6

658 22 3
                                    

Het was vroeg in de ochtend als ik in het park zat. Schuilend tussen bomen en struiken zodat Willem mij niet zou vinden. Met tranen die over mijn wangen rolden en met pijn van wat hij gedaan heeft. Het is de eerste keer dat dit gebeurd. Normaal gezien slaapt hij nu, maar vannacht stond hij ineens in het tuinhuis waar ik in moest slapen. Hij begon naar me te roepen en te slaan. Aangezien ik de kans zag om te gaan lopen deed ik dat dus ook en nu zit ik hier. Na een lange tijd hoorde ik Willem mijn naam roepen. Het wegsnikken van mijn tranen verried duidelijk waar ik zat, want niet veel later kwam Willem tevoorschijn. "Gij gaat wat meemaken nu!" Nog maar zonder een waarschuwing of bevel te geven nam hij mijn arm stevig vast en trok me weg. "Wie denk jij wel dat jij bent?" Hij nam mijn haren vast en trok me mee. "Durf nog één keer weg te lopen en ze zien u nooit meer terug he!" Riep hij uit. We waren ondertussen al in onze straat gekomen. Ik schreeuwde het uit van de pijn. "Laat me los!" Riep ik luid maar in de plaats daarvan stampte hij mij onderuit waardoor ik met een klap op de grond viel. "Gij gaat mij hier niks bevelen he! Ik ben hier de baas, begrepen?" Ik keek hem met betraande ogen aan. Aangezien ik niet direct reageerde sloeg hij mij int gezicht. "Begrepen?" Riep hij uit. "Ja." Zei ik stil. Hij trok me aan mijn arm vast en trok me hevig recht waarna hij me meetrok naar huis. Thuis aangekomen sloeg hij mij nog een paar keer voor dat hij mij naar boven liet gaan zodat ik mij kon klaarmaken voor te gaan werken. "Het is al 8uur voorbij dus doe maar voort." Ik geraakte in een paniekaanval. Ik liep snel over en weer en na een half uur was ik klaar. Het schminken was snel gedaan maar als het niet goed was kon ik dat nog op het bureau doen. Ik liep naar beneden, nam mijn gsm en sleutels en liep naar mijn auto. Net voor ik de deur sluit hoor ik Willem nog roepen. "Zie dat je op tijd thuis bent!" Ik sloot de deur en stapte de auto in. Na tien minuten rijden bereikte ik het kantoor. Ik keek in de spiegel om te zien of mijn schmink goed was en liep dan naar binnen. "Brigitte, Eric is al bezig met een zaak. Een vrouw wou een klacht indienen. Maar je moet eerst naar de chef." Zei Patrick aan het onthaal. "Oké, dank u!" Ik liep snel door naar het kantoor van de chef en klopte aan. Hij liet me binnenkomen. "Chef, sorry dat ik te laat ben. Ik had me overslapen en Willem was al vertrokken. Echt sorry." Zei ik als ik nog maar net het kantoor binnen stapte. "Het is goed voor ene keer Brigitte. Volgende keer worden het overuren." Ik knikte. "Is goed, chef." Ik glimlachte. "Dan mag je gaan. Eric is al bezig met een zaak." Ik knikte. "Ik weet het. Patrick heeft het mij al gezegd." Hij glimlachte en liet me vertrekken. Net als ik het kantoor van de chef uitkom zie ik Eric met een vrouw buitenkomen. De vrouw kwam mij bekend voor, maar ik wist niet van waar."Wij zullen het zo snel mogelijk oplossen mevrouw Verbeeck." Verbeeck, nu weet ik het weer. Dat is een buurvrouw van mij. Ik probeerde haar te ontwijken, misschien heeft ze wel gezien wat er gebeurd is vanmorgen op straat en gaat ze er iets over zeggen ofzo. Als de vrouw werd meegenomen door Niels naar het onthaal zag Eric me staan. "Ah, je komt dan toch nog?" Zei hij en onderdrukte een lach. "Sorry, heb me overslapen." Ik ging naar hem toe en gaf hem een kus op de wang. Normaal doen we dat altijd, maar de laatste tijd was het minder geworden. "Ah amai, dat is lang geleden seg." Lachte hij weer. We gingen beiden ons kantoor binnen. Eric nam de laptop en zette die op het bureau terwijl ik op de bureaustoel ging zitten. "Seg, gij woont toch in de melgesdreef he?" Vroeg hij me. "Eeh ja, waarom?" Ik keek hem vragend aan. "Uw buurvrouw is net melding komen geven van geluidsoverlast." Ik hoopte zo hard dat ze niks had gezien. "Huh? Geluidsoverlast?" Hij knikte. Hij begon de essentie uit het verslag van de vrouw te vertellen. "Geluidsoverlast van paar huizen verderop. Merkt het vooral in de avond op, maar tegenover is het erger geworden. Vannacht was het weer en ze was het beu dus kwam ze het melden." Ik keek hem verbaasd aan. "En daarvoor komt zij naar hier? Ze kan dat niet gewoon aan mij melden? Ik hoor niks hoor." Zei ik hem. "We zullen in de buurt daar gaan patrouilleren dan he." Zei hij. Ik schudde mijn hoofd. "Dat heeft toch geen nut. Als ze zegt dat het vooral in de avond is, plus ik hoor niks dus." Hij haalde zijn schouders op. "Dan zullen we eens bij de ander buren eens gaan horen he." Weer schudde ik mijn hoofd. "Ik heb irritante buten. Laten we maar gewoon gaan patrouilleren dan." Hij knikte en nam zijn jas en sleutels. "Trouwens, heb je al eens gezien hoe oud ze is. Ik denk dat ze vergeet om het volume te veranderen als ze het in heeft." Zei ik als ik Eric naar de auto aan het volgen was. Hij begon hard te lachen. "We gaan gaan patrouilleren. Tot straks." Zeiden we tegen Patrick. Hij knikte.

We waren al een uur aan het patrouilleren als Eric plots de auto aan de kant zette. "We zullen even te voet patrouilleren he. Dan horen we alles beter." De auto stond paar straten van mijn huis geparkeerd. "Moet dat echt? Geloof je mij niet ofzo?" Vroeg ik hem en keek hem met een glimlach aan zodat hij kon zien dat ik het niet serieus meende. "Ik geloof u wel, maar de politie uw vriend he. Dan moeten we laten zien dat we naar iedereen luisteren he Brigitteke." Ik lachte. We wandelden mijn straat in. Aan de kant waar ik vanmorgen werd meegetrokken door Willem. "Brigitte, zie is." Hij sneed mijn pas af en ging naar de straat kant toe. "Watte?" Ik volgde hem en keek naar de plek waar hij naar wees. Er vormde zich een grote rode plek op de grond dat waarschijnlijk bloed voorstelde. Het was hier dat Willem mij op de grond had gestampt dus het kon even goed van mij zijn. Ik bracht mijn hand naar de plek op mijn hoofd waar ik op gevallen was. Het voelde vochtig aan en als ik naar mijn hand keek zag ik bloed. Ik begon te panikeren en veegde snel mijn hand af aan een zakdoek dat in mijn broekzak zat. "Hebt gij niks gehoord vannacht ofzo?" Ik schudde mijn hoofd en hoopte dat hij niet aan mijn gezicht zag dat ik loog. Ik wist goed genoeg van wat dat is, maar dat hoeft hij echt niet te weten. Niemand niet trouwens. "Eens horen bij de mensen hier of ze iets gehoord hebben?" Ik haalde mijn schouders op. "Misschien moet we verder patrouilleren in een andere buurt?" Stelde ik voor. "Brigitteke, we kunnen dit toch niet zo laten. Er is iemand gewond geraakt, wie weet waar die nu is." Het liefst van al zou ik het willen uitroepen dat dit allemaal van mij komt. Dat ik het ongewild slachtoffer ben. Dat ik al jaren wordt mishandeld. Maar het lukte mij niet. Het wou niet over mijn lippen rollen. Hoe graag ik ook wou, het lukte niet. "Kom we zullen is even gaan horen." Hij liep om mij heen en liep over de oprit van mijn buurvrouw. Ik volgde hem in de hoop dat ze mij niet gezien had. Nadat Eric had aangebeld kwam Marianne opendoen. "Goedemorgen mevrouw, Eric Buelens en mijn collega Brigitte Broeckx van de recherche." Ze knikte en glimlachte naar mij. "Goedemorgen Marianne, sorry dat we storen. Maar we hebben een paar vraagjes." Ze keek ons zonder emotie aan. "Gaat het over dat geruzie vanmorgen hier in de straat?" Eric knikte. Ik had zoveel schrik dat mijn hartstilstand leek te hebben. "Hebt u iets gezien?" Vroeg Eric hoopvol. "Nee daar was ik net te laat voor. Maar het was toch geen normale toestand hoor. Ik hoorde een vrouw roepen 'Laat mij los' en dan hoorde ik een serieuze klap en dan wou ik gaan zien maar dan zag ik alleen hoe die man die vrouw meetrok. Dus ik vermoed dat hij haar op de grond heeft geduwd ofzo." Eric keek Marianne geschrokken aan. "Hebt u hen herkend of weet u hoe ze eruit zagen?" Marianne schudde haar hoofd en dat was een opluchting voor mij. "Ze hadden beiden zwart haar. Dat is het enige wat ik heb gezien." We knikten en bedankte haar voor de info. Na nog een paar mensen 'ondervraagd' te hebben hadden we nog steeds dezelfde informatie als at we bij Marianne hadden gekregen, gelukkig. "Allez, veel kunnen we nu niet doen he. We hebben heel weinig informatie." Zei Eric. "Nee inderdaad, maar ik zal het hier meer int oog houden en zien of ze nog is te zien zijn ofzo he." Eric knikte. Ik keek op mijn klok en zag dat het al kwart voor twaalf was. "Het is bijna middagpauze dus we zullen even gaan eten." Hij knikte en wandelde naar de auto. Hij trok een droevig gezicht waardoor ik dus vroeg wat er met hem scheelde. "Nikske. Laar maar gewoon vallen." Zei hij en glimlachte zwakjes. "Eric, er is iets. Vertel het mij gewoon." Hij stopte even en keek me aan. "Het doet me gewoon pijn dat we niets kunnen doen voor die vrouw. Wie weet wat gebeurd er nog allemaal. We weten dat er iets is maar toch..." Hij zuchtte. Ik liet mijn hoofd zakken en liep door naar de auto. "We zullen haar wel vinden." Zei ik en stapte de auto in. "Ik hoop het. Gewoon voor die vrouw alleen al." Zei hij als hij was ingestapt. Hij hoopte te kunnen helpen. En ik hoopte geholpen te kunnen worden. Maar alles hield me tegen om hem iets duidelijk te maken. Ik haatte mezelf hier zo hard voor..

De Buurtpolitie- Achter gesloten deurenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu