24. Stefan

18 1 0
                                    

Met een naar gevoel liep Stefan het vertrek van Marcus Greenwald uit. Hij voelde dat er iets niet klopte, dat er iets vreemds gaande was en dat hij zich er beter niet mee kon bemoeien. Maar juist omdat hij dat wist, wilde hij er alles vanaf weten en kon hij het maar niet uit zijn hoofd zetten. Wat zei Miquel ook alweer? Dat Marcus van plan was Marianne -ja, hij wist haar naam weer- wilde inenten of zoiets. Zou hij dan toch al die tijd de waarheid hebben gesproken? Zou het echt zo zijn dat zijn vader en die van Miquel mensen doden alleen maar voor hun stomme experimenten? Stefan schudde zijn hoofd, natuurlijk was dat niet zo: zijn vader zou nooit zoiets doen. Maar toch, de manier waarop Marcus naar zijn zoon had gekeken, het klopte niet. 

Diep in gedachten verzonken liep hij uit automatisme naar de liften, hij liep altijd naar de liften als hij ergens mee zat. Om de een of andere manier kalmeerde het hem door op en neer te gaan: het leegde zijn hoofd en gaf hem de gelegenheid alles even op een rijtje te zetten en een beslissing te maken. 

Versuft door de vele vragen in zijn hoofd drukte hij op het liftknopje en wachtte totdat de deuren opengingen. Het duurde even voordat de lift boven was, wat betekende dat er al iemand in zat. Fijn, dacht Stefan, dat moet ik net hebben: nog een labjas die me vertelt wat ik moet doen. Maar toen de lift zich opende werden zijn ogen groot van verbazing, want daar, in de lift, stond Nola verwoed op de knopjes te drukken. Zijn stem klonk als een fluistering.

‘Nola.’ Nola draaide zich met een ruk naar hem om en aan haar hele uitstraling was te zien dat er iets goed mis was. Toch verzachte haar blik toen ze Stefan zag. Ze bleven elkaar even aanstaren, net zolang totdat de deuren begonnen te sluiten. 

‘Verdorie!’ hoorde Stefan haar zeggen toen ze als een gek weer op de ‘deuren open’ knop drukte. Zo snel als hij kon stapte hij de lift in om meteen op de ‘deuren dicht’ knop te drukken. Ze keken elkaar nogmaals een tijdje aan en begonnen toen op hetzelfde moment te grinniken. 

‘Dat was raar.’ zei Nola. Stefan knikte en keek haar dom grijnzend aan. Ineens leek er weer een knop om te draaien in haar hoofd, want ze keek opeens heel bezorgd. Stefan’s uitdrukking veranderde mee.

‘Zeg niks, ik weet het al. Er is iets met Marianne niet?’ Nola knikte ernstig. Stefan zuchtte en wist geen houding aan te nemen. Hij was aan de ene kant super blij dat hij Nola weer gevonden had, maar hij wist ook dat er nu geen tijd was om haar te vragen wat er in vredesnaam met haar was gebeurt dat ze zo lang weg was geweest. Zijn ogen keken verlangend naar de hare en zij beantwoordde hem met dezelfde hunkering in haar ogen. De lift was al aan het dalen, ze hadden niet veel tijd meer over. Hij glimlachte gepijnigd naar haar.

‘We hebben niet veel keus hè? Het lijkt wel of we gedoomd zijn om elkaar telkens weer kwijt te raken. Ik heb je zo erg gemist, zo erg dat ik het niet kan omschrijven.’ Zijn ogen werden vochtig en ook Nola leek het niet droog te houden.

‘We slaan ons er wel doorheen Stefan, zoals we altijd doen.’ Stefan knikte.

‘Zoals altijd.’ Met deze woorden zette hij een stap richting Nola en legde hij een hand op haar wang. Langzaam trok hij haar gezicht naar de zijne, zover tot hun neuzen elkaar raakte. Voorzichtig en teder raakte zijn lippen de hare en Nola gaf mee. Bij de kus kwam er zoveel verlangen, angst en verdriet kijken dat hij veel vuriger werd, wanhopig zelfs. Stefan had zolang gedacht dat hij haar kwijt was, hij had al die maanden in wanhoop geleefd en dit alles verdween met deze ene kus. Nu was het goed, nu kon hij haar weer loslaten. Voorzichtig maakte hij zijn lippen los van de hare en drukte hij haar voorhoofd tegen de zijne.

‘Ik hou zoveel van je Nola Valentina, zoveel dat het moorddadig is.’ De woorden kwamen fluisterend over zijn lippen. ‘Maar nu is nog niet onze tijd. Er moet nog veel veranderen voordat we echt samen kunnen zijn.’ Er rolde een traan over Nola’s wang en Stefan wreef hem teder weg met zijn duim. Hij had Nola net weer losgelaten toen de liftdeuren opende. Ze keken elkaar één seconde aan en knikte. Hierna zetten ze het op het rennen.

Uitgeput kwamen ze aan bij de kamerdeur van Marianne en Stefan opende hem meteen. Alleen was het niet Marianne die ze daar aantroffen.

‘Wel, wel, wel, als we daar de tortelduifjes niet hebben.’ Marcus Greenwald zat op het lege bed waar voorheen Marianne nog op had gelegen. ‘Ik dacht al dat ik jou nog eens zou tegenkomen Stefan, en zoals je ziet: ik heb altijd gelijk.’ Marcus kreeg een duivelse glimlach op zijn lippen, eentje waardoor menig volwassen mensen het in hun broek zouden doen. Stefan keek hem dit keer enkel vol afschuw aan.

‘En ik bleef u maar verdedigen tegenover Miquel. Ik had niet gedacht dat ik het ooit zo fout zou hebben.’ Marcus glimlachte enkel en ging niet in op deze belediging.

‘Marianne wordt op dit moment behandeld en ik kon er geen pottenkijkers bij hebben, niet? Mooi dat we het daarover eens zijn. Als jullie zo vriendelijk willen zijn om mij te volgen?’ Marcus stond op van het bed en begon richting de deur te lopen. Stefan wist dat hij vrij weinig keus had en pakte daarom Nola’s hand krampachtig vast. Ze zullen dit wel overleven. Zij overleefden alles.

RebornWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu