33. Fynn

95 19 15
                                    

In het vorige hoofdstuk:

"'Daarnaast hebben we nu helemaal geen tijd om ons zorgen te maken om één klein meisje; er is een ander, groter probleem in een nabijgelegen dorp, en wij gaan daar overmorgen heen om te helpen.'"

----------

Allemaal leuk en aardig, dat idee van Nestor om te gaan helpen met een weerwolvenplaag in Barhonia, een dorp iets verderop, maar eerst had ik nog dringende zaken uit te voeren in Karthes. Hij wist misschien niet dat Lena zich nog steeds hier bevond en dat ik haar nog steeds aan het helpen was, maar dat betekende niet dat ik haar ineens ging laten zitten. Er moest bewijsmateriaal tegen Miranda verzameld worden, en wel binnen twee dagen. Als dat lukte, zou Nestor natuurlijk nooit vertrekken voor het probleem met de heks was opgelost.

En dus ontsnapte ik later die dag, na nog een meditatie- en spreukenles, een goed avondmaal, en enkele uren slapen, voor de tweede keer terwijl Nestor sliep uit het huis. Het raam piepte en kraakte weer toen ik hem open maakte, maar omdat de vorige keer goed was afgelopen, voelde ik me nu wat minder zenuwachtig. Ik sloot het raam ook maar weer achter me, dan kon hij in ieder geval niet met een klap dichtvallen.

Deze keer ging het gat in de onderkant van Lena's boom al open voor ik goed en wel bij de boom was. Ze had me waarschijnlijk al van een afstandje zien aankomen. Ik kom via de sporten naar boven, klauterde behendig door het luik dat al open stond, en ging tegenover aan het tafeltje zitten waar Lena ook al klaar zat.

Tussen ons in stond een kaars en lagen twee witte vellen papier waarop iets getekend was. Ik herkende een deel van de indeling van de gangen en de kamers. Het was een plattegrond van het weeshuis.

'Zelf getekend,' verklaarde Lena met een grote glimlach op haar gezicht.

Ze was een natuurtalent. Het was te merken dat ze vroeger inderdaad vaak getekend had.

'Terwijl jij bezig was om Nestor om de tuin te leiden, heb ik deze gemaakt.'

'Heb je dat gezien?' Gelukkig had ze door wat ik van plan was geweest. Ik moest er niet aan denken wat voor een stress ze gehad zou hebben als ze dacht dat ik Nestor naar haar toe ging brengen.

'Ja, ik zag jullie bij de open plek. Ik was eerst bang. Ik dacht dat je me ging verraden. Gelukkig deed je dat niet. Dat vind ik fijn. Je bent te vertrouwen.'

Ik glimlachte en knikte. 'Ik zou je nooit verraden. Ik heb ondertussen al zoveel leugens verteld om jou geheim te kunnen houden, je zou me door hele andere ogen gaan bekijken als je wist hoe goed dat liegen me afging.'

Als reactie lachte ze. Daarna viel er even een stilte. Lena doorbrak hem. 'Nu is het jouw beurt,' zei ze, terwijl ze een potlood naar me toe schoof. 'Jij mag het plan tekenen.'

Dit was het moment in het gesprek waar ik tegenop zag. Ze zou mijn plan niet leuk vinden, dat wist ik.

'Voor ik het plan kan tekenen, moet ik eerst één ding weten. Je kracht om andere mensen en dingen onzichtbaar te maken, hoe ver reikt die?'

Ze doorzag me meteen. 'Oh, nee. Nee. Nee. Ik ga niet jou en onzichtbaar maken en zelf achterblijven. Echt niet. Dan gaat je plan niet door. Daar werk ik niet aan mee.'

Ik sloot mijn ogen en ademde een keer diep in en uit. Rustig blijven. Boos worden heeft geen zin. 'Je hoeft niet achter te blijven. Je mag meehelpen, maar wel van een veilige afstand. Ik wil dat jij buiten het weeshuis blijft, zodat je altijd weg kunt vluchten als er iets fout gaat. Vanaf je verstopplek mag je de omgeving in de gaten houden en zorgen dat we een veilige uitweg hebben als ik weer buiten ben met het kistje.'

'Geen sprake van. Ik wacht niet buiten. Ik ga mee naar binnen. Iets anders doe ik niet aan mee.' Ze sloeg haar armen over elkaar en keek me boos aan op een manier als alleen jonge kinderen dat konden.

Dit ging niet werken, dus probeerde ik het over een andere boeg te gooien. 'Wie staat er daar naast je?' vroeg ik, terwijl ik wees naar de tekening die achter haar aan de muur hing.

Ze keek me achterdochtig aan en terwijl ze zich omdraaide, had ze nog steeds haar armen over elkaar geslagen. 'Dat is Aafje.'

Bingo. Aan de blik op haar gezicht te zien betekende Aafje veel voor haar. 'Waar kende je Aafje precies van?'

Voor een paar tellen, stilte. Daarna maakte ze haar armen los van elkaar en gaf ze antwoord. 'Ze was mijn enige vriendin. Als ik gepest werd, troostte ze me. Als papa en mama stom deden, was ze er voor me. Ze was heel lief.' Ze probeerde zich duidelijk sterk te houden, maar haar trillende stem en waterige ogen verraadden hoe vervelend ze dit echt vond.

Ik maakte een intern sprongetje van blijdschap toen ik de perfecte manier bedacht om dit om te zetten in iets positiefs voor ons allebei. Het voelde goed dat ik haar waarschijnlijk kon overtuigen om veilig te blijven, maar nog veel beter dat ik haar kon helpen met iets waar ze zo erg mee zat.

Nadat ik haar had verteld welke afspraak ik met haar wilde maken, begon ze te vertellen over haar verleden, en over de rol die Aafje daarin gespeeld had. Het moest haar duidelijk van het hart. 

----------

Zo, beetje laat, maar hij is er alsnog :-)

Omdat sommige mensen liever nog wat backstory wilden, komt er weer een extra hoofdstukje van Lena tussendoor. Be prepared!

Het geheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu