19. Fynn

93 17 3
                                    

'Echt? Ik kan me niet voorstellen dat dat kistje informatie bevat over magische weeskinderen. Het is namelijk van mijzelf en ik heb nog nooit een wees het zien aanraken. Maar misschien heb je wel gelijk. Als het inderdaad informatie bevat,wil ik dat graag weten,' zei Miranda.

Ik wist al dat ik niks ging vinden, maar het was nu te laat om terug te krabbelen. 'Zal ik het kistje pakken?' stelde ik voor, terwijl ik wanhopig probeerde te bedenken hoe ik me eruit ging praten als we niks vonden.

'Dat lijkt me een goed plan. Pas op je rug.'

Met de kist in mijn handen liep ik naar de tafel. Ik zette het neer en nam plaats op de stoel naast Nestor, tegenover Miranda. De stoel zat net zo comfortabel als hij eruitzag, de stoffen zitting zacht tegen mijn rug. Als ik niet zo'n stress voelde, zou ik me hier goed op mijn gemak kunnen voelen.

Ze pakte een sleuteltje uit haar zak en stak hem in het slot. Voor ze het opendraaide, vroeg ze: 'Jullie hebben een geheimhoudingsplicht, denk ik? De inhoud van ons gesprek mogen jullie niet delen behalve als daar een hele goede reden voor is? Ik wil niet dat iedereen mijn emotionele verhaal kent. Ik sta graag bekend als een sterke, betrouwbare vrouw.'

Ik kreeg bijna kotsneigingen van haar toneelspel.

'Er is geen wet over geheimhouding waar we ons aan moeten houden, maar het is inderdaad ongebruikelijk dat we persoonlijke zaken delen. Alles wat binnen deze kamer verteld wordt, blijft tussen ons drieën. U heeft mijn woord,' antwoordde Nestor.

'Ik zal ook niks tegen anderen zeggen,' voegde ik er snel aan toe, voor Miranda me kon vragen of ik het ook zou beloven.

'Dan is dat afgesproken.' Ze draaide de sleutel om en tilde het deksel op.

Bovenop in de kist lag een klein portret. Ze legde het voor ons op tafel, zo gedraaid dat wij hem goed zagen en zij ondersteboven moest kijken. Op het portret stonden twee meisjes, allebei gehuld in een zwarte jurk die hun witte huidskleur sterk liet uitkomen. Ze hadden inktzwart haar en dezelfde roodbruine ogen. Mijn inschatting was dat de meisjes wat ouder waren dan ik, ongeveer een jaar of achttien. Het was duidelijk dat één van hen Miranda was, al kon ik niet zeggen welke van de twee. Ze leken allebei op de vrouw tegenover me.

'In dit kistje bewaar ik alle spulletjes die mij dierbaar zijn,' zei ze. 'Dit portret ligt altijd bovenop omdat hij mij herinnert aan de belangrijkste persoon in mijn leven; mijn zus.' Ze wees naar het meisje die voor Nestor en mij aan de rechterkant van het portret stond. Het haar van het rechtermeisje was langer dan dat van degene aan de linkerkant—Miranda dus—en ze had een wat strengere uitstraling dan Miranda, die er op dit portret bijna lief uit zag.

De weesmoeder vervolgde haar verhaal. 'Zo'n dertig jaar geleden, net nadat dit gemaakt was, verdween ze uit mijn leven. Dertig lange jaren ben ik naar haar op zoek geweest, zonder enig resultaat. Ik mis haar meer dan wie dan ook. Net als Jonathan en Lena waren we beste vrienden. Een jaar geleden heb ik mijn zoektocht opgegeven om op een andere manier met mijn verdriet om te gaan.'

Ze wachtte even, en Nestor haakte in op de pauze: 'Wat was die andere manier?' Hij hield zijn hoofd schuin en keek haar vol medelijden aan. Ik moest het haar nageven, ze was sterk in liegen. Ik zou het zielige verhaal zelf ook bijna geloven.

'Werken als weesmoeder. Ik bedacht dat er op de hele wereld tientallen, honderden, misschien zelfs duizenden mensen zijn die net als ik een deel van hun familie missen. Als ik mijn zus toch niet kon vinden, kon ik beter proberen die andere mensen te helpen. Het weeshuis van een grote stad als Karthes leek me de perfecte plek. Hier kan ik het veel kinderen tegelijk gemakkelijk maken. Ik geniet er elke dag weer van om het plezier in hun ogen te zien, om te zien hoe ze helemaal opleven als iemand, in tegenstelling tot hun ouders, wel om ze geeft.'

Het geheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu