25. Marianne

17 0 0
                                    

Vorige winter was er een groot kampvuur geweest. Er werden liedjes gezongen en een verzorgster speelde gitaar. De kinderen regen spekjes aan houten stokjes en lieten deze smelten boven het vuur, om vervolgens voor het slapengaan minutenlang bezig te zijn met tandenpoetsen. Marianne had de spekjes gewoon zo opgegeten. Gezongen had ze wel. Het waren geen kerstliedjes geweest. Niet meer. Kerstmis was een feest ontstaan uit een geloof en geloven waren verboden, evenals hun feesten.

Alles rondom het vuur werd waziger, zodat alle aandacht naar de oranjerode vlammen werd getrokken, tot er niets over was dan enkel vuur.

Buiten regende het, maar binnen was het warm. Marianne bevond zich dichtbij het fornuis. Ze was een jaar of twaalf, oud genoeg om te mogen koken in elk geval. Ze kon niet koken, maar dat deed er niet toe. Dát de wezen eten kregen was belangrijk, niet wát. De kok deed voor hoe het fornuis werkte en verdween vervolgens uit het zicht. Marianne draaide onzeker aan de verschillende knoppen en schrok toen de blauwe vlammetjes hoger werden dan ze in eerste instantie had verwacht. Bang had ze iets verkeerd had gedaan, riep ze om hulp. Tegenwoordig haatte ze het om hulp te moeten vragen, maar destijds was dat dus nog niet het gevolg geweest. Ze vroeg zich af welk incident haar op dat terrein had veranderd.

De kok kwam terug en stuurde Marianne weg, nadat ze iets gemompeld had wat in de buurt kwam van “hopeloos geval”. De vlammen wilden haar niet loslaten.

Schreeuwende kinderen renden in het rond. Verzorgers probeerden ze te kalmeren. De warmte van de zon prikte op hun huid, wat ervoor zorgde dat ze begonnen te huilen. Een paar verzorgers liepen zelf hysterisch rond, of weg. Marianne was slechts enkele weken geleden in het weeshuis beland. Goede eerste indruk, zo’n brand. Wat (of wie) de brand veroorzaakt had, was tot op de dag van vandaag een raadsel. Misschien was het een wees die zich niet prettig voelde in haar nieuwe huis en hoopte weg te kunnen komen in de chaos die de vlammen zouden veroorzaken. De vierjarige had het uiteindelijk toch niet gedurfd en had als gehypnotiseerd naar de woeste vlammenzee gekeken. De brandweer was op tijd gearriveerd. Dat de vlammen langzaam verdwenen maakte haar aan het huilen.

Een donkergroene kaars in een kerststukje. Een klein, maar puur vlammetje. Een beschermende hand lag op haar schouder. De ramen waren gesloten. Fijne kerstmis, mijn lieve gezin.

Marianne raakte in paniek omdat het vuur te dichtbij kwam. Het likte aan haar huid. Likken deed geen pijn. Ze hoefde niet bang te zijn. Het vuur leek haar gerust te willen stellen. Vlammen omarmden haar. Ze was veilig. Ze was thuis in haar eigen lichaam.

‘Zie jij al enige verandering?’ klonk het, ergens ver verwijderd van “hier”.

‘Ze moet haar ogen openen. Dan kunnen we zien of de transformatie is voltooid. Het is gevaarlijk om dat nu al te checken. Als de transformatie nog in gang is, kan deze handeling blijvende schade veroorzaken.’

‘Dan wachten we.’

‘Hoe lang?’

‘Tot ze zelf wakker wordt.’

Marianne nam een besluit. Haar ogen zouden gesloten blijven.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 17, 2014 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

RebornWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu