23. Nola

18 0 0
                                    

Nola haatte het om te moeten liegen, maar toch had ze het vanmiddag gedaan. Ze had een wildvreemd meisje beloofd dat ze bij haar zou blijven zitten tot ze weer zou ontwaken en was vervolgens zo snel als mogelijk weggeslopen. Waarom? Ze kon haar niet beschermen als er iets zou gebeuren en bovendien wilde ze geen argwaan wekken. Devora, de vrouw die de baas was over de jongere helpers (waaronder Nola), had haar opgedragen zo snel mogelijk terug te komen. Nola moest haar gehoorzamen, want ze wist welk lot op je wachtte als je ongehoorzaam was geweest. Af en toe leken de verzorgsters net jonge honden. Onwetende puppy’s die op hun kop kregen wanneer ze weer eens in de tuin hadden geplast.

Verzorgsters plasten echter niet in tuinen. Zij deden veel ergere dingen. Soms konden deze dingen (in de ogen van hun “baasjes”) het daglicht niet verdragen, wat resulteerde in straf die het daglicht niet kon verdragen. Nola wist het. Van je fouten moet je leren. Nu was ze slimmer en volwassener, maar nog steeds een hond die bevelen op moest volgen.

‘Nola Valentina!’ riep Devora met haar aangename stem, die helaas geen weerspiegeling van haar persoonlijkheid was.

‘Ja, mevrouw?’ vroeg Nola, terwijl ze een kreukel uit haar donkerblauwe jurkje streek en daarna het witte schort strakker omknoopte. Het benam haar even de adem. Of het kwam door haar zenuwen, dat kon ook.

‘Er is een aantal wezen dat afgevoerd moet worden. Lotta en Nadejda zijn er al mee bezig, maar zij kunnen wel wat hulp gebruiken.’

Voor “het incident” was Devora altijd behoorlijk onder de indruk van Nola geweest. Ze deed haar werk keurig en stribbelde nooit tegen. Nola was Devora’s lieveling geweest. Nu zadelde ze haar altijd op met rotklusjes. Wraak.

‘Natuurlijk, mevrouw.’

Ze vertrok. Het afvoeren van wezen was vreselijk en zwaar werk. De kinderen met wie Marcus had geëxperimenteerd, maar die dit niet hadden overleefd of zo zwak uit de testen kwamen dat nieuwe experimenten onmogelijk waren, moesten zo snel mogelijk worden weggehaald. Dit vuile werk werd doorgaans opgeknapt door meisjes als Nola, waarna hun herinneringen aan de wezen werden gewist. Meestal dan. Bij de meesten dan. Niet bij iedereen dus. Ongehoorzame puppy’s mochten nachtmerries krijgen. Zij zouden hun hele leven lang gestraft worden in de vorm van gruwelijke herinneringen.

De laatste keer dat Nola dit werk had gedaan, was eergisteren. Er was een wees gestorven in haar armen. Het jongetje had gehuild, maar zijn tranen waren niet van water. Ze waren van bloed. Nola had hem over zijn donkerblonde haartjes geaaid en een liedje gezongen.

‘Het wordt vuur,’ hoorde ze Marcus zeggen. Nola liep zo nonchalant mogelijk langs het kantoor van de grote baas en wierp een stiekeme blik door het raam. Hij was in gesprek met een laborant.

‘U wilt niet afwachten om te zien welk element het beste bij haar aansluit?’

‘Ik heb geen tijd om te wachten. Marianne moet nu naar het lab gebracht worden.’

Nola bleef staan. Marianne. Was dat niet het meisje dat ze vanmiddag had bezocht? Nola had zich om de een of andere reden met het meisje verbonden gevoeld. Haar benen weigerden plotseling dienst.

‘Het kan gevaarlijk zijn om een element toe te dienen dat niet bij de persoon past,’ zei de laborant. ‘Dat hebben we al eerder gezien.’

‘Het kost veel tijd om erachter te komen welk element Marianne toebehoort. Die tijd hebben we niet.’

‘Als deze Marianne zo belangrijk voor u is, waarom neemt u dan zoveel risico? Ik raad u aan om…’

‘Gebruik het nieuwe middel om haar te verdoven en rijd haar vervolgens naar het lab. Ik verwacht je daar binnen een kwartier.’

Stik. Nola kwam weer in beweging, maar week af van het aangewezen pad. Ze sloeg rechtsaf en holde de lange gang door. Aan het einde van de gang bevond zich een lift, die haar rechtstreeks naar de vertrekken beneden zou leiden. Ze hoopte dat ze de laborant voor was en Marianne kon waarschuwen. Ze moest haar helpen, ongeacht de gevolgen van haar roekeloze actie.

RebornWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu