7. 2

5.1K 87 3
                                    

De ambulance kwam net op het goede moment aan. Jake begon namelijk dingen te vertellen waarvan mijn hart sneller ging kloppen. En dat kon niet erg goed voor me zijn in deze situatie. Ik moet eerlijk toegeven dat ik hoopte dat het ook echt mogelijk was om samen met Jake te zijn. Ik mis hem enorm. Helaas is Charlotte nog een probleem dat we moeten oplossen. Zij had nog steeds filmpjes en foto's van ons. Ik hoop zo erg dat ze bluft. Jake kan in grote problemen komen hierdoor. Maar dat zijn nu niet mijn grootste zorgen.

Toen de ambulance voor reed, tilde Jake me weer op en droeg hij me naar de ambulance. Hij legde me op de brancard die de ziekenbroeders hadden uitgeklapt. Hij gleed met zijn hand over mijn arm, naar mijn hand en hield deze vast.

"Je moet haar voor nu loslaten."

"Nee, ik wil bij haar blijven."

"Meneer, we moeten ons werk doen, je kan voorin zitten en meerijden."

Jake kneep even in mijn hand.

"Ik blijf bij je." Zegt hij me nog. Ik voel zijn zachte lippen op mijn voorhoofd en daarna laat hij mijn hand los.

Ik dacht weer terug naar het moment waarop ik afscheid van hem nam in Fiji. Hij lachte nog zo lief naar me op het vliegveld. De hele vriendengroep was erbij en toen ik dan echt door de douane moest, zei hij tegen zijn vrienden dat hij nog even afscheid ging nemen van zijn meisje.

Zijn meisje.

Een paar uur later word ik pas weer wakker. Ik kijk naar mijn linkerarm en ik zie dat ik aan een infuus lig. Ik zie allerlei apparaten naast het bed staan en ik heb niet mijn eigen kleding aan. Er ligt een arm over mijn middel heen: Jake?

"Liv? Ben je wakker?" Klinkt een bekende stem. Een stem die me dus echt niet alleen heeft gelaten.

"Ja."

"Ik ga een dokter erbij halen." Zegt hij als hij het bed uit wilt klimmen.

"Wacht nog heel even."

Hij kruipt dichter tegen mij aan en ik hou zijn hand vast. Ik sluit mijn ogen nog even. Na een paar minuten word ik weer wakker en de dokter staat voor mijn neus. Jake is rechtop gaan zitten en houdt mijn hand nog steeds vast. Jake helpt ook mij om rechtop te gaan zitten en wrijft met zijn warme hand over mijn rug.

"Voel je je al beter?" Vraagt de man met de snor en een witte doktersjas.

"Ik heb alleen nog wat last van mijn hoofd en ik ben een beetje misselijk. Maar het gaat wel weer goed, denk ik."

"Nou mevrouw Carter. Het is ook niet zo vreemd dat u zich zo voelt. U bent inmiddels al acht weken zwanger. Gefeliciteerd." Ik voelde mijn hart even stilstaan en Jake stopte met het wrijven over mijn rug.

"Is ze zwanger?" Weet Jake te vragen.

"Ja meneer, uhm."

"Andrews."

"Ze is nu acht weken zwanger, meneer Andrews. Mevrouw Carter is waarschijnlijk een aantal keer flauwgevallen doordat ze geen goede prenatale zorg heeft. We hebben mevrouw aan een infuus gelegd en haar bloed zoveel mogelijk gezuiverd van de hoeveelheid alcohol die mevrouw heeft geconsumeerd." Een enorm schuldgevoel stroomt door mijn lichaam. Wat als mijn baby hier gevolgen aan overhoudt? Dat allemaal omdat ik gedronken had.

"Alcohol?"

"Ja. Mevrouw had een te grote hoeveelheid alcohol in haar bloed zitten. Dit kan erg gevaarlijk zijn voor de baby. We waren er gelukkig op tijd bij. Wij hebben dus besloten haar een infuus met vocht toe te dienen en een middeltje toe te voegen dat de alcohol sneller afbreekt." Legt hij uit.

"Dank u wel dokter."

"Ik geef jullie een minuutje alleen." Zegt de dokter als hij het dossier weer op het tafeltje legt en de deur uitloopt.

Ik staarde doelloos voor me uit en wist niet wat ik moest zeggen. Ik? Zwanger? Max gaat me vermoorden. Ik word moeder, maar dan moet Jake de vader zijn. Toch? Ja. Ja natuurlijk, maar wacht. Jake is mijn docent. Jake gaat zijn baan kwijtraken, ik word geschorst. Ik word moeder.

"Is het mogelijk dat ik de vader ben?" Vraagt Jake voorzichtig, waarschijnlijk bang voor het antwoord.

"Ik weet zeker dat jij het bent Jake."

"Dus er is geen mogelijkheid dat iemand anders de vader is?"

"Nee." Hij zuchtte en leek wel opgelucht.

Jake omhelsde me, maar ik bleef stil zitten en liet het gebeuren. Toen Jake me weer losliet, legde hij zijn hand op mijn knie. Ik kreeg tintelingen die vanuit mijn knie door mijn hele lichaam werden geschoten. Ik heb nooit geweten dat een simpele aanraking zoveel met een mens kan doen. Ik sloeg mijn handen voor mijn ogen en liet mijn hoofd tussen mijn benen vallen. Ik voelde mijn tranen opkomen en ik begon te snikken.

"Liv, kijk me aan." Ik wou het niet, ik durfde het niet. Ik denk dat ik me schaamde.

"Het gaat goed komen Liv. Echt waar." Hij pakt mijn hand vast en ergens gaf het me hoop.

Het enige wat ik kon doen was knikken met mijn hoofd.

"Alles goed hier?" Vraagt de dokter die weer binnen komt lopen.

"We zijn gewoon wat geschrokken, dat is alles."

De dokter haalde het infuus uit mijn arm en koppelde me los van alle andere apparaten.

"Vanaf nu geen alcohol meer voor jou, jongedame." Zegt de dokter waarschuwend. "En voorzichtig doen."

"Zal ik doen." Weet ik te zeggen.

"Die baby," hij wijst naar buik, "dat is nu je eerste prioriteit."

Een paar minuten later liepen we samen het ziekenhuis uit en stapte in een taxi.

"Wat gaan we tegen de rest zeggen?"

"Niks." Zegt Jake kil.

"En als ze vragen waar we waren?"

"Dan gingen we alvast kijken bij het meer waar we zo gaan zwemmen. Want we waren allebei al vroeg wakker. Goed?" Ik knik als antwoord.

"Laat mij maar praten."

"Jake?"

"Ja?"

Ik was er nog niet klaar voor om nu te praten over mijn gevoelens. Ik kon ze wel laten zien, maar erover praten was niet echt mijn plan. Hij draaide zijn hoofd richting de mijne en ik kon het niet laten om hem te zoenen. Ik was zo geschrokken, dit was het enige wat ik nu kon doen. Ik was voor een moment gelukkig. Nu kon het nog even. Ik kon hem nu nog zoenen zonder me aangekeken te voelen. Straks is iedereen er weer bij, straks is Charlotte er weer bij. We moeten dan doen alsof we elkaar niet persoonlijk kennen, alsof we elkaar nooit gezoend hebben, alsof we geen seks hebben gehad en alsof we samen geen kindje krijgen. We keken elkaar in de ogen en hij pakte mijn hand vast.

"Alles komt goed Liv. We moeten ons nu alleen gedragen alsof er niks aan de hand is."

"Oké."

"Beloof je me dat je voorzichtig bent?"

"Natuurlijk."

"Ga je vanmiddag mee zwemmen?" Vraagt hij me met een glimlachje.

"Misschien."

"Hoezo misschien?"

"Ik weet niet of ik er wel zo'n zin in heb." Mijn schouders haal ik op.

"Kijk maar. Ik ben er sowieso."

"Dan heb ik wel een goede rede om te gaan." Zeg ik grappend.

Jake From FijiWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu