Hoofdstuk 6

150 6 0
                                    

'We hebben groot nieuws,' begon moeder opgetogen. Ze straalde en glimlachte oprecht. De rimpels rond haar glimlach waren duidelijk te zien. Ondanks haar al ietwat verouderde uiterlijk werd ze door iedereen jong geschat. Ze werd beschouwd als jonge, wijze vrouw door de meeste inwoners. Ze was erg geliefd onder het volk. Eigenlijk was ze dat altijd al geweest. Na haar vaders harde aanpak bracht moeder de rust en vrede in ons land terug. Dat wilde ik voortzetten.
'We houden een kerstbal,' maakte Bernhard bekend. Het verliefde stel keek elkaar intens gelukkig aan. Waarschijnlijk waren de voorbereidingen al volop aan de gang. Ik had ooit eens een dienstmeisje horen zeggen dat het rond Kerstmis erg druk was. Er werd veel georganiseerd in die tijd. Al vanaf toen ik klein was werd ik meegesleept naar vele feesten.
'En dan gaan we daar onze bruiloft aankondigen,' zeiden ze praktisch tegelijk. Ik keek ze aan en gaf hen een vragende blik. Ze negeerden mijn teken van onbegrip volkomen, merkte ik op. Toch wilde ik me niet zo snel gewonnen geven en deed nog een poging: 'Hoe komen jullie plotseling op dat onderwerp?' Ze keken elkaar betrapt aan. Ik wist dat er iets aan de hand was, maar ik had geen idee wat het kon zijn. Mijn nieuwsgierigheid vergrootte met de seconde.
'Lieverd, de bruiloft met Mathias is zo goed als geregeld. Hij komt overmorgen aan.' Ze keek mij emotieloos aan, ik keek haar gechoqueerd aan. Toch zwegen we beiden.
Als het over mij ging was haar wil wet, dus leek het me niet slim er tegenin te gaan, maar ik was absoluut tegen de bruiloft. Het gebeurde vrijwel nooit dat een huwelijk was gebaseerd op liefde. Met een gelukkig huwelijk kwamen er velen uit jaloezie achter je aan en probeerden je man van je weg te nemen. Mijn moeder was een van die gelukkigen -hoewel ze het achteraf ziet als ongeluk- die trouwden met hun geliefde. Mijn vader had ons verlaten toen ik nog maar net geboren was; het hoffelijke leven was niet voor hem weggelegd, hij wilde reizen, de wereld in. En daar gaf ik hem gelijk in. aan het hof was het niet erg interessant, altijd was het hetzelfde liedje. Inmiddels had ik van nagenoeg elk hoekje in het kasteel al een tekening gemaakt. Ik wilde iets nieuws, iets verrassend, iets waarvan ik nog geen tekening had gemaakt. Een avontuur! Mijn interesse in tekenen en reizen had ik van mijn vader geërfd, want mijn moeder had last van heimwee. Ik wilde ergens naartoe, terwijl zij liever bij het raam haar borduurwerkjes afmaakte. Mijn wens was de wereld in te gaan, al was het maar een dorpje dat net iets verder van ons vandaan lag dan het dorp waar alle dienstmeisjes op de markt ingrediënten kochten. Ik moest nog even wachten en dan zou ergens anders naartoe gestuurd worden. Als ik getrouwd zou zijn zou ik weggaan. Mathias was een graaf van een plek vier dagen reizen hiervandaan. Ik zou vanuit zijn kasteel koningin worden. Toch zou ik binnen moeten blijven, borduren en verlangend uit het raam staren. Ik verwachtte dat ik niet weg mocht van Mathias. Hij zou het me waarschijnlijk verbieden. Ondanks mijn moeders "mislukte" huwelijk verlangde ik ernaar uit liefde trouwen. Er was een kleine kans dat dat ook werkelijkheid werd, maar ik had de hoop nog niet opgegeven. Correctie, voordat ik hoorde over mijn bruiloft met Mathias, daarna had ik de hoop opgegeven. De brok in mijn keel was amper weg te slikken, maar toch lukte het me.
'Moeder, is er echt niks aan te doen? Moet ik werkelijk trouwen met Mathias?' Ze knikte resoluut haar hoofd. Zuchtend keek ik naar het nog volle bord met eten dat voor me klaar stond. Ik prikte erin en staarde ernaar, maar at niks op. Het hongerige gevoel van hiervoor was totaal weg.
Ik liep -hoe onbeschoft dat ook mocht zijn- meteen weg nadat iedereen klaar was. Ik werd nog teruggeroepen, maar liep vastberaden door. Allen keken me nadenkend aan, maar ik werd niet nogmaals teruggeroepen. Gemompel klonk op toen ik de zaal achter me liet, maar het interesseerde me niet. Ik wist zeker nooit te kunnen trouwen met mijn ware liefde, wie dat ook mocht zijn. Mathias was het absoluut niet. Ik kende Mathias al erg lang. Vroeger was hij nog beleefd en braaf, maar dat was, wist ik, verleden tijd. Hij was de oude niet meer en zou dat ook nooit meer worden. Het adellijke leven beviel hem maar al te goed. Diep van binnen miste ik hem. Iets wat in een vorig leven leek, maar werkelijk enkele jaren geleden was, was ik verliefd op hem. Ik hield van hem. Zielsveel. De laatste keer dat ik hem had gezien was hij veranderd. Hij was grof en vooral uit op geld. Als je diep in zijn ogen keek zagen jaren geleden liefde, vriendelijkheid. Als ik dat deed bekroop een warm gevoel me vanbinnen. Als je nu in zijn ogen zou kijken -wat ik snel daarna ook zou doen- is er haat te zien. De vriendelijkheid werd vervangen door woede.

Eenmaal aangekomen bij mijn bed liet ik me zuchtend achterover vallen. Hoewel ik mijn twijfels had over het huwelijk zou geen haar op mijn moeders hoofd eraan denken het ook maar te heroverwegen. Het stond vast, ik zou trouwen met Mathias. Ik had geen keuze. Maar ook mijn moeder niet. De lijder van het land moest een man zijn, een koning. Het was niet verboden om als vrouw het koninkrijk te lijden, omdat je echtgenoot overleden was of je zelfs helemaal niet getrouwd was, maar het was taboe. In ieder geval onder de adel, het was nog nooit gebeurd, dus wat het volk ervan vond was onbekend.

A Princess needs a kingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu