27

477 15 16
                                    

Starend naar de muur voor mij, zat ik in mijn bed. Alles was nog vaag, maar naarmate dat de tijd vorderde begon ik me meer en meer te herinneren. En hoe hard ik ook probeerde om het tegen te houden, de beelden bleven komen. Net zoals de tranen. Ik was al heel de ochtend aan het huilen en de tranen bleven komen. Er was al paar keer een verpleegster langsgekomen die dat probeerde om met mij te praten, maar ik kreeg geen woord over mijn lippen. Het voelde niet vertrouwt niet. Niets voelde nog vertrouwt aan. Alles leek zo bedrukkend. Het was precies of er stonden vier muren rond mij en hoe meer ik nadacht hoe kleiner de ruimte werd. En het verkleinde met de minuut. Ik probeerde de druk langs binnen te evenaren, maar wat doe je daartegen? Je bent zelf al zo zwak en toch moet je met alle kracht die overschiet die muren tegenhouden. Ja, dan bouw je gewoon een muur om je heen. Niets kon nog binnenkomen, maar er kon ook helemaal niets naar buiten gaan. Misschien was dit niet de beste manier om de druk te stoppen, maar het kon gewoon niets anders. Hopelijk kon ik na een tijd de muur stilletjes aan afbreken, maar dat leek er toch niet in te zitten. Een geklop op de deur hield mij uit mijn gedachten. Ik droogde snel mijn tranen en liet de persoon achter de deur binnenkomen. Koen en Tineke kwamen tevoorschijn. "Heey." Zeiden ze beiden. Ik glimlachte zachtjes. Tineke kwam naast mij aan mijn bed staan. "Mag ik je een knuffel geven?" Vroeg Tineke voorzichtig. Ik liet mijn hoofd zakken. "Liever niet, sorry." Zei ik stil. "Daar hoef je geen sorry voor te zeggen. Ik begrijp je. Neem maar rustig uw tijd, je gaat ze nodig hebben." Ik keek haar met een kleine, zwakke glimlach aan. Ik draaide mijn hoofd om naar Koen. Ik vroeg me af wat hij hier deed, Tineke en hij hadden ruzie gehad. Waarschijnlijk was het al opgelost, Tineke kennende. "Hey Brigitte." Ik bleef hem aankijken. Ik toonde geen enkele emotie en had niet de intentie om iets te reageren. "Ik snap dat je boos op me bent en dat mag je gerust blijven, maar ik wil sorry zeggen." Ik keek van Koen naar Tineke en terug. "Wat ik heb gezegd had ik niet mogen zeggen en het is al zeker de waarheid niet. Ik hoop echt dat je het mij kan vergeven, want ook ik kan niet zonder u. Net zoals alle andere collega's." Zei hij me. Ik glimlachte. Koen is en blijft een goede vriend, dus ik kon niet lang boos op hem blijven. "Het is oké, Koen. Ik heb het je al lang vergeven." Hij zuchtte opgelucht en glimlachte. "Dank u, Brigitte." 

Na een half uurtje gepraat te hebben, vertrokken Koen en Tineke terug naar het kantoor. Ondertussen stond er een verpleegster naast mijn bed om alles nog eens na te kijken. "Ik ga ook ineens je verbanden van je polsen verversen. Je mag je mouwen omhoog doen." Zei ze vriendelijk en glimlachte. Ik trok de uiteindes van mijn mouwen over mijn handen en hield ze vast. "Moet dat echt nu? Kan dat niet morgen ofzo?" Vroeg ik bang. "Het moet nu gebeuren. Als uw verband niet ververst wordt kunnen uw polsen beginnen ontsteken." Ze verdween de kamer uit. Ik zuchtte, trok mijn mouwen op en draaide mijn hoofd naar de raam. De verpleegster kwam terug binnen. "Ik zal het zo snel mogelijk doen." Zei ze. Ik hoorde ze iets op het tafeltje naast mijn bed leggen en het rek van mijn bed omlaag doen. "Ik ga even je arm draaien. Niet verschieten." Zei ze met een zachte stem. Ik voelde haar hand in de mijn en niet veel later werd mijn arm gedraaid. Haar reactie was zoals ik het verwachtte. "Mevrouw..." Ik keek haar met tranen in mijn ogen aan. "Het is oké. Ik ga het verzorgen." Weer verdween ze de kamer uit en kwam ze terug met ontsmettingsmiddel, kompressen en een verband. "Wanneer heb je dat gedaan?" Vroeg ze terwijl ze een kompres uit de verpakking haalde. "Vanochtend." Antwoorde ik stil. Ze nam voorzichtig mijn arm vast en keek naar de wonden die ik had gemaakt. "Er zitten er redelijk diepe tussen. Ik ga de dokter er even naar laten kijken." Ze riep de dokter op. Terwijl we op de dokter wachtte ververste ze het verband aan mijn pols. "Heb je het op beide armen gedaan of alleen op de deze?" Vroeg ze me. "Alleen mijn linkse." Ze knikte en ververste het verband van mijn andere pols. Na een aantal minuten kwam de dokter binnen. "Goedemiddag, vertel het eens." Zei ze vrolijk terwijl ze mijn kamer binnenkwam. Ze kwam aan mijn bed staan en zag al direct wat er aan de hand was. Ze nam mijn arm vast en keek naar de wonden. "Wanneer is dit gebeurd?" Vroeg ze. "Vanochtend." Antwoorde de verpleegster in mijn plaats. "Gewoon proper maken en afplakken. Straks de pleisters eraf doen, als het gestopt is met bloeden mag het zo blijven. Anders verband." Zei de dokter. De verpleegster knikte. De dokter verliet de kamer. "Heb je dit al eens eerder gedaan?" Ze depte met een kompres op mijn wonden en keek me aan. Ik knikte. "Vroeger als tiener. Ik was in een depressie beland, maar daar ben ik snel terug uitgekomen." Vertelde ik. Ik had dit nog nooit tegen iemand gezegd, zelfs niet tegen Eric. "Je hebt zo te horen al veel gemaakt, maar toch sta je hier nog. Daar heb ik veel bewondering voor." Zei ze met een glimlach. Ze plakte twee grote pleisters op mijn arm. Ik trok mijn mouw terug omlaag. "Zou ik naar Eric mogen?" Ze keek me vragend aan. "Eric? Is dat uw beste vriend dat hier in het ziekenhuis ligt?" Vroeg ze onzeker. Ik knikte. "Ja tuurlijk. Het zal jullie beiden deugt doen. Ik zal ineens alles afkoppelen en kledij geven." Ik glimlachte en bedankte haar. Ze trok de kabel van de baxter, die net leeg was, voorzichtig uit mijn arm en ruimde het op. Ze gaf me kledij en verliet de kamer. Ik kleedde me om en stond recht. Ik liep voorzichtig mijn kamer uit richting de balie. Ik vroeg op welke kamer hij lag en als ik dat wist liep ik direct naar zijn kamer toe.

Na een lange en toch wel vermoeiende wandeling in de gangen van het ziekenhuis kwam ik aan de deur van Eric zijn kamer die openstond. Ik klopte aan en ging voorzichtig naar binnen. "Oei, heb ik je wakker gemaakt?" Eric geeuwde en knikte. "Maar jij mag dat." Zei hij met een glimlach. Ik glimlachte en zette me op de stoel naast zijn bed neer. "Hoe gaat het met u?" Vroeg ik hem en richtte mijn ogen op zijn borst. "Gaat wel. Ik voel me al vele beter. Hoe gaat het met jou?" Hij zette zichzelf recht in het bed en keek me bezorgd aan. Ik haalde mijn schouders op. "Ik heb me al beter gevoeld." Zei ik stil en liet mijn hoofd zakken. "Wil je erover praten?" Ik schudde mijn hoofd. Niets kon erin, maar er ging ook niets uitkomen. "Als je er klaar voor bent, sta ik voor je klaar! Onthoudt dat alstublieft. Ik weet dat je het moeilijk hebt, maar wij zijn er allemaal voor u te helpen." Ik glimlachte en bedankte hem. "Het was verschrikkelijk. Het..het was gewoon erg verschrikkelijk. Ze hebben mij zoveel pijn gedaan en het doet me nog steeds heel veel pijn." Zei ik hem. Ik twijfelde even of ik verder zou gaan, maar ik besloot het toch maar te zeggen. "Maar niets deed mij zoveel pijn als toen ik te horen kreeg dat Willem u had neergeschoten. Toen stortte mijn wereld pas echt in." Hij leek niet te weten wat antwoorden. "Sorry voor alles Eric. Ik wou u dit echt niet aandoen." De tranen begonnen stilletjes aan over mijn wangen te stromen. "Sjoeke nee, dat moet je echt niet zeggen. Ik weet dat jij er niets aan kon doen en ik weet ook dat je er alles voor hebt gedaan om Tineke en mij te beschermen. En ook al had je dat niet moeten doen, het toont nogmaals dat jij de beste collega bent die wij ons kunnen voorstellen." Zei Eric. "Sorry als ik het tussen ons ook heb verpest." Hij liet zijn hoofd zakken. Alles tussen ons leek verdwenen te zijn. We waren gewoon weer twee collega's die beste vrienden zijn geworden. En vanaf dit moment beseft ik dat ik niet alleen Eric en mezelf kapot heb gemaakt, maar ook ons. Dat brak me nog meer dan al de rest. Ik barstte in tranen uit. Ik moest hier echt weg. Weg van alles en iedereen. Een nieuw leven opstarten, een nieuwe Brigitte, een nieuw persoon. Ik stond recht en maakte aanstalten om Eric zijn kamer te verlaten.

De Buurtpolitie- Achter gesloten deurenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu