6. 4

5K 86 14
                                    

"Chase?" Vraag ik terwijl ik zijn hand probeer vast te houden. "Ik ga flauwvallen."

Ik zie zijn lippen bewegen, maar hoor niet meer wat hij zegt. Dan wordt alles zwart voor mijn ogen.

Ineens is er een fel licht. Het is het licht van de buitenwereld. Het licht van de zon schijnt in mijn ogen en de donkere waas voor mijn ogen wordt vervangen door een heldere vlek. Zo helder dat ik daardoor bijna niet meer zie, wel zie ik Jakes gezicht. Hij kijkt me aan en praat tegen me. Zijn lippen bewegen en langzaam hoor ik steeds wat meer. Ik knijp mijn ogen dicht en concentreer me op de geluiden. Ik hoor dat Chase druk aan het bellen is.

Alles wordt weer donker voor mijn ogen en de stemmen vervagen weer. Ik voel elke beweging die ik maak, maar ik kan niks zeggen of doen. Ik hoor dat een andere begeleider alle kinderen terug de bus in stuurt en ik hoor andere mensen zeggen dat 112 gebeld moet worden.

Dit is het moment om waker te worden, Liv. Kom op. Verpest dit uitje nou niet. Als je dit verpest, mag je nooit meer mee op kamp. Of überhaupt het huis alleen uit. Ik open mijn ogen en wil rechtop gaan zitten. Jake duwt me weer terug naar achter en hangt over me heen. Mijn hoofd ligt op zijn knieën en zijn handen om mijn gezicht.

"Jake ik voel me weer goed. Echt waar."

"Ik geloof er niks van, Liv. Wat heb je vanmorgen gegeten?"

"Een boterham met jam."

"En wat heb je gedronken?"

"Niks."

"Drink dit oké?" Hij overhandigd me een flesje water die hij aangereikt kreeg van een andere begeleider.

Jake hielp me om rechtop te zitten en geeft me een slokje water uit een flesje dat hij van een andere begeleider kreeg. Chase hurkte naast me neer en voelde met zijn hand aan mijn voorhoofd. Jake en Chase praten nog even verder terwijl ik een flesje water aan het leegdrinken ben.

Chase liep naar de buschauffeur om het één en ander te overleggen, waardoor Jake en ik even alleen zijn. Ik leun tegen de bus aan en Jake houdt mijn schouder vast zodat ik niet weer kan omvallen.

"Chase zei me dat je wel vaker flauw valt, waarom heb je dat nooit verteld?"

"Jake?"

"Ja, Liv?"

"Dit is de Jake waarop ik verliefd werd. Waarom doe je nu zo gemeen tegen me?"

"Dat wil ik je dus vertellen, maar dat kan niet nu. Misschien hoort iemand het." Hij kijkt om zich heen en veranderd dan snel van onderwerp. "Zullen we weer in de bus gaan zitten?"

"Mag ik naast jou zitten, Jake?" Vraag ik hem terwijl hij me omhoog helpt. "Alsjeblieft."

"Ik weet het niet, Liv. Misschien kan je beter naast Chase blijven zitten."

"Maar ik voel me veiliger bij jou." Geef ik toe.

"Ik wil je beschermen, Liv. Ga naast Chase zitten, oké." Beschermen? Waartegen?

Ik liep, of nou ja wankelde, weg van Jake. Hij gedroeg zich weer als een klootzak. In Fiji was hij zo anders, zo veel liever. Hij zorgde ervoor dat ik moest lachen en vrolijkte me elke dag op, maar nu heeft hij me elke dag pijn gedaan. Elke fucking dag van de afgelopen weken kon ik in tranen uitbarsten omdat hij zich zo gemeen gedraagt tegenover mij.

Ik ging naast Chase zitten en legde mijn hoofd op zijn schouder. Ik was toch blij dat hij was meegegaan. Hij is mijn grote broer en heeft al vaker meegemaakt dat ik flauwviel. Hij weet wat hij moet doen wanneer ik verdrietig ben, hij weet hoe hij me moest troosten en opvrolijken als ik me verdrietig voel. Hij haalde zijn hand door mijn haar en stelde me gerust. Hij zei dat ik me moest voorbereiden op de komst van Max. Hij zal waarschijnlijk al in de auto zitten om me op te halen.

"Mag ik je telefoon even lenen alsjeblieft?"

"Tuurlijk."

Ik pakte zijn telefoon uit het rekje en appte Max dat hij niet meer hoefde te komen.

-
Chase: Hey Maxie met Liv
Chase: Je hoeft niet meer te komen hoor
Chase: Het gaat weer goed... Ik denk dat het door de stres kwam
Max: Ik kom nog steeds
Max: Ik wil zelf bepalen of het goed met je gaat
Max: Daarna ga ik weer... met of zonder jou.
Chase: Vind je dat niet vervelend dan? Chase is er ook.
Max: Nee. Nee. Nee. Ik kom. 
Chase: Is goed... Tot zo Maxie xx
Max: Tot zo Livvie!
-

Toen we na een uur eindelijk aangekomen waren bij het kamp, rende iedereen gelijk naar een tent toe. Bella had gelukkig ook al een tent te pakken en we hadden afgesproken daar samen in slapen. Ik liep achter haar aan met de koffers, maar op het moment dat ik de koffers neerzet, voel ik mijzelf weer duizelig worden. Zonder ook maar iets tegen Bella te zeggen, loop ik naar Chase toe en zeg ik het tegen hem. Hij pakt me bij mijn rechterhand en neemt me mee naar zijn kamer.

Omdat hij één van de begeleiders is, slaapt hij gewoon op een kamer. Het ziet er luxe uit en ze hebben duidelijk niks te klagen. Het is niet eens kamperen voor hun, zij hebben nog net geen roomservice. In het midden van de kamer staat een groot tweepersoonsbed met een klamboe eroverheen.

Hij zegt dat ik op het bed moet gaan zitten om even bij te komen, maar in plaats daarvan ga ik gelijk liggen. Hij legt de rug van zijn hand op mijn voorhoofd en kijkt bedenkelijk.

"Volgens mij is je koorts weer terug Liv." Zegt hij iets wat teleurgesteld.

"Nee, dat is niet zo."

Ik stond op en begon door de kamer heen te springen.

"Zie je? Geen koorts."

Hij pakt me bij mijn bovenarm vast waardoor ik niet meer kan rondspringen. We staan tegenover elkaar en Chase kijkt me met dwingende ogen aan, het was me nog nooit opgevallen hoe groen die zijn.

Voordat ik het wist trok hij me naar zich toe en legde hij zijn handen om mijn gezicht heen. Zijn lippen kwamen tegen elkaar aan en ik sloot mijn ogen. Binnen een paar seconden trok ik zijn shirt omhoog en liep ik ondeugend naar de deur. Ik draaide hem op slot.

"Liv?" Vraagt hij, starend naar mijn lichaam.

"Ja?"

"Weet je dit zeker?"

Jake From FijiWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu