Mijn lichaam loopt een kant op.
Mijn lichaam, ja.
Mijn geest is ergens anders.
Ver weg.
Ik weet niet waar ik ben, laat staan waar ik naar toe moet.
Lopend naar niets.
De manier waarop mijn lichaam beweegt,
de manier waarop ik adem haal,
de manier waarop mijn hart klopt.
Dat is wat mijn lichaam is.
De manier waarop ik kijk,
de manier waarop ik luister,
de manier waarop ik doe.
Dat is mijn geest.
Samen vormt het zich tot mij.
Ik.
Mezelf.
Hoe kon deze wereld toch zo zijn?
Met ieders lichaam en geest.
Waarom is het zo'n chaos geworden?
Wie leeft er tegenwoordig nog vredig en geliefd?
Is het omdat we niet meer tegen een stootje kunnen? Of omdat de stootjes veel hard zijn geworden?
Het compleet verliezen van jezelf. Omdat je het niet meer ziet. Enkel het negatieve tot je laat komen.
Waarom zijn we zo gemeen tegen elkaar? Waarom is het zo dat we ons beter moeten voelen dan een ander?
Liefde. Alles wat je nodig hebt is liefde.
Daarmee heb je een doel om te leven.
Hoop.
Hoe kan ik de wereld nog redden?
Mensen voelen pijn, stress en eenzaamheid.
En dan zien we maar net weer dat we groepsdieren zijn. Eenzaamheid bestaat niet als je mensen bij je hebt die je willen en kunnen helpen. Als we blijven praten. Niet als we onszelf niet toelaten.
Stress hoeft er niet te zijn als je het samen doet.
Pijn hoeft er niet te zijn als je weet hoe je het op kunt lossen.
Samen.
We moeten het samen doen.
En dan ben ik ineens weer in mijn lichaam. Wat mijn ogen zien komt weer binnen en de geluiden dringen door tot mijn oren.
Ik bevond me aan de rand van een snelweg.
Ik keek naar de blauwe borden voor me.
Tilburg 23
23 kilometer naar Tilburg!
Dat is 4 uur lopen.
Ik had honger.
Toen herinnerde ik me dat ik een keelsnoepje in mijn jaszak had zitten.
Ik graaide in mijn zak. Ik pakte alles uit mijn jaszak en legde het in mijn hand.
Ik pakte het snoepje uit mijn hand en bevrijde het uit het papiertje.
Ik wenste dat ik met Alec kon praten.
De wind blies en een papiertje wat op mijn hand lag viel op de grond. Zuchtend pakte ik het op. Ik herinnerde dit papiertje niet. Ik vouwde het witte papiertje open. Er stond een telefoonnummer op. Enkel dat.
0-6-3-4-5-6-7-4-2-1. Herhaalde ik een paar keer.
Kate.
Een telefoon had ik nodig. Ik keek om me heen.
Auto's die over de weg racete om zo snel mogelijk van A naar B te gaan. Ons netwerk was zo groot. Waarom deden we er niets nuttigs mee?
WAAROM DOEN WE ER NIET IETS NUTTIGS MEE!
WE MOETEN HET SAMEN DOEN!
Ik keek naar het blauwe bord. Binnen 2 kilometer was ik in een dorp. Ik begon te lopen.
Het was een klein, verzorgd dorpje. De huizen waren normaal qua formaat.
Er liepen enkele mensen op straat. Vooroordelen is verkeerd wordt ons geleerd. Maar het is soms wel nodig.
Ik liep naar een vrouw die bezig was met haar bloemen in haar voortuin. Ik vroeg of ik mocht bellen. Ze glimlachte en gaf haar telefoon. Vriendelijkheid kan ook wel naïef zijn. Maar dat is alleen als we mensen misbruik van maken.
Ik tikte de nummers in. De telefoon ging over.
"Met Kate."
Ik legde haar globaal en vaag mijn situatie uit. Ze snapte het niet. Ik vroeg of ze het nummer van Simon of Alec had. Ze zei dat ze het nummer van Simon had. Ik bedankte haar en belde Simon.
"Hallo." Ik legde heel de situatie uit. Hij vertelde me dat Alec en hij er over een halfuur zouden zijn.
Ik bedankte de vrouw en gaf haar telefoon terug. De route die ik liep door het dorp was mooi en rustgevend.
Tijd was geen ding meer. Ik moest heel eventjes alleen maar zijn.
Ik hoorde een auto achter me. Ik keek om. Een donkerblauwe auto. Daarna zag ik een glimp van Alec op de bijrijder stoel. De vrouw achter het stuur kende ik niet.
De auto stopte en ik stapt in.
"Jongens, ik weet hoe we de wereld gaan redden." zei ik.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hey! Een nieuw hoofdstuk, WHOEHOOEE!
Ik wil jullie er even aan herinneren dat reageren, stemmen en volgen allemaal super fijn is en mag!
Bye!

JE LEEST
Wonderful (HERSCHRIJVEND)
ParanormalIedereen zegt dat je gek bent. "Geesten bestaan niet Dream." Soms hoor je ze alleen... Soms zie je ze alleen... Niemand weet dat ze er zijn, maar ze bestaan. Maar niet alles wat je niet ziet, is er niet... Mensen denken alleen aan feiten. Wat i...