Hoofdstuk 31

2.1K 119 29
                                    

Alles gebeurde in een waas. Bart merkte niet wat er gebeurd was, totdat hij naar de koets werd geleid en merkte dat Anna er niet bij was. "Waar is Anna?!" riep hij wanhopig. Net op dat moment kwam Darius met Anna in zijn armen en zijn jasje over haar hoofd naar de koets gelopen. Ze sloten de deuren en in volle vaart reden ze naar het kasteel.

Bart nam Anna in zijn armen en toen ze kermde van de pijn keek hij naar haar schouder. Al het bloed trok uit zijn gezicht en hij zei: "Je bent gewond."

Anna lachte en zei: "Ja, dus als je me wilt knuffelen doe dat maar langs mijn andere schouder."

"Waarom deed je dat? Zo voor me springen? Nu ben je gewond. Waarom deed je dat?" vroeg Bart verbaasd, kwaad en bezorgd allemaal tegelijk.

Anna draaide met haar ogen en verlegde zich een beetje waardoor haar gezicht vertrok van de pijn.

De woede verdween onmiddellijk en Bart zat naast haar in alle bezorgdheid. "Kan ik iets voor je doen. We moeten iets tegen het bloed doen. Darius heb jij iets?" vroeg Bart wanhopig.

Anna lachte om zijn bezorgdheid. "Rustig Bart, het is maar een schrammetje," zei ze en toen ze haar hand van de wonde haalde, zag hij een gigantische jaap in haar schouder, waar het bloed gestaag uit stroomde. Zijn maag keerde zich om en hij keek haar aan. "Een schrammetje? Anna alsjeblieft, je bent liters bloed aan het verliezen. Waarom, oh waarom deed je het toch?" vroeg hij haar nogmaals.

"Heb je dat nog altijd niet door idioot?" vroeg ze hem en ze legde haar hand weer op de wonde om het bloeden te stelpen. Anna keek met spijt naar de geruïneerde jurk.

"Ik snap het niet," zei Bart met grote ogen.

Anna zette zich recht en nam zijn gezicht vast met haar bebloede handen. "Ik. Hou. Van. Jou," zei ze en om elk woord kracht bij te zetten, gaf ze hem een kus op zijn lippen.

Darius zat langs de andere kant van haar en hield zijn jasje op haar schouder om het bloed tegen te houden. Hij keek met een grimmige blik naar het koppel en schudde zijn hoofd over de domheid van zijn broer. Zijn broer had deze fantastische vrouw en hij besefte het zelf niet eens.

Bart keek haar verbaasd aan. Het sijpelde langzaam aan in zijn brein. Hij kon niet geloven dat deze fantastische vrouw ooit van hem zou kunnen houden. Zeker door zijn gedrag van de laatste tijd. "Jij... Jij houdt van mij?" vroeg hij met een aarzelende stem.

Anna knikte en kuste hem nogmaals. Deze keer reageerde hij op de kus en trok haar dichter tegen zich aan. Een klein kreetje van Anna liet hem haar loslaten. "Sorry," zei hij blozend en toen merkte hij dat zijn broer mee in de wagen zat. Hij schraapte zijn keel en zei: "We zullen je onmiddellijk naar de ziekenboeg brengen en je oplappen."

Anna draaide met haar ogen, je mag me wel kussen in de aanwezigheid van je broer hoor. Dat vindt hij toch niet erg. "Toch Darius?" vroeg ze onschuldig.

Darius knikte met samengeknepen kaken.

Anna draaide zich weer naar Bart om en sloeg haar goede arm om hem heen. "Ik. Hou. Van. Jou," zei ze weer en ze kuste hem. Deze keer reageerde Bart op elke kus.

Aangekomen aan het kasteel had Bart een grote glimlach op zijn gezicht, Darius een grote frons en Anna had een grote glimlach op een heel bleek gezicht door het bloedverlies.

Ze werd onmiddellijk naar de ziekenboeg begeleid en daar werd haar schouder verzorgd. Het was een gevaarlijk uitziende wonde, maar met de hulp van de dokter zou er maar een klein litteken overblijven.

De Landelijke Gemeenschap stond ver op het vlak van medische ontdekkingen. Doordat er geen tijd of middelen in nieuwe technologische vooruitgangen werden gestoken, kon men al hun focus op de medische wereld richten. De meeste virale ziektes die tot dan toe waren ontdekt, waren zeer makkelijk op te lossen en kleine vleeswonden zoals Anna's waren op een dag genezen. Het stond veel verder dan de andere landen in 100 jaar, maar er bleven ziektes die nog niet konden worden genezen. Zo ook de dementie en kanker van koning Jacobus.

Bart en Darius werden uit de ruimte gejaagd zodat de dokters konden werken. Anna werd pijnstillers gegeven en nadat ze haar hadden verzorgd werd ze in een bed gelegd op een aparte kamer. Bart kwam binnen en hij zag zijn vrouw vrolijk glimlachend naar het plafond kijken.

"Gaat het met je?" vroeg hij voorzichtig toen hij op haar kwam afgelopen. "De dokter zeiden dat je veel bloed hebt verloren en dat je waarschijnlijk nog een paar dagen zwak gaat voelen."

"Ik voel me fant.. fant.. astisch," zei Anna met een dikke tong. "Die pillen die ze me hebben gegeven werken goed. Ik denk dat ik er twee zie van jou." Ze keek hem aan en kneep haar ogen toe en opende ze weer. "Heb ik twee echtgenoten?" vroeg ze verbaasd aan Bart die glimlachte.

Hij zette zich op de stoel naast haar en zei: "De dokters zeiden ook dat het helemaal gaat goedkomen met je. Het hof is klaar om een officiële verklaring te verkondigen over jouw toestand. Is er nog iets dat jij zou willen toevoegen?"

"Ik zou graag aan ons volk willen zeggen dat ik helemaal fanta ben. En dat ik van ze hou. Oh en ik hou ook van jou," zei ze met een grote glimlach. "Kom hier dat ik je een pakkerd geef," zei ze en ze tuitte haar lippen.

Bart lachte en gaf haar een kus op haar voorhoofd. "Ga maar slapen Anna, je zult morgen een beetje gevoelig zijn aan je schouder, dus doe het maar rustig aan."

Anna glimlachte en sloot haar vermoeide ogen. "Slaap klinkt inderdaad wel goed."

Bart draaide zich om en toen hij aan de deur kwam, hoorde hij zijn vrouw al zachtjes ronken.

Zijn glimlach verdween toen, hij de gang opliep en naar de kerkers ging. Daar werden de twee daders vastgehouden en ondervraagd.

In de kerkers werden de twee mannen op alle mogelijke manieren ondervraagd om hun doelwit en beweegreden te achterhalen.

Het was redelijk duidelijk dat hij het doelwit was, maar de reden bleef hem een raadsel. Wie achter de aanslag zat, werd vermoed Orophia, maar zonder bevestiging konden ze geen daad van oorlog stellen. Er kon worden gezegd dat het individuele, onafhankelijke terroristen waren of twee zotten die gewoon graag mensen pijn wouden doen. De beweegreden waren zeer belangrijk om te achterhalen voor er verdere stappen konden worden gezet. De methodes die hier voor werden gebruikt, kon onorthodox worden genoemd voor de Landelijke Gemeenschap, maar zeer bekent aan de Américas.

De beide mannen lieten tot op het einde niets los en koning Bartholomeus, als leider van de Landelijke Gemeenschap, was niets wijzer over de aanslag.

Aan de andere kant van de wereld, in de hoofdstad van Orophia, was het nieuws dat er geen slachtoffers waren bij de aanslag overgebracht aan de leider. Het volk van Evarium en de volledige Landelijke Gemeenschap stond achter koningin Annastasia, die met haar hele wezen haar man had verdedigd. Dit duidelijk tot het ongenoegen van de leider. Er werd een plan op poten gesteld om zo snel mogelijk de hoop van de Landelijke Gemeenschap de kop in te drukken.


Stem en reageer als je het een leuk hoofdstuk vond!

Volgend hoofdstuk vrijdag 2 maart!

Het Gemaskerd Huwelijk (18+) ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu