooft dat ik hier ben. Dan zie ik iets anders in zijn ogen. Pijn? Verdriet? Verlangen? Of zijn dat allemaal dingen die hij zo goed weet te acteren, en in werkelijkheid niks meer voorstellen? Ik slik. 'Wat? Had je mij hier niet verwacht?' Mijn stem klinkt verwijtend, wat precies de bedoeling was.

Hij zegt nog steeds niks. 'Kom, we gaan,' zegt Marcus. Caleb kijkt hem aan en schudt zijn hoofd, maar dan geeft Marcus hem een klap tegen zijn kaak met het pistool dat hij vast heeft. Caleb verliest zijn evenwicht en valt op de grond.

'Kom,' zegt Marcus nog eens. 'We gaan.' Hij is de eerste die de ruimte uitloopt, gevolgd door een paar anderen. Ik zie Tris naar Caleb kijken, maar dan loopt ze toch door. En ik weet dat ik nu laatste ben en dat ik zo snel mogelijk de deur uit moet lopen, maar ik kan het gewoon niet. Nora pakt mijn hand vast en wil me meetrekken, maar ik schud haar los. Ze kijkt me vragend aan en ik beantwoord haar blik.

Ze geeft me een knuffel en knikt. Daarna loopt ze weg en blijf ik alleen achter met Caleb. Ik wil tegen hem schreeuwen. Ik wil tegen hem zeggen dat hij een eikel is. Dat hij ons allemaal verraden heeft en ik het hem nooit zal vergeven. Dat ik hem haat! Maar tegelijkertijd weet ik ook dat dat niet waar is. Ik haat hem niet, ik heb hem juist gemist. Zijn zachte, warme, comfortabele armen om me heen. Zijn lippen op de mijne.

Ik voel dat kriebelende gevoel in mijn buik die ik voelde toen ik besefte dat ik verliefd op hem was. Toen hij me op het feest vertelde dat hij verliefd op me was en me in de kleine kamer gezoend had. Toen hij me in de gang gezoend had en kwam met die onderzoeksvraag. Toen we in Oprechtheid dicht bij elkaar zaten en hij me vasthield.

En ik besef dat ik nog steeds verliefd op hem ben. Dat ik van hem hou. Dat ik niet zonder hem kan. Ik wil naar hem toe gaan, bij hem neerknielen en hem verzorgen. Maar dat is zo tegenstrijdig met wat ik zou móeten doen.

'Je hebt ons verraden,' zeg ik dan zacht. 'Je hebt me niet eens verteld dat je al die tijd voor Jeanine werkte.' Caleb gaat tegen de muur aanzitten en legt zijn hoofd er tegenaan. 'Ik wilde je geen pijn doen..' Zijn stem breekt en het breekt mij ook. Het schuldgevoel druipt ervan af. 'Je wilde me geen pijn doen?!' Mijn stem slaat over. 'Caleb, achter mijn rug om heb je samengewerkt met Jeanine! Toen ik dacht dat je Tris zou helpen, die je trouwens óók verraden hebt, je bloedeigen zus! Toen ben je in werkelijkheid naar Jeanine gegaan! Om haar te helpen Tris te mártelen!'

Hij krimpt ineen bij de woorden die ik naar hem uitschreeuw, maar ik ben nog niet klaar. 'Je hebt mijn hart gebroken! Maar dat maakt je vast niet uit, aangezien het je niet eens iets doet dat je Tris verraden hebt!' Hij schudt zijn hoofd. 'Ik-' 'Nee, je luistert nu naar mij!' roep ik. 'Al die keren dat je zei hoe leuk je me vond! Hoeveel je van me hield! Elke keer als je je armen om me heensloeg, me zoende.. Het is allemaal nep geweest! Maar nee hoor, je wilde me geen pijn doen.'

Divergent: Caleb PriorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu