Een brok begon zich te vormen in mijn keel en ik voelde mijn hartslag weer stijgen terwijl ik me realiseerde dat mijn plan in het water dreigde te vallen. Bij het uitstippelen van het idee om Miranda af te luisteren was ik er altijd vanuit gegaan dat ik door de voordeur zou kunnen vluchten, maar dat was nu een groot risico geworden. Tegen de tijd dat ik de grote trap af zou zijn gelopen naar de voordeur, zouden Miranda en de andere persoon er ook al kunnen zijn. Als ze me op heterdaad betrapten, was het meteen voorbij. Dan kon ik net zo goed mijn eigen gat alvast graven. Nee, de vluchtroute van mijn oorspronkelijke optie was geen optie.
Zo snel mogelijk liep ik in mijn hoofd alle andere mogelijkheden af. De achterdeur van het weeshuis viel af, aangezien ik op weg daar naartoe ook het risico zou lopen om Miranda tegen te komen. Misschien kon ik wachten tot Miranda en de andere persoon voorbij gelopen waren, zodat ik daarna alsnog via de voordeur zou kunnen vluchten. Als ik dat deed, was er echter een kans dat ze zouden ontdekken dat mijn bed leeg was en dat ik gevonden zou worden voor ik kon vluchten.
Er zat maar één ding op: ik moest door het slaapkamerraam springen. Het was een redelijk hoge sprong en het zou waarschijnlijk pijn doen, maar de sprong was ook weer niet zo hoog dat ik botten zou breken. Joris was een keer uit het raam gevallen en hij had slechts een gekneusde enkel gehad. Als ik dezelfde sprong maakte en erop voorbereid was dat ik drie meter lager weer terecht zou komen, kon ik er misschien zonder kleerscheuren vanaf komen.
Met dat plan zou ik niet onderweg Miranda tegenkomen, en zou ik ook niet kostbare tijd verliezen door te wachten of ze voorbij kwam lopen of niet. Daarnaast keek het raam van de slaapzaal uit op dezelfde plek als waar de achterdeur naartoe leidde, dus was het vanaf daar makkelijk om weg te rennen. Ik had dan misschien enkele minuten voor Miranda mijn vertrek zou opmerken, als ze al naar de slaapzaal kwam. Dat zou vast genoeg zijn om te ontsnappen.
Deze keer sloeg ik mijn voorzichtigheid overboord. Het maakte nu niet meer uit als er een paar andere kinderen wakker werden. Over een paar tellen was ik toch weg. Ik maakte de deur naar de slaapzaal weer open en rende langs de zijkant van de ruimte naar het raam dat werd verlicht door de maan. Daarna struikelde ik en viel ik voluit op mijn gezicht.
Terwijl ik me bedacht dat ik was gestruikeld over het lege bed, hoorde ik om me heen enkele verbaasde geluiden. Het klonk alsof sommige mensen wakker werden en zich afvroegen wat er aan de hand was.
In het licht van de maan, dat zo door het raam viel dat ik precies voor mij op de grond goed kon kijken, zag ik iets opmerkelijks. Een traptrede. Onder het bed dat ik zojuist had verschoven door erover te vallen, zat een verborgen trapgat. Ik gunde mezelf één blik naar beneden om te kijken wat er was. Wat ik zag, verbaasde me compleet. In het licht van één fakkel was te zien dat dit trapgat uitkwam op een grasveldje.
Dit was mijn kans om zonder enig risico te ontsnappen. Ik aarzelde nog heel even of ik niet toch beter door het raam kon springen, omdat ik tenminste zeker wist waar ik dan uitkwam. Al snel won de optie 'trapgat' het echter van het springen. Ik zou nagenoeg zeker vanaf het grasveldje ook weg kunnen rennen en op deze manier wist ik zeker dat ik niks zou kneuzen.
Met de verbaasde 'Huh?' van Wies—of Lies—op de achtergrond snelde ik de treden af. Ik moest bukken om door het gangetje heen te komen, maar dat maakte me niet uit. Na enkele tellen stond ik op het gras en kon ik opgelucht adem halen. Enkele meters verderop zag ik de achterdeur van het weeshuis, wat betekende dat ik goed terecht was gekomen.
De weg naar buiten was vrij. Nog even en ik kon het klooster inruilen voor mijn vrienden in het bos.
JE LEEST
Het geheim
FantasyFynns leven komt op zijn kop te staan als hij een jonger meisje redt van de dood. Ze vertelt hem een gevaarlijk geheim, iets dat gevolgen kan hebben voor de veiligheid van hun hele stad. Samen gaan ze op onderzoek uit om het gevaar te stoppen. Zal...