19. Marianne

22 0 0
                                    

Marianne viel in een ondiepe slaap. Ze was te moe om te dromen, maar dat betekende ook dat ze geen last zou krijgen van nachtmerries. Na enkele uren onvast te hebben geslapen, lukte het naar niet meer om in slaap te vallen. De jongedame voelde zich alles behalve uitgerust, maar was dankbaar voor het aantal uren slaap dat haar gegund was. Het viel haar op dat Nola was verdwenen, maar Marianne had de kracht niet om woedend over iets te zijn, hoewel ze het Nola wel ietwat kwalijk nam. Zelf zou ze zich absoluut aan haar belofte hebben gehouden, maar ze kon nou eenmaal niet over zichzelf waken. Soms had een mens hulp nodig, de vraag was alleen: wie was te vertrouwen? Die vraag bracht haar opnieuw bij de jongen, Miquel. Had hij écht alles van tevoren uitgedacht? Was het hele ongeluk opzet geweest, zíjn opzet? Of was er meer aan de hand? Leefde Miquel in een illusie? Dacht hij dat Marianne wanhopig was en hulp nodig had en was hij bereid haar die hulp te bieden, ook als deze poging tot hulp hem duur kwam te staan? Marianne wilde, ongeduldig als ze was, het liefste nu meteen antwoord op al deze vragen.

Gezien het feit dat de echte antwoorden voorlopig nog lang op zich zouden laten wachten, besloot Marianne de vragen zelf te beantwoorden. Er waren in principe twee mogelijkheden: Miquel sprak de waarheid, of Marcus sprak de waarheid. Als de eerste optie werkelijkheid was, verkeerde Marianne in groot gevaar. Miquel had, in dat geval, geprobeerd haar te redden van haar toekomstige ondergang. Als Marcus gelijk had, was zijn zoon een bruut en hijzelf een lieve oude man, die enkel een fascinatie had voor het onmogelijke in combinatie met spuiten en prikken. De gevolgen van deze twee mogelijkheden bleven hetzelfde. Ze maakte onderdeel uit van een experiment en ontsnappen was de enige uitweg. Maar hoe? Alleen was ze te zwak om hier weg te komen, dus wie kon haar helpen? Miquel? De blonde Nola? Iemand anders?

Het was even alsof de goden haar gebeden hadden verhoord toen de deur openging en er een jongen van haar leeftijd in de deuropening verscheen. Iets later drong het tot haar door dat ze deze jongen al eerder had gezien, bij Miquel in de kamer. Hij was de zoon van de enge bestuurder en een goede vriend van Miquel, aldus Marcus. Als Miquel onbetrouwbaar was, was zijn vriend dat dan ook? En als Miquel wél te vertrouwen was, kon ze deze jongen dan ook automatisch vertrouwen? Op beide vragen wist ze het antwoord: nee.

‘Ik kom alleen even om te kijken of alles oké met je is,’ zei de jongen. Zijn stem was hoger dan die van Miquel. ‘En om iets te vragen,’ voegde hij eraan toe.

‘Aangezien ik zelf van de vragen barst, betwijfel ik of ik de jouwe kan beantwoorden.’

‘Is hier onlangs een blond meisje geweest?’ vroeg de jongen, zonder er doekjes om te winden.

‘Misschien,’ mompelde Marianne, nauwelijks verstaanbaar.

‘Ik moet het weten. Ze is belangrijk voor me.’

‘Ik beantwoord je vraag als jij een vraag van mij beantwoordt.’

RebornWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu