12

21 2 20
                                    

Skyler:

Ik zit op mijn kamer en lees een boek. Dat doe ik niet vaak, maar ik heb binnenkort een Engels boekverslag om in te leveren, dus dan moet het maar.
Harry Potter and the prisoner of Azkaban.
Mijn favoriete boek van de wereld. Een beetje vermoeid probeer ik de tekst tot me door te laten dringen, maar ik lees nu al drie uur lang en begin moe te worden. Oh nee, Kim heeft me toch niet aangestoken?

Ik leg het boek weg en loop naar beneden.
'Hey, wat eten we?'
Mijn vader staat in de keuken en port een beetje in een grote, zwarte pan.
'Pasta' zegt hij.
'Bleh, pasta' zeg ik chagrijnig, en ik ga op de bank zitten en zet de tv aan. De olympische winterspelen zijn weer eens bezig, en een beetje ongeïnteresseerd kijk ik naar de ijshockeywedstrijd. Na een tijdje is het eten klaar, en werk ik de pasta naar binnen. Daarna het toetje, en Darwin heeft de afwas. Gelukkig, daar heb ik geen zin in. Ik ga van tafel en loop weer naar boven. Proberen om weer te lezen.

Als ik daarmee opgeef, sta ik op en loop ik naar de zolder. Soms, als ik me verveel, is het leuk om daar eens rond te kijken of ik nog iets ouds zie dat ik kan hergebruiken. Na een tijdje rondkijken, zie ik een klein kinderkeyboard. Zo'n ding met twee octaven aan toetsen en sound effects van dierengeluiden. Ik vraag me af of er batterijen in zitten... Voorzichtig klik ik hem aan en duw ik op een toets. Er komt een zeer valse toon uit, maar hij werkt. Ik begin een melodie te spelen. Het klinkt niet ontzettend vreselijk, en ik merk dat ik enorm veel plezier heb.

Toen ik klein was hebben mijn ouders me op pianoles gezet. Na anderhalf jaar ben ik er vanaf gegaan, maar nu weet ik hoe je melodieën kan spelen. Na een beetje proberen weet ik ongeveer hoe ik het liedje van het intro van Gravity Falls kan spelen. Ik zucht en leg het ding weer weg. Moet ik me schamen dat ik met een kinderkeyboard speel? Waarschijnlijk.

'Hey liefje'.
Geschrokken kijk ik om. Mijn moeder kijkt me geamuseerd aan.
'Heb je dat ding weer gevonden?'
Ik grinnik. 'Ja, en ik vermaak mezelf prima'.
Ze lacht en schudt haar hoofd.
'Nou, veel plezier nog'.

Na een tijdje krijg ik een bericht op mijn telefoon. Ik zet hem aan om te kijken, en zie dat het van Duncan is. Hm, vreemd.

Duncan:
Hey
Ben je thuis?

U:
Ja
Hoe zo?

Duncan:
Kan je de deur opendoen?

U:
Uhmm
Sure
Maar waarom bel je niet gewoon aan?

Duncan:
Zie je wel als je opendoet

Vreemd. Maar oké, we zijn vrienden, ik vertrouw hem. Dus ik loop naar beneden. Voorzichtig doe ik de deur open, en daar staat hij. Ik zie niet meteen wat er is, doordat het zo donker is.
'Hey Duncan... Wat is er?'
Hij kijkt even nerveus rond, en stapt dan in het licht.

'WOW. Oh, sorry. Maar... Wat is er met je...'
Er zit opgedroogd bloed rond zijn neus, en hij heeft een blauw oog. Zijn haar zit in de war en hij heeft een doffe blik in zijn ogen.
'Lang verhaal. Mag ik binnen komen?'
Ik knik beduusd en laat hem binnen.
'Wie is het?' vraagt mijn moeder vanuit de kamer.
'Duncan! Hij komt... Iets... Lenen!'
Hij kijkt me dankbaar aan.
'Oké! Hoi Duncan!'
'Hoi' roept Duncan terug en we gaan naar boven.

'Wat is er gebeurd?' vraag ik als we boven zitten. Hij zucht en haalt zijn hand door zijn haar.
'Ik... Heb het verteld. Dat is homo ben. Aan mijn vader'.
Ik kijk hem afwachtend aan, verwachtend dat hij een ander deel van het verhaal vertelt.
'En toen deed hij... Dit'. Hij wijst naar zijn gezicht. Mijn ogen worden drie keer groter.
'Oh nee... Is hij...'
'Hij is een enorme homofoob. En hij was dronken. Ik kwam naar binnen, en vertelde het gewoon. Anders zou ik het steeds maar uitstellen... Ik had niet door hoe dronken hij was totdat hij begon te schreeuwen'.
Ik kijk hem ongelovig aan. Hij bijt op zijn lip en zucht.
'Sorry dat ik hier kwam... Jij woont gewoon het dichtst bij, en ik weet niet of ik wil dat iemand anders het weet, weet je wel?'
Ik knik. 'Geeft niet. Maar... Wat nu?'
Hij kijkt me even aan, en haalt dan zijn schouders op.
'Ik heb echt geen idee. Ik kwam hier als een soort paniekreactie. Misschien moet ik maar weer eens gaan...'
'Waarheen?'
'Ehm... Ik weet niet. Misschien kan ik de bus nemen naar mijn moeder, maar ik heb mijn portomonnee niet meegenomen van mijn vaders huis'.
Hij blijft dingen mompelen die hij kan doen, maar ik sta op van mijn bureaustoel en ga op mijn bed naast me zitten.

'Duncan, als ik kan helpen wil ik dat graag doen' zeg ik zacht. Hij kijkt op, en glimlacht. 'Ik zou niet weten hoe dat kan' zegt hij.
'Natuurlijk kan ik helpen. Als je wil mag je hier een nacht blijven slapen, maar dan moet je wel bij Darwin op de kamer blijven. Zal ik hem anders roepen? Misschien kan hij helpen...'
'Nee, hoeft niet. Hem roepen bedoel ik. Het zou geweldig zijn als ik hier kon slapen'.
Ik glimlach en sta op.
'Mooi zo. Ik zal even een washandje halen voor al het bloed op je gezicht, en dat blauwe oog... Daar kunnen we wel een verhaal bij verzinnen. Zo terug!'
Ik loop de badkamer in en maak een washandje nat met warm water. Darwin komt de badkamer in, want ik heb hem niet op slot gedaan.
'Oh, sorry. Waarom pak je een washandje?'
'Oh, niks' zeg ik gedachteloos.
'Jawel, er is iets. I wanna knooowww!'
'Meisjesdingen' zeg ik dan maar. Hij stopt meteen met praten.
'Oh... Juist' zegt hij dan maar, en ik loop grinnikend de badkamer weer uit.

'Alsjeblieft' zeg ik en ik geef hem het washandje. Hij duwt hem tegen zijn neus en veegt het bloed af.
'Wij hebben wel een ding met bloedneuzen, of niet soms?'
Hij lacht. 'En met elkaar er mee helpen'.
Ik lach ook en ga weer naast hem zitten.
'Oké... Je hebt een deurklink in je oog gekregen?'
Hij kijkt me even verbaasd aan, maar knikt dan begrijpend.
'Jup, en ik blijf slapen omdat...'
'Omdat ik en Darwin gewoon heel erg leuk zijn' zeg ik simpel. 'Kom, we gaan mijn ouders vragen of het mag'.

Die avond blijft Duncan dus bij ons slapen, en ik zit op mijn bed te lezen. Duncan en Darwin zijn nu videogames aan het spelen, en ik heb nu bijna mijn boek uit. Na een tijdje komt Duncan weer langs.
'Hey, bedankt nog. Ik heb Darwin toch ook maar verteld wat er aan de hand is, maar... Kan je het misschien geheim houden voor Kim en Tom? Hen vertel ik het later wel...'
Ik knik, maar bedenk dan iets.
'Moet je het niet juist aan Tom vertellen? Hij heeft je de moed gegeven om het te vertellen en zo...'
Hij zucht en schudt zijn hoofd.
'Ik wil niet dat hij zich zorgen maakt, of schuldig voelt. Hij lijkt wel zo'n persoon die zich veel te snel schuldig voelt, dus tja'.
Ik grinnik. 'Je kent hem echt al goed, en dat binnen twee weken' zeg ik. Hij lacht ook en knikt. 'Ja... Inderdaad. Ik ben blij dat ik hem om hulp heb gevraagd, hij is echt geweldig... In helpen'.
Hij glimlacht even kort en gaat dan weer. Ik kijk hem even na, en gniffel. Denk maar niet dat ik hem niet over zijn woorden hoorde struikelen.

~ 07-03-2018 ~

Dark GreenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu