Hoofdstuk 12

109 3 0
                                    

Ik liep Frederik achterna.
Hoe kon ik zo naïef zijn? Na al deze jaren kan ik nog steeds niet geloven dat ik hem vertrouwde, van hem hield. Dat betekent niet dat ik het niet begrijp; hij was nou eenmaal mijn " lieftallige" stiefbroer. Ik had het gevoel dat we een sterke band hadden en vertrouwde hem om die reden. Hem vertrouwen... dat was ongetwijfeld het domste dat ik ooit heb gedaan, maar op dat moment had ik, ondanks mijn buikgevoel dat me zei niet mee te gaan met hem, geen idee wat er stond te gebeuren, dat was zeker. Vertrouwen... de jaren daarna leek het de meest nutteloze eigenschap die moeder natuur je had kunnen geven. Ik zwoor nooit meer iemand te vertrouwen. En dat heb ik nog jarenlang volgehouden. Mijn vertrouwen in mensen is na al deze jaren nog steeds niet volledig hersteld, maar wel verbeterd.
Vergevingsgezindheid... ook dat verachtte ik vanaf toen. Als ik hem nooit had vergeven voor de kus en in de tuin zou zijn gebleven, omdat ik boos was op hem, zou er waarschijnlijk ook minder consequenties zijn geweest.
Tekenen... nooit zou ik het meer doen, nam ik me voor. Als ik namelijk in het kasteel zou zijn gebleven in plaats van de tuin in te gaan om het betoverende plaatje vast te leggen op papier om later in mijn leven terug te kunnen kijken op het kasteel waar ik in opgegroeid was, zou ik op tijd in hebben kunnen grijpen en was de kans groot geweest dat het nooit uit de hand gelopen zou zijn.

Ik liep met hem mee naar de ingang van het sprookjesachtige kasteel waarin wij woonden.
We liepen langs elkaar zonder een enkel woord uit te wisselen; het leek erop dat ook hij zich ongemakkelijk voelde en ik dus niet de enige was die nadacht over de kus.
Nadenken is nog zwak uitgedrukt, ik herhaalde de scène in mijn hoofd opnieuw en opnieuw.
Maar nogmaals, het leek er alleen op. Alles was schijn, niks was nog echt.

Eenmaal bij de ingang aangekomen keek hij me aan met een blik die ik niet gewend was van hem; hij voelde zich schuldig. Hij wist wat er stond te gebeuren en wist dat de keuze om de deuren te openen van het al oude kasteel grote gevolgen zou hebben. Toch was zelfs voor hem niet te overzien wat er zou gebeuren wanneer hij mij naar binnen zou leiden. Op zijn gezicht was medeleven, misschien zelfs wel medelijden te zien. Hij glimlachte zwakjes en keek naar de grond onder zijn voeten. Maar als ik goed had gekeken, zou ik zijn vastbeslotenheid opgemerkt hebben. Hij sloot zijn ogen voor een moment en ademde diep in en opende zijn ogen weer. Hij ademde langzaam, maar gelijkmatig uit. Hij keek me nog een laatste keer aan voordat hij de poorten zou openen. Dat was het moment waarop ik door begint krijgen dat er meer aan de hand was dan de kus van eerder. De vurige expressie in zijn ogen gaf het weg. Te laat... Ik deed mijn best nog excuses te bedenken voor hem, maar het hielp me niet te kalmeren. Ik was verloren en eindelijk had ik het zelf door. Ik was volledig verloren. Met die realisatie ademde ook ik nog eenmaal diep in en uit voor het kasteel binnen te gaan.
Mijn rust zou mijn moeder en mij kunnen redden, mijn eigenwijsheid zou ons fataal kunnen worden.

————
Fijne kerst iedereen! Ik hoop in 2019 meer te publiceren. Ik weet ben er al wel uit hoe ik het verhaal ga laten eindigen, maar dat duurt nog even.

A Princess needs a kingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu