55. Het einde

51 12 6
                                    

Nestor bood nog hetzelfde moment zijn excuses aan en zei dat hij me per direct terug wilde als zijn leerling. Aangezien flauwe humor niet zo mijn ding was en ik het liever serieus hield, stemde ik meteen in. Vanaf toen woonde ik dus weer bij hem in het landhuis buiten Karthes. Mijn ouders hadden daar natuurlijk niks op tegen en feliciteerden mij ook met mijn harde werk.

Lena kreeg, waarschijnlijk vooral vanwege Nestors schuldgevoel, ook een kamer aangeboden in het landhuis. Ze mocht bij ons intrekken onder één voorwaarde: dat ze niet weer zulke problemen als met Morgan zou gaan opzoeken, en op die manier Nestor extra kopzorgen zou geven. Ze schikte zich in haar nieuwe rol, blij dat ze voor het eerst in tijden kon overnachten op een plek waar ze niet elke nacht hoefde te vrezen voor medeweesgenoten of voor monsters die haar wilden opeten. En blij dat ze veilig was totdat ik mijn belofte aan haar zou inlossen. Aafje moest teruggevonden worden.

Jonathan ging wel terug naar het weeshuis omdat Nestor, zoals hij het zelf noemde, 'geen liefdadigheidsinstelling was,' maar hij had het daar altijd al oké gevonden en kreeg de belofte dat Lena en ik in ieder geval wekelijks bij hem langs zouden komen. Daarnaast zei Jonathan dat de nieuwe baas van het weeshuis, een vriendelijke broeder uit het klooster, een stuk fijner was dan Morgan en dat hij het door hem meer naar zijn zin had.

Behalve alle ingewijden wist niemand wat er echt met Morgan gebeurd was, wie ze echt was. Nestor, Lena, mijn ouders, het Broederschap en ik wisten het ware verhaal, maar de kinderen uit het weeshuis en de overige volwassenen uit de stad niet. Hen was verteld dat Morgan met de noorderzon was vertrokken zonder te vertellen waarom. Alles om chaos en stress bij de kinderen te voorkomen.

En ik? Ik ging harder dan ooit tevoren aan de slag met de opleiding tot Patronus. Terwijl het Broederschap, dat alle informatie rondom Morgan had opgevraagd, probeerde uit te vinden wat er met de Cirkel aan de hand was, volgde ik mijn dagelijkse meditatielessen en spreukenlessen en werkte ik aan mijn conditie. Ik voelde me beter dan ooit tevoren, blij dat ik eindelijk mijn plekje in de wereld had gevonden. Niet alleen zou mijn werk als Patronus me gelukkig maken, het zou me ook genoeg materiaal vinden om later, als ik eenmaal met pensioen was, naar hartelust verhalen te schrijven.

Op dit moment zag het leven er rooskleurig uit. Ondanks alle problemen van de afgelopen weken hadden we Morgan eindelijk verslagen en haar geheim ontrafeld.

Al ging haar leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalde haar wel.

Het geheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu