("4")

106 11 1
                                    

Ik open mijn ogen. Een koude wind vliegt langs me.

Het is 2 weken later. Ik zit op dezelfde plek. Deze tijd. Dezelfde dag. Dezelfde positie. 

 Een koude wind vliegt opnieuw langs me.  Ik krijg kippenvel. 

Kippenvel... Van de koud. Van een vervelend geluid of van bewondering... Of angst.

Wanneer de koud het lichaam binnendringt. Zullen de hersenen je warm proberen te houden. Ze sturen hulp. Speciale bloedvaten onder de huid. Er stoomt tijdelijk meer bloed door. Ook de spiertjes onder de huid krijgen een signaaltje. Deze liggen onder de haarzakjes. De haarzakjes trekken samen en de haartjes gaan omhoog staan. Om je warm proberen te houden. Ben je daardoor ook dikker als je kippenvel hebt? Geen idee...

Ik kijk om me heen. Ik schrik. Ik zie 2 mensen. Voor me zitten. 2 mensen mijn leeftijd. 

Ze zitten omgedraaid. En dat maakt me bang...

Ze horen me niet. 

De jongen en het meisje zitten dicht bij elkaar. De jongen heeft zijn arm over het meisje heen geslagen. 

Het ziet er warm en lief uit. 

Ik weet, het liefst had ik dat met Alec geweest. Hij, zo dichtbij me. Zijn warmte. Zijn lichaam zijn geest. 

Maar dat gaat nooit gebeuren. Ook al heb ik nog hoop. Maar ga er niet vanuit. 

Waarom wordt ik weer aan hem herinnerd? 

De mensen voor me verdwijnen. 

Het was weer zo ver... 

Ik sta op, en ga naar huis. 

Als ik het huis binnenstap voel ik meteen een warmte. Het gevoel van thuis. Opluchting. Rust. Mijn oma en opa zitten op de bank. Ze hebben allebei een boek in de hand. Lief ziet het eruit. 

"Hallo lieverd." zegt mijn oma wanneer ze wegkijkt van haar boek en me ziet. 

"Hey."

"Hoe was je dag?"

"Wel oké denk ik."

... 

Die avond zitten ik en mijn oma aan tafel. Mijn opa zit op de bank. 

"Oma?" vraag ik langzaam.

"Ja schat?"

"Ik zie steeds meer spoken... Of geesten. Of weet ik veel wat het is..."

"Hoe bedoel je meer?"

"Meer als anders, of in ieder geval, meer die me aanspreken..."

Mijn opa kijkt vanuit de bank naar mijn oma, ze kijkt terug. Ik snap het niet. Wat is er aan de hand? Mijn oma staat op. En loopt naar de zolder. 

Ze komt terug met een boek. Een dik boek. En legt het op de tafel. 


Wonderful (HERSCHRIJVEND)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu