6

23 3 14
                                    

Tom:
Bluup
Ik pak mijn telefoon en bekijk de melding. Het is een bericht van Duncan. Mijn hartslag versnelt een klein beetje, maar als ik opkijk en het nieuwsgierige gezicht van Kim zie, besluit toch maar even te wachten met vrolijk zijn. Ik open whatsapp en bekijk het bericht.

Duncan
Kan ik vanmiddag langskomen?

Ik kijk op.
'Kim, morgen ga jij toch naar Sky?' vraag ik. Ze knikt.

Kan het morgen?
Dan is mijn zus er niet.

Ik kijk even rond, en zie dat Duncan op zijn telefoon kijkt. De vinkjes veranderen naar blauw. Hij kijkt op, zie dat ik hen aankijk en knikt. Ik glimlach kort naar hem en ga verder met leren voor Nederlands.
'Waarom glimlach je?'
Ugh. Kim.
'Want ik denk aan leuke dingen' mompel ik terug.
'Zoals?'
'Een voldoende voor mijn toets'.
'Volgens mij heeft het iets te maken met Dun... Auw! Darwin!'
Ik kijk Darwin dankbaar aan. Hij glimlacht kort en gaat verder met wat hij ook doet op zijn telefoon.

De volgende dag voel ik me lichtelijk nerveus. Ik weet het, ik weet het. Het is niet alsof hij me verkering gaat vragen of zoiets, maar het is een pittig persoonlijk gesprek. Maar ik kan niks anders dan hem helpen natuurlijk.
'Ik moet even naar de wc' zeg ik tegen de rest. 'Loop maar gewoon door'.
Ze knikken en lopen door. Ik ga naar de wc, doe mijn ding, en was mijn handen. Als ik mijn handen af wil drogen, komt Duncan opeens binnen.

'Oh... Hey' zegt hij een beetje ongemakkelijk.
'Hey' stotter ik terug. Ik bloos waarschijnlijk zo hard nu, maar dat negeer ik.
'Ehm... Moet ik meteen vanuit school meekomen of...'
'Doe maar niet. Ik wacht liever tot mijn zus weg is. Ze is best wel... Bemoeierig, dus tja...'
Hij knikt. 'App maar als ik kan komen dan, en stuur ook gelijk even je adres'.
'

Oki, zal ik doen'.
Hij grinnikt zachtjes. Vragend kijk ik hem aan. 'Grappig woord, oki' zegt hij.
'Oh... Ja, ik zeg het al heel lang... Sinds ik Skyler en Darwin heb ontmoet denk ik'.
Hij glimlacht. 'Cool. Dus...'
'Ik zie je wel' zeg ik.
'Ik zie je wel' zegt hij terug, en ik droog mijn handen af en loop snel naar de les. Ik moet wel op tijd zijn, want we hebben echt duizend toetsen deze week.

Als ik die middag thuis ben, zit ik te wachten totdat Kim eindelijk eens weg gaat.
'Ik ga!' hoor ik, en ik krijg een glimlach op mijn gezicht. Ik wacht totdat de deur dichtgaat, en stuur dan een appje.

Mijn zus is weg
Je kan komen

Tevreden sluit ik mijn telefoon af. Ik weet het, dit gaat geen geweldig vrolijk gesprek worden, maar ik ga mijn uiterste best doen om hem te helpen. En heel misschien is er dan de kans dat... Maar daarom doe ik dit niet.

Na een tijdje gaat de bel, en ik storm naar beneden. Ik trek de deur open, en daar staat Duncan. Mijn moeder komt kijken.
'Hey! Duncan toch? Waarom ben je hier?'
'School' zeggen we tegelijk. Ze glimlacht vriendelijk naar hem.
'Dan zal ik jullie verder niet storen' zegt ze, en lopen naar boven.

'Dus... Ik wist niet wat ik moest doen. En toen ging ik naar jou, want jij bent de enige andere...'
'Homo' zeg ik droog. Hij knikt.
'Het is zo veel moeilijker om te zeggen als je er net achter bent dat jij het zelf bent' zegt hij zacht. Hij ziet er doodmoe uit. Er zitten enorme wallen onder zijn ogen en hij heeft een doffe blik. Een week geleden vroeg hij me opeens of ik hem kon helpen, en vertelde hij dat hij erachter is gekomen dat hij op jongens valt. Een kort moment voelde ik een sprankje hoop, maar toen vroeg hij me of ik kon helpen er mee om te gaan en merkte ik dat hij het moeilijk vond. Ik snap het wel. Het is nogal wat.

'Hoe heb jij het verteld?' vraagt hij dan.
'Aan wie?'
'Gewoon... Je ouders, je zus, je vrienden...'
Ik denk even na.
'Het ding is... Ik ben opgegroeid met heel veel mensen in me heen die al homoseksueel of lesbisch waren. Mijn ouders zijn gewoon erg accepterende mensen. Als Kim nu lesbisch blijkt te zijn geven ze waarschijnlijk een feestje omdat we dan nu er met elkaar over kunnen praten of zoiets...'
Hij kijkt me aan met een hint van jaloezie in zijn blik. Ik trommel een beetje met mijn vingers op mijn bedrand.
'De rest van de school was een ander verhaal... Ik nam maar gewoon in gedachten dat ik er niemand pijn mee deed, en dat was het enige waar ik me op concentreerde. En, ik vertelde het aan mijn vrienden toen, eeeennnn...'
'Ging niet goed?'
'Nope'.
Het is weer een tijdje stil.
'Weet je, ik had nooit door dat je gepest werd totdat Kimberly die ene keer tegen iedereen uitviel' zegt hij.
'Ja, toen werd het wel gelijk minder'.
'Je hebt geluk met Kimberly' zegt Duncan schor. Ik knik, en het is weer een tijdje stil.

'Ik ben bang voor wat mijn vader gaat zeggen, of eigenlijk doen' zegt hij dan.
'Mijn moeder zal het accepteren denk ik, maar mijn vader... Hij is een ontzettende homofoob'.
Ik houd mijn hoofd een beetje schuin.
'Denk je dat hij je pijn zal doen?' vraag ik. Hij zucht en knikt.
'Mijn vader heeft nooit echt van de LGBT community gehouden, maar na de scheiding heeft hij er opeens een haat aan gekregen. Misschien omdat de nieuwe vriend van mijn moeder activist was...'

We blijven nog een hele tijd praten over boze vaders en vreemde gevoelens, en uiteindelijk lijk ik hem geholpen te hebben. Hij ziet er iets opgeluchter uit.
'Ik denk dat ik het aan mijn moeder ga vertellen' zegt hij, en ik glimlach.
'Dat zou ik doen. En... Als je wilt... Kan je altijd nog praten als dat nodig is..'
Hij glimlacht warm en ik voel een vreemd gevoel door mijn buik heen gaan.
'Dank je. Het is altijd goed om te weten dat je een vriend hebt die je begrijpt'.
'Ja, inderdaad...'
We zijn nu dus vrienden. Oké, dat is goed.
'Ik moet maar weer eens gaan dan'.
'Ja, is goed. Ik loop wel even mee' zeg ik.

'Nogmaals bedankt' zegt Duncan weer.
'Geen probleem, ik ben blij dat ik kon helpen'.
Hij kijkt me even aan, en plotseling merk ik dat we heel dicht bij elkaar staan. Ik durf hem niet heel goed aan te kijken, maar alsnog doe ik het. Hij heeft echt mooie ogen. Ik heb ze altijd al fascinerend gevonden, maar nu zie ik ze echt van dichtbij. Hij is ongeveer drie centimeter langer dan ik, waardoor ik naar boven moet kijken. Zijn ogen glijden langzaam naar beneden, naar mijn lippen, en ik voel mezelf roder worden.
'Uhm, ja, doei' zegt hij dan, en hij loopt weg. Beduusd zwaai ik even naar hem, en hij lacht even naar me voordat hij op zijn fiets stapt en wegrijdt. Ik slik en loop weer naar binnen. Het is inmiddels al donker, en heel erg koud. Ik loop naar boven en ga op mijn bed zitten, terwijl ik naar mijn schoenen staar. Ik weet niet precies of ik me nu blij moet voelen of niet.

~ 17-02-2018 ~

Sorry maar ik hou van dit hoofdstuk.

Dark GreenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu